EINDE SCHOOLJAAR herhalingsquiz

• Wiskunde
• Secundair onderwijs

herhalingsquiz

EINDE SCHOOLJAAR

De formule om het volume van een kubus te berekenen is

1. l . b . h
2. z³
3. z²

Hoeveel dm³ past in een kubus
van 1 m³?

Bereken het volume.

1. 150 dm³
2. 18 dm³
3. 180 dm
4. 180 dm³

Wat is NIET gelijk aan 1 liter?

1. 100 cl
2. 1 dm³
3. 100 cm³
4. 10 dl

De formule om de inhoud van een cilinder te berekenen is

1. r​3​​
2. 2.r.π.h
3. r​2​​.π
4. r​2​​.π.h

p ruit =

1. z²
2. z³
3. 4z
4. 3z

A rechthoek =

1. l . b
2. l + b
3. 2 . (l+b)
4. 2 . l + 2 . b

p cirkel =

1. d.π
2. 2.r.π
3. r.r.π
4. r.π

1 ha =

1. 1 hm
2. 1 m²
3. 1 hm²
4. 100 hm²

Elke kubus is een balk

1. WAAR
2. NIET WAAR

Hoeveel kubussen telt deze stapel?

Dit is de ontwikkeling van een
dobbelsteen.
Hoeveel stippen telt het grensvlak x?

Dit is de ontwikkeling
van een balk.

1. WAAR
2. NIET WAAR

Hoeveel ribben telt een balk?

Vul de juiste benaming in (1 woord):
breuken met dezelfde positieve noemer zijn ...

Breuken met dezelfde absolute waarde, maar een verschillend teken

1. OMGEKEERDE breuken
2. TEGENGESTELDE breuken
3. GELIJKNAMIGE breuken
4. GELIJKE breuken

Een breuk waarbij de teller en de noemer een verschillend teken hebben is

1. positief
2. negatief

​72​​45​​=

1. ​16​​15​​
2. ​7​​5​​
3. ​8​​5​​
4. ​8​​9​​

-0,35 =

1. ​50​​−17​​
2. ​20​​−5​​
3. ​10​​−35​​
4. ​20​​−7​​

Het product van twee omgekeerde breuken is

De som van twee tegengestelde breuken is

Geef de juiste benaming (met lidwoord!):
in de vergelijking a - 3 = 5
noemen we a ...

Geef de juiste benaming (met lidwoord!):
in de vergelijking a - 3 = 5
is a - 3 ...

In de vergelijking a - 3 = 5 is de oplossing gelijk aan

Van welke vergelijking is het getal 4 een oplossing?

1. 2x = 6
2. x + 2 = 6
3. -2x = 8
4. 5 - x = 9

Van welke vergelijking is het getal -10 een oplossing?

1. 9x = -90
2. x - 6 = 16
3. -5x = -50

Een bewerking met getallen en letters is een ...

In de lettervorm -15xy is -15 ... (lidwoord!)

Het letterdeel in 0,6a²b is

1. a²
2. a²b
3. ab
4. 0,6a²b

20a - 36a =

-9x . 7y =

7ab . 6ab =

1. 42ab
2. 42a²+b²
3. 42ab²
4. 42a²b²

-19x + 19x =

2a - a - 2b - b =

1. a + 3b
2. a - b
3. a - 3b
4. -3a - 3b

a (b+c) =

1. ab - c
2. ab - ac
3. abc
4. ab + ac

-(-x+y) =

Schrijf als een vergelijking:
het dubbel van een getal is 40

1. x + 2 = 40
2. 2x = -40
3. 2x = 40
4. x : 2 = 40

Schrijf als een vergelijking:
Het verschil van een getal en 15 is -6

1. x + 15 = -6
2. x - 15 = -6
3. 15 - x = -6
4. x - 15 = 6

Schrijf als een vergelijking:
het product van 3 en een getal is 30

1. 3x = 30
2. x : 3 = 30
3. 3 + x = 30
4. 30x = 3

Wat wens je jouw klasgenoten toe?

Het schooljaar was ...