Les 4&5

1 / 32
next
Slide 1: Slide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat gaat mis?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Wat gaat mis?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Wat gaat mis?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

hij meldt

Slide 14 - Mind map

Morfologisch principe: regel van overeenkomst

Slide 15 - Slide

Stam en ik-vorm hetzelfde?

Slide 16 - Open question

blijven en racen:
ik-vorm: ik blijf / ik race
stam: je kijkt naar de v en de c (stam als je er –en afhaalt)

Dit geeft problemen als je ‘t kofschip toepast

Slide 17 - Slide

Voorwaarde om te starten met ww-spelling

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Wat zijn sterke werkwoorden?
Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 20 - Open question

Sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden krijgen in de verleden tijd een andere klinker en het voltooid deelwoord eindigt op -en.
Bijvoorbeeld lezen - las - gelezen.

 

Zwakke  werkwoorden krijgen in de verleden tijd -te of -de achter de stam en het voltooid deelwoord eindigt op -t of -d: 
stoppen - stopte - gestopt; steunen - steunde - gesteund.

De aanduidingen sterk, zwak en onregelmatig werkwoord hebben betrekking op de vervoeging van werkwoorden in de verleden en voltooide tijd.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

't sexy fokschaap

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Extra 

Slide 32 - Slide