Les 2

1 / 43
next
Slide 1: Slide
GoederenhandelTertiary Education

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1. Omschrijf soort onderneming?

Slide 2 - Open question

2a. Noem minimaal vier (4) afdeling die je in een onderneming zult tegenkomen.

Slide 3 - Open question

2b. Geef kort aan welke taken de afdelingen van opgave 2a moeten uitvoeren

Slide 4 - Open question

3. Waarom is een goede taakverdeling binnen een onderneming van groot belang?

Slide 5 - Open question

4. Omschrijf kort wie wat voor taken uitvoert in de onderneming sportief.

De directeur (Arthur Bink): heeft de leiding
De inkoper ( Mike van Driel): zorgt dat de juiste artikelen worden gekocht
De verkoper (Erik Dousi: zorgt voor alles die te maken heeft met het verkopen van artikelen
De vertegenwoordigster (Marjolijn Bula): bezoekt mogelijke klanten om te proberen artikelen te verkopen
Het hoofd administratie (Margriet van der Sluijs): heeft de leiding over deze afdeling De administratie medewerkster (Aysel Akiz): zorgt voor de administratie (facturen, crediteuren)
De magazijnbeheerder (Aart de Jong): noteert en controleer gegevens van de voorraad en zorgt voor de opslag van de artikelen
De secretaresse (Wei-Ping Chu): doet alle secretariële werkzaamheden en helpt de afdeling inkoop

Slide 6 - Slide

5. Welke formulieren worden bij sportief gebruikt bij het inkopen, verkopen en transporteren van artikelen?

Slide 7 - Open question

6a. Wat zijn leveranciers

Slide 8 - Open question

6b. Wanneer wordt een leverancier ook wel als crediteur in de administratie vermeld?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Opdracht 1 (pag 35)

Slide 35 - Slide

1. Wat versta je onder inkoopsignaal?
Het is een teken op te kopen.

Slide 36 - Slide

2.Wat is in de praktijk meestal het signaal om artikelen in te kopen?
Wanneer op de voorraadkaart de aanwezige voorraad kleiner is dan de minimumvoorraad.

Slide 37 - Slide

3. Een onderneming brengt een offerte uit door midden van een mailing. Wat is de bedoeling hiervan?
Door mailing probeert een bedrijf meer artikelen te verkopen.

Slide 38 - Slide

4. Welke informatie miet een klant uit een offerte kunnen aflezen?
Een klant moet het volgende aflezen:
• De productspecificaties
• De prijs van het product
• De leverings-en betalingscondities

Slide 39 - Slide

5. Wat is het verschil tussen een standaardoffertes en zogenaamde afwijkende offerte (ook wel offerte op maat genaamd).
Bij standaardofferte zijn een groot aantal gegevens steeds hetzelfde en bij afwijkende
offerte (offerte op maat) niet.

Slide 40 - Slide

6. Wat is het nut van het gebruik van artikelnummers? (zie bestellijst voorbeeld 2).
Een artikelnummer:
• Is korter dan een omschrijving
• Kun je gemakkelijk sorteren en opzoeken
• Je kunt zien tot welke groep voorraad een artikel behoort

Slide 41 - Slide

7. Kijk eens naar de offerte die door Mike van Driel wordt aangevraagd. Motiveer od Mike hiermee wel of geen bestelling van artikelen doet. 
Het is nog geen bestelling, er wordt alleen naar informatie gevraagd.

Slide 42 - Slide

Einde les vraag:

Slide 43 - Slide