§ 3. Beenverbindingen

Wat betekent het woord 'verbinding'?
1 / 27
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat betekent het woord 'verbinding'?

Slide 1 - Open question

Lesdoelen
Na deze les:

- Ken je 4 verschillende beenverbindingen. 
- Weet je wat gewrichtssmeer is en waar het voor is.
- Ken je de 3 type gewrichten 
- Kan je verschillende onderdelen van een gewricht benoemen.

Slide 2 - Slide

Beenverbindingen 
Er zijn verschillende verbindingen. 
vergroeiing - naadverbinding - kraakbeenverbinding - gewricht

Slide 3 - Slide

Naadverbinding
Je schedelbeenderen zijn verbonden met een naadverbinding
De naden zijn kronkelig.

Bij een baby zitten de schedelbeenderen nog niet helemaal aan elkaar gegroeid.
Dit noemen we fontanel. 
Er is dan nog een beetje beweging tussen de schedelbeenderen mogelijk. 

Er is geen beweging mogelijk. 

Slide 4 - Slide

Kraakbeenverbinding
Wanneer twee botten met kraakbeen verbonden zijn, noemen we dit een kraakbeenverbinding.

De ribbenkast en ruggenwervel zijn hier voorbeelden van. 

Er is weinig beweging mogelijk

Slide 5 - Slide

Gewrichten
Gewrichten zijn ook een verbinding tussen 2 beenderen. 
Je hebt 3 soorten:
kogelgewricht
scharniergewricht
rolgewricht

Slide 6 - Slide

kogelgewricht
De kop van het bot beweegt in de kom van het andere bot. 
Voorbeelden:
schouder - heup  - pols

Er is veel beweging mogelijk. 

Slide 7 - Slide

Bouw van een kogelgewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Gewrichtskapsel
  3. Gewrichtssmeer
  4. Kapselbanden
  5. Kraakbeenlaagje

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Scharniergewricht
Een scharniergewricht kan botten alleen maar laten buigen of strekken. 
voorbeeld: knie, vingers

Er is veel beweging mogelijk. 

Slide 10 - Slide

Rolgewricht
een rolgewricht zorgt ervoor dat twee beenderen langs elkaar kunnen bewegen.
Voorbeeld: je onderarm (spaakbeen/ellepijp) 

Er is veel beweging mogelijk. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Gewrichtssmeer
Tussen de kraakbeenlaagjes zit gewrichtssmeer
Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat de beweging soepel verloopt. 
Gewrichtssmeer wordt afgegeven door het gewrichstkapsel

Slide 13 - Slide

Aan de slag met les 3

Slide 14 - Slide

Nr. 1. van afbeelding 1 is de gewrichtskogel
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 15 - Quiz

De ribben en het borstbeen zijn verbonden door gewrichten
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 16 - Quiz

Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 17 - Quiz

Welke beenverbindingen zijn beweeglijk
A
1, 2 en 3
B
1 en 2
C
2 en 3
D
1 en 3

Slide 18 - Quiz

noem de 4 beenverbindingen?

Slide 19 - Mind map

Wat is de functie van gewrichtssmeer?
A
Slijtage voorkomen
B
Splinteren voorkomen
C
Schok voorkomen
D
Soepeler laten bewegen

Slide 20 - Quiz

Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?
A
naden
B
vergroeid
C
kraakbeen
D
gewrichten

Slide 21 - Quiz

kogelgewricht zit in
A
onderarm en onderbeen
B
schouder en heup
C
opperarmbeen en ellepijp

Slide 22 - Quiz

naadverbinding is
A
een beetje beweeglijk
B
beweeglijk
C
niet beweeglijk

Slide 23 - Quiz

hoe zit je heup aan elkaar
A
naadverbinding
B
gewricht
C
vergroeid
D
kraakbeen

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je het bot dat met een kogel vast zit in de kom van de heup?
A
opperarmbeen
B
dijbeen
C
ellepijp
D
spaakbeen

Slide 25 - Quiz

Vertel in eigen woorden wat je deze les geleerd hebt.
Noem iets wat je nog niet wist.

Slide 26 - Open question

KGT: Opdracht 5 

Slide 27 - Slide