Tijdreizen Grieken en Romeinen

Tijdreizen
Filosofie en mythologie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Tijdreizen
Filosofie en mythologie

Slide 1 - Slide

Wat weet je na deze les?
De rol van filosofie en mythologie bij de Grieken en Romeinen:
- Antropomorfische goden
- Tijd mythen en helden
- Nadenken over nadenken over de wereld
- Van Grieken naar Romeinen

Slide 2 - Slide

Hades
Zeus
Athena

Slide 3 - Drag question

Antropomorfische goden
= een bepaald concept in menselijke 
   vorm.

Liefde, (on)weer, oorlog, de jacht

Omdat ze menselijke vorm hadden gedroegen ze zich ook menselijk:
- Jaloers, verliefd, gekwetst

Slide 4 - Slide

Wat waren Zeus en Hera?
A
Man en vrouw
B
Broer en zus
C
Vijanden
D
Bondgenoten

Slide 5 - Quiz

Wat een familie
De eerste 'goden' waren de Titanen.
Zij hadden de wereld gemaakt.

De leider Uranus sluit zijn kinderen de Cyclopen op. Daarom wordt hij door zijn zoon Kronos gecastreerd en opgesloten.

Uranus voorspelt dat Kronos door zijn eigen kinderen verslagen zal worden.

Slide 6 - Slide

Oorlog en incest
Kronos trouwt met zijn zuster Rhea.
Uit angst voor zijn kinderen eet hij ze op.

Uiteindelijk verstopt Rhea haar jongste zoon Zeus. Kronos wordt vergiftigt waardoor hij zijn kinderen uitspuugt en  een oorlog tussen de goden breekt uit.

Uiteindelijk wint Zeus die met zijn zus Hera trouwt en het hele feestje van voren af aan begint.

Slide 7 - Slide

Doos van Pandora
Het vuur van Prometheus

Slide 8 - Slide

Waarom dit soort verhalen? Wat is de rol van mythologie?

Slide 9 - Open question

Zeus
Ares
Aphrodite
Hades
Venus
Pluto
Jupiter
Mars

Slide 10 - Drag question

Van Grieken naar Romeinen
Wanneer de Romeinen de Griekse stadstaten veroveren zijn ze onder de indruk van hun cultuur.

Ze nemen veel dingen over:
- Architectuur (zuilen, versieringen)
- Goden
- Filosofie

Slide 11 - Slide

Welke van deze filosofen was een Romein?
A
Socrates
B
Seneca
C
Plato
D
Aristoteles

Slide 12 - Quiz

Socrates, Plato en Aristoteles
De bekendste Griekse filosofen.
Veel van hun ideeën worden nog steeds gebruikt of zijn de basis voor later filosofieën.

We weten alleen van Socrates door de geschriften van Plato en anderen.

Slide 13 - Slide

Welke idee komt van Socrates?
A
De Socratische methode
B
De grot van Socrates
C
Het gouden midden
D
Ik denk, dus ik ben

Slide 14 - Quiz

Socrates
Socratische methode:
- Blijf altijd kritisch vragen naar de aannames 
   van mensen.
- Waarom denk/geloof je dat?

Werd uiteindelijk ter dood veroordeeld voor het niet geloven in de goden en het misleiden van de jeugd.

Hij koos ervoor een gifbeker te drinken.

Slide 15 - Slide

Welk idee kwam van Plato?
A
Ik denk dus ik ben
B
Het gouden midden
C
De grot van Plato
D
Rationeel skepticisme

Slide 16 - Quiz

De grot van Plato
Wij mensen kunnen nooit echt zien of ervaren hoe andere dingen zijn.

We kunnen bijvoorbeeld nooit zien of ervaren wat een boom echt is.

We zien slechts de schaduwen als op de muur van een grot.

Slide 17 - Slide

Aristoteles
Leerling van Plato en dus indirect van Socrates.

Dacht veel na over (de regels van) logica.

Belangrijke stelling: het gouden midden.
Als je een beslissing moet nemen tussen twee extremen, ligt de beste oplossing altijd in het midden.

Slide 18 - Slide

Romeinse filosofie
De Romeinen nemen de teksten van Socrates, Plato en Aristoteles over en gaan hier zelf verder op breien.

Ze geven kritiek op de Griekse filosofische ideeën of breiden ze uit.
Hielden zich bezig met vragen als:
- Hoe komen we aan kennis (epistemologie) 
- Wat is waar/kunnen we zeker van zijn (ontologie)
- Wat is goed gedrag (ethiek)

Slide 19 - Slide

Wat vormt de basis voor de meeste wetten in Europa?
A
De bijbel
B
De code van Hamurabi
C
Het Romeinse burgerrecht
D
De Griekse mythen

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!
Kies een Griekse of Romeinse mythe.
Maak een Powerpoint over deze mythe:
 - Korte samenvatting van het verhaal? 
 - Wat is de boodschap van het verhaal? (Wat moet je er van leren?

Klaar? Laat zien aan de docent.
Zachtjes wat voor jezelf doen.

Slide 21 - Slide