HACCP en voorraadbeheer

1 / 23
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Alle bedrijven en organisaties die werken met eten en drinken moeten zorgen dat hun eten en drinken veilig is. Dat staat in de wet. Bij het werken met eten en drinken kan iets fout gaan waardoor producten niet meer veilig zijn. Producten kunnen bijvoorbeeld door vieze handen besmet raken met ziekmakende bacteriën, of door een kapot glas kunnen stukjes glas in eten of drinken terechtkomen. Om dit te voorkomen, moeten alle bedrijven en organisaties die met eten en drinken werken een HACCP-plan hebben. Een hygiënecode is een vertaling van een HACCP-plan in praktische werkinstructies.
HACCP
Hazard = gevaren
Analyses = onderzoek naar gevaren
Critical Control Points = specifieke kritieke punten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

7 stappen van HACCP

  1. Bepaal alle mogelijke gevaren die zich in processen op het gebied van eten en drinken kunnen voordoen binnen de organisatie.
  2. Bepaal de CCP’s (kritieke punten).
  3. Stel per CCP een kritische grenswaarde vast. Bijvoorbeeld een bepaalde temperatuur.
  4. Stel vast hoe de CCP’s gecontroleerd worden.
  5. Stel vast wat moet gebeuren als tijdens controle blijkt dat de CCP niet aan de kritische grenswaarde voldoet.
  6. Controleer of het HACCP-plan goed werkt. Worden alle gevaren voorkomen, uitgeschakeld of verminderd tot een acceptabel niveau?
  7. Houd documentatie en registraties bij.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

HACCP staat voor...?
A
Hazard Analysis and Critical Control Points
B
Hazard and Critical Control Points
C
Hazard Analysis and Control Check Points
D
Hazard and Control Check Points

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

HACCP is een norm. Voor wat?
A
veilig omgaan met voedsel
B
veilig omgaan met schoonmaakmiddelen
C
veilig omgaan met geld
D
veilig omgaan met goederen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

HACCP is
A
bedrijfskledingprotocol
B
houdbaarheidsrichtlijn
C
handenwas protocol
D
hygiënecode

Slide 6 - Quiz

waar kan het fout gaan w.b. voedselbereiding:
houdbaarheidsdatum
temperatuur levensmiddleen
hygiëneregels (muts, handen wassen)
Voor wie geldt HACCP?
A
Restaurants
B
Alle bedrijven
C
Voor alle voedsel-verstrekkende bedrijven
D
Winkelbedrijven

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

NVWA
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De NVWA houdt toezicht op de veiligheid van eten en drinken in Nederland: 
Controleert of levensmiddelen-bedrijven zich houden aan de hygiëneregels. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hygiëne code
= een werkinstructie om te zorgen voor veilig eten en drinken

Bedrijven hebben een eigen hygiëne code:
  • Zorginstellingen
  • Horeca
  • Supermarkten
  • Slagers, etc.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

HACCP in beeld

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Link

Diverse hygiënecodes voor verschillende bedrijven.
Sleep de goede antwoorden bij de begrippen. 
Handen wassen, haren vast, sieraden af. 
rechte rug, door de knieen, niet te lang hetzelfde doen. 
Platte en dichte schoenen. Blusser in de buurt. 
Veiligheid 
Hygiëne 
Ergonomisch werken

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

hygiene 
bacterien 
schimmel 
schoon en netjes
witte of groene draadjes 
kleine beestjes die het eten bederven

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Wat is kruisbesmetting?
A
Besmetting van het ene product op het andere
B
Een vieze snijplank gebruiken
C
Een vies mes gebruiken
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Kruisbesmetting ontstaat als je:
A
De juiste snijplanken gebruikt.
B
De handen wast.
C
Groente snijdt op een plank waar rauwe kip op heeft gelegen.
D
Schone bedrijfskleding aan hebt.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

38. Vul het ontbrekende woord in.

.....................ontstaat wanneer je voedsel eet wat besmet is met bacteriën die giftige stoffen hebben uitgescheiden.

A
Voedselbederf
B
Voedselinfectie
C
Voedselvergiftiging

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Voedselbederf wordt veroorzaakt door………….
A
De hoeveelheid conserveringsmiddelen
B
De hoeveelheid E-nummers
C
De hoeveelheid micro-organismen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bewaren van voedsel

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Op welke temperatuur moet de koelkast staan?
A
2 graden
B
4 graden
C
8 graden
D
0 graden

Slide 19 - Quiz

Eten is langer houdbaar als je koelkast op 4 °C staat. Bacteriën groeien dan minder snel. 
THT

Tenminste Houdbaar Tot

- Lang houdbare producten
-Advies
- Ruikt goed? Ziet er goed uit? Smaakt goed? Dan kan je het nog gewoon eten/drinken.
TGT

Te Gebruiken Tot

- Bederfelijke producten
- Na de datum niet meer eten/drinken. 
Dat kan alleen als je invriest.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bewaarwijzer

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions


T.H.T.

(sleep de producten met een THT datum naar dit vak)

T.G.T.

(sleep de producten met een THT datum naar dit vak)

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions