Ontdek nieuwe dierenwoorden

Ontdek nieuwe dierenwoorden
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek nieuwe dierenwoorden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je nieuwe dierenwoorden herkennen en begrijpen.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les en leg uit waar de les over gaat.
Wat weet je al over dieren?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Huisdieren
Hond, kat, vogel, vis, konijn, muis

Slide 4 - Slide

Laat afbeeldingen zien van deze huisdieren en vraag de studenten om ze te benoemen.
Boerderijdieren
Koe, varken, paard, schaap, geit, kip

Slide 5 - Slide

Laat afbeeldingen zien van deze boerderijdieren en vraag de studenten om ze te benoemen.
Wildedieren
Leeuw, tijger, olifant, giraffe, zebra, gorilla

Slide 6 - Slide

Laat afbeeldingen zien van deze wilde dieren en vraag de studenten om ze te benoemen.
Zeedieren
Walvis, haai, dolfijn, octopus, kwal, schildpad

Slide 7 - Slide

Laat afbeeldingen zien van deze zeedieren en vraag de studenten om ze te benoemen.
Insecten
Bij, vlinder, spin, mier, kever, vlieg

Slide 8 - Slide

Laat afbeeldingen zien van deze insecten en vraag de studenten om ze te benoemen.
Amfibieën
Kikker, pad, salamander, watersalamander, boomkikker

Slide 9 - Slide

Laat afbeeldingen zien van deze amfibieën en vraag de studenten om ze te benoemen.
Reptielen
Slang, krokodil, schildpad, hagedis, kameleon

Slide 10 - Slide

Laat afbeeldingen zien van deze reptielen en vraag de studenten om ze te benoemen.
Dierengeluiden
Waf waf, miauw, tok tok, bèèèh, oink oink, grrrr

Slide 11 - Slide

Laat afbeeldingen zien van de dieren en vraag de studenten om het juiste geluid erbij te maken.
Raad het dier
Ik ben groot en grijs en heb een lange slurf. Wie ben ik?

Slide 12 - Slide

Beschrijf een dier zonder het te noemen en laat de studenten raden welk dier het is.
Dierenspel
Verdeel de klas in teams en laat ze tegen elkaar spelen in een quiz over dieren.

Slide 13 - Slide

Gebruik deze slide als een interactief element, waarbij de studenten kunnen samenwerken en hun nieuwe kennis kunnen toepassen.
Dierenwoordzoeker
Geef de studenten een woordzoeker met de nieuwe dierenwoorden.

Slide 14 - Slide

Geef de studenten een woordzoeker om hun nieuwe woorden te oefenen en te versterken.
Herhaling
Herhaal de nieuwe dierenwoorden en vraag de studenten om ze te benoemen.

Slide 15 - Slide

Gebruik deze slide om de nieuwe woorden te herhalen en te zorgen dat de studenten ze onthouden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.