toetsvragen

Een wond door brand is een
A
mechanische wond
B
chemische wond
C
stralingswond
D
thermische wond
1 / 43
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Een wond door brand is een
A
mechanische wond
B
chemische wond
C
stralingswond
D
thermische wond

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Welke wond is GEEN gesloten wond?
A
Bloeduitstorting
B
Hematoom
C
Bloeding in lichaamsholten
D
Steekwond

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Een gezonde wondbodem met granulatieweefsel dient bij het verzorgen van de wond..
A
vochtig gehouden te worden
B
beschermd tegen beschadigingen
C
Beide bovenstaande

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

wat is het doel van ACT zwachtelen
A
Ondersteuning van de spierpompfunctie
B
afvoer van oedeem
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bij ACT zwachtelen gebruik je de volgende zwachtels:
A
met lange rek
B
met korte rek
C
maakt niet uit
D
geen van beide

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Complicaties bij ACT zwachtelen is/zijn;
A
pijn na het lopen met zwachtels
B
striemen, blaren
C
witte verkleuring van de tenen
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

Pijn: enige pijn na het zwachtelen kan normaal zijn, deze dient te verdwijnen wanneer patiënt gaat lopen. Wanneer pijn niet verdwijnt na lopen, kan dit duiden op een niet herkenbare arteriële insufficiëntie. Zwachtel verwijderen!
Blaren en striemen kunnen ontstaan door een ongelijkmatige strakke zwachtel, of niet genoeg polsteren.
Kleur van de tenen: enige blauwe verkleuring van de tenen is normaal, deze kleur moet verdwijnen wanneer patiënt loopt. Zijn de tenen wit dan verband verwijderen en moet je denken aan arteriële insufficiëntie.

Katheteriseren is een voorbehouden handeling
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een voorbehouden handeling?
A
Maagsonde inbrengen
B
Rode Wond verzorgen
C
Sondevoeding geven
D
Gele wond verzorgen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een voorbeeld van een voorbehouden handeling is:
A
Medicatie delen
B
Wondzorg
C
zuurstof toedienen
D
insuline toedienen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De behandeling van wonden hangt af van de soort wond.
Er zijn verschillende manieren om infectie van een wond te voorkomen. Welke manier is NIET juist?
A
Een wond reinigen met schoon leidingwater
B
Het gebruiken van desinfecterende middelen
C
Een wond direct afplakken
D
Hygiënisch werken bij het verbinden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de definitie van een wond?
A
ontsteking aan het lichaamsoppervlak
B
Een afwijking in het weefsel
C
een verbreking van de continuïteit van weefsel

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Zolang er necrotisch weefsel in de wond is, kan de wond niet helen
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hechtingen moeten altijd verwijderd zijn binnen 14 dagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Voordat je hechtingen gaat verwijderen, moet je de huid desinfecteren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Als je een wond hebt op je arm en je bloedt, dan is de lederhuid intact
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke symptomen wijzen op een ontsteking?
A
dalor=pijn,dolor=warmte,functio leasa=functiebeperking
B
rubor=warmte,calor=roodheid,dolor=pijn,tumor=verdikking
C
rubor=warmte,calor=pijn,dolor=roodheid,tumor=verdikking
D
rubor=roodheid,calor=warmte,dolor=pijn,tumor=verdikking

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Risicovolle handeling
Voorbehouden handeling
blaasspoelen
blaaskatheter inbrengen
sondevoeding toedienen
wonddrain verwijderen
injecteren
medicatie verstrekken
perifeer infuus inbrengen
verwijderen hechtingen
neusmaagsonde inbrengen
verwijderen wondtampon
verwijderen perifeer infuus
Wet BIG
WGBO
bepaalde beroepsgroep
voorbehouden handelingen
bevoegd en bekwaam
bekwaamheid eigen verantwoordelijkheid
tuchtrecht
Inzage medisch dossier
recht op second opinion
recht op privacy

Slide 18 - Drag question

Een andere vorm om studenten aan het werk (en denken) te zetten is de zogenaamde sleepvraag. Sleep de termen maar naar de juiste wet.
Welke 3 voorwaarden zijn voor een verpleegkundige noodzakelijk voordat hij/zij een voorbehouden handeling uitvoert? Sleep de goede voorwaarden naar het oranje vak
De opdracht moet door een zelfstandig bevoegde gegeven worden.
In het bezit zijn van een bekwaamheids verklaring.
De verpleegkundige voelt zich redelijkerwijs bekwaam om de handeling uit te voeren.
Nadat toestemming is gevraagd aan het BIG register.
Als er sprake is van informd consent.
De vpk/vz-IG volgt eventuele aanwijzingen op van de zelfstandig bevoegde.

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn contra-indicaties om op een plek te injecteren? Benoem minimaal 3

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Welke complicaties kunnen optreden bij het injecteren? Benoem minimaal 3

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Waar injecteer je geen insuline
A
Buik
B
Bovenbeen
C
Arm
D
Bil

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Bij intramusculair injecteren mag je tot max .. ml injecteren.
A
2
B
4
C
5
D
7

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

wat versta je onder subcutaan injecteren?
A
in de huid
B
onder de huid
C
in de spier
D
onder de spier

Slide 24 - Quiz

  • geschikte subcutane prikplaatsen -> de huid en het onderhuidse weefsel kan gemakkelijk in een huidplooi boven de spiermassa opgepakt kunnen worden.

Op welke plaatsen mag je intramusculair injecteren?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Welke twee manieren van subcutaan injecteren zijn er?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Als de neusmaagsonde de keelholte heeft bereikt vraag je de zorgvrager om het hoofd.......
A
loodrecht te houden
B
lichtjes naar achteren gebogen
C
ver naar achteren gebogen
D
naar voren te buigen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt NIET gebruikt bij het inbrengen van een maagsonde?
A
steriele handschoenen
B
glijmiddel
C
pH-strips
D
veiligheidsspeld

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Een eindstandig stoma is vaak een blijvende stoma
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Om te bepalen of de neusmaagsonde ook echt in de maag zit spuit je 10cc lucht door de sonde terwijl je met een stethoscoop luistert naar borrelende geluiden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Bij een gevoelige huid kun je beter gebruik maken van tweedelig stoma materiaal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende wondbeschrijving past het beste bij deze wond?
A
T: vitaal weefsel / I: geïnfecteerde wond / M: nat wondbed E: rafelige wondranden
B
T: necrotisch weefsel / I: geïnfecteerde wond / M: droog wondbed / E: rafelige wondranden
C
T: necrotisch weefsel / I: niet geïnfecteerde wond / M: droog wondbed / E: rafelige wondranden

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn indicaties voor ACT zwachtelen

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Waarom hebben ouderen meer kans op onderkoeling
A
temperatuurregulatie neemt af
B
bewegen minder
C
minder spiermassa
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Leidt alcoholgebruik tot snellere of tragere onderkoeling?
A
Snellere onderkoeling
B
Tragere onderkoeling

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

wanneer spreek je van onderkoeling?
A
temp. < 36 graden
B
temp. < 35 graden
C
temp. 33 < graden
D
temp. < 34 graden

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Een onderkoeld persoon
(hoofd boven water) red je:
A
Horizontaal
B
Vertikaal

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit voor een stoma?
A
enkelloops ileostoma
B
enkelloops urostoma
C
dubbelloops ileostoma
D
dubbelloops urostoma

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Bij dit stoma zie je een
kapotte huid rondom de
stoma,hoe onstaat het?

A
niet schoongemaakt stoma
B
plakresten vergeten
C
te groot geknipte opening in de huidplaat
D
spanning op de stoma

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Een prolaps van de stoma is een
A
uitstulping
B
afsterving
C
terugtrekking
D
afronding

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Een sonde via de neus, door de keel, slokdarm en maag die eindigt in de duodenum.
Welke sonde wordt hier omschreven?

A
Jejunumsonde
B
PEG-sonde
C
PEJ-sonde
D
Duodenumsonde

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer wordt er voor een PEG sonde gekozen?
A
Bij langer dan 2 à 4 weken gebruik van sv
B
Bij langer dan 4 à 6 weken gebruik van sv
C
Bij langer dan 6 à 8 weken gebruik van sv
D
Bij langer dan 8 à 10 weken gebruik van sv

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

toetsvragen

Slide 43 - Slide

This item has no instructions