Les 1: Prehistorie en Oudheid

Voorbereiding toelatingstoets geschiedenis 

1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisHBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Voorbereiding toelatingstoets geschiedenis 

Slide 1 - Slide

Programma 

Les 1 (8/5)  : jagers en boeren (prehistorie)
                      Grieken en Romeinen (Oudheid)

Les 2 (22/5): monniken en ridders (Middeleeuwen)
                      steden en staten (Middeleeuwen)
                      ontdekkers en hervormers (Nieuwe Tijd)

Slide 2 - Slide

Programma 

Les 3 (12/6):  regenten en vorsten (Nieuwe Tijd, 1500-1800)
                       pruiken en revoluties (Nieuwe Tijd)
                       burgers en stoommachines (Nieuwste Tijd)      

Les 4 (26/6) : wereldoorlogen en Holocaust (Nieuwste Tijd)
                       televisie en computer (Nieuwste Tijd)
              

Slide 3 - Slide

Overzicht van de 10 tijdvakken

Slide 4 - Slide

Les 1: Prehistorie en Oudheid

Slide 5 - Slide

Belangrijke jaartallen Lage Landen
12000-8000 v.C.rendierjagers
8000 v.C. einde laatste ijstijd
8500-5000 v.C. bosjagers

5300 v.C. eerste boeren (Bandkeramiekcultuur)
3400-2500 v.C. hunebedbouwers (Trechterbekercultuur)
2100 v.C. einde steentijd 
2100-700 v.C. gebruik brons 
700-50 v.C. gebruik ijzer
50 v.C. Romeinen veroveren Gallië

Slide 6 - Slide

Leerdoel: 

je kunt uitleggen waarom jagers en verzamelaars nomaden waren

Slide 7 - Slide

Het leven van jagers-verzamelaars
-De eerste mensen
-Een nomadisch bestaan
*jagers-verzamelaars
*kleine groepen
*kleine sociale verschillen
*overblijfselen
-Prehistorie

Slide 8 - Slide

Het leven van jagers-verzamelaars

Slide 9 - Slide

De Agrarische Revolutie
Leerdoel:

Je kunt veranderingen toelichten die het gevolg waren van de Agrarische Revolutie


Slide 10 - Slide

De Agrarische Revolutie
Midden-Oosten rond
7000v.C (akkerbouw/
veeteelt)





Slide 11 - Slide

De Agrarische Revolutie
Agrarische revolutie:
1. Boeren gingen natuur naar hun hand zetten → wonen op vaste plaats
2. Bevolking nam toe, omdat er meer voedsel beschikbaar was
3. Sommige mensen worden vrijgesteld van werken op het land en specialiseren (ontwikkelen nieuwe technieken)
4. Samenleving wordt gelaagd en complex → hiërarchie met koningen, priesters, soldaten, boeren en slaven

Slide 12 - Slide

Boeren in de Lage Landen
In de lage landen: 5300
(Bandkeramiekers, Zuid-
Limburg)

Hunebedbouwers (Trechter-
bekercultuur)                            

Slide 13 - Slide

De eerste steden
-Mesopotamië 3300v.C.
-vruchtbare grond (Eufraat)
-arbeidsverdeling en 
 hiërarchie

https://www.youtube.com/watch?v=cT6my2CSsRA
https://www.youtube.com/watch?v=XyPKb2ZDcC0

Slide 14 - Slide

Ontwikkeling van het schrift (rond 3000vC.)
-Soemerische uitvinding
-rebussen
-spijkerschrift (einde
prehistorie)
-Hiërogliefen
-rond 2600 opkomst 
literatuur

Slide 15 - Slide

Ontwikkeling van het schrift
-Feniciërs (2000v.C.)
-Nederland 50 v.C)

Slide 16 - Slide

Stadsstaten
Steden gingen omringend
platteland overheersen. 
Stadsstaten ontstaan.

Slide 17 - Slide

Tijd van Grieken en Romeinen

3000 v.C.-500 n.C.

Slide 18 - Slide

Belangrijke jaartallen
776 v.C. eerste Olympische spelen
800-300 v.C. Griekse cultuur
500 v.C.-476 n.C. Romeinse Rijk
58 v.C. Romeinen komen naar de Lage Landen
47 v.C. de Rijn wordt rijksgrens
27 v.C. Augustus wordt de eerste Romeinse keizer
1 n.C. geboorte van Jezus Christus; begin van de westerse jaartelling
69-70 Bataafse opstand
313 Constantijn de Grote geeft christenen in het Romeinse Rijk godsdienstvrijheid
380 Christendom in het Romeinse Rijk enige toegestane godsdienst
400 Romeinen verlaten de Lage Landen
476 einde West-Romeinse Rijk
400-500 grote volksverhuizingen
1453 einde Oost-Romeinse Rijk

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
Leerdoelen:
-Je kunt de Griekse-Romeinse cultuur herkennen en beschrijven


-Je kunt voorbeelden van de invloed van de Grieks-Romeinse cultuur op de Germaanse cultuur herkennen en beschrijven


-Je kunt de ontwikkeling van het christendom in het Romeinse Rijk beschrijven

Slide 20 - Slide

De Griekse wereld
Griekenland geen staat met
koning en centraal bestuur,
maar ruim 200 stadstaten
(poleis).


Slide 21 - Slide

De Griekse wereld
Elke polis had eigen
wetten en bestuur.

Vaak oorlog met elkaar maar 
ook veel gemeenschappelijk:

Slide 22 - Slide

Grieks-Romeinse cultuur

Slide 23 - Slide

Grieks-Romeinse cultuur

Slide 24 - Slide

Verschillende bestuursvormen
Aristocratie
Tirannie
Monarchie
Democratie (Athene)


Slide 25 - Slide

Atheense democatie
dèmos kratos

vrouwen, slaven, niet-
atheners uitgesloten

directe democratie



Slide 26 - Slide


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)

Slide 27 - Slide

De Romeinse Republiek 

  • De naam republiek komt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak, in het Latijn.

  • Op papier is de republiek een democratie...

  • ...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht. Dit heet: aristocratie

Slide 28 - Slide

Het Romeinse Rijk groeit

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.

  • Diplomatie en oorlogvoering

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 29 - Slide

Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.


  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen. Uiteindelijk verjoeg Caesar al zijn tegenstanders en werd eerste consul.

Slide 30 - Slide


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden.
  • Hij wordt in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 31 - Slide


Octavianus neemt wraak
44 v. Chr.



  • De geadopteerde zoon van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
  • Hij schakelt de daders en andere tegenstanders één voor één uit.
  • Ook zijn vroegere medestander, Marcus Antonius, en diens geliefde: Cleopatra

Slide 32 - Slide


Keizer Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan hij. De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt Octavianus hiervoor door hem de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer van het Romeinse Rijk.

Slide 33 - Slide


Het Romeinse Keizerrijk
(27 v. Chr. -  476 n. Chr.)

  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
  • Ongeveer 80 keizers hebben dan geregeerd.

Slide 34 - Slide

Het Romeinse Rijk
753-509 v.C: koninkrijk 
509 - 27 v.C: republiek (volksvergadering en senaat
27 v.C- 476: keizerrijk (keizer en senaat)


Slide 35 - Slide

Klassieke cultuur
Overname Griekse vormentaal,
filosofie en wetenschap

Slide 36 - Slide

Romeinen in ons land
in 50v.C wordt Gallië 
(o.a. Frankrijk, België en een deel
van Nederland) door Romeinen
(Julius Caesar) veroverd.


Slide 37 - Slide

Romeinen in ons land (tot de Limes)
Bestuurlijk: dezelfde wetten
economisch: veilig handelen
sociaal/cultureel: inwoners (o.a. Bataven)
zijn deel van Romeinse Rijk.

Er ontstaat in deze gebieden een agrarisch-stedelijke cultuur.





Slide 38 - Slide

Romanisering in ons land
Er vindt romanisatie plaats,
d.w.z. kennismaking met het
geloof (polytheïsme), schrift (Latijn), glaswerk en 
geld van de Romeinen.

Rond 50v.C. introductie schrift:
einde prehistorie

Slide 39 - Slide

Ontstaan en ontwikkeling christendom
Jezus wordt rond het jaar 33 gekruisigd door de Romeinen. Daarna verspreiding door het Romeinse Rijk.

Tot 313 christenvervolging vanwege
 het monotheïsme van de christenen.

In 313 bepaalt keizer Constantijn dat christendom toegestaan wordt.
Aan het einde van de 4e eeuw wordt het christendom staatsgodsdienst.

Slide 40 - Slide