A1 WI start TC 3.4 en 3.6

Lesdoelen. Na de les van vandaag:

Kunnen jullie vertellen hoe je huis eruit ziet.
Kennen jullie werkwoorden met een lange klank en hebben jullie daarmee geoefend.
Kunnen jullie kleuren benoemen

1 / 18

Slide 1: Slide

NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Lesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Lesdoelen. Na de les van vandaag:

Kunnen jullie vertellen hoe je huis eruit ziet.
Kennen jullie werkwoorden met een lange klank en hebben jullie daarmee geoefend.
Kunnen jullie kleuren benoemen

Slide 1 - Slide

PRAAT SAMEN

- Waar staat de bank in je huis? De bank staat in....

- Waar staat de tafel?

- Waar staat de televisie?

- Hoeveel kasten heb je?

- Hoeveel stoelen heb je?

- Welke meubels staan in je slaapkamer?

- Heb je een bad?

- Hoeveel lampen heb je in je woonkamer?

Slide 2 - Slide

3.6 Ik woon, wij wonen - ik spreek wij spreken

Opdracht

Slide 3 - Slide

Heeft het hele werkwoord een lange klank?

De ik-vorm krijgt twee klinkers

wonen won ik woon

spreken sprek ik spreek

maken mak ik maak

leren ler ik leer

Slide 4 - Slide

goed of fout?

Maak het

goed

Slide 5 - Slide

Vul de goede vorm van het werkwoord in!

- maken

- leren

- wonen

- spreken

Slide 6 - Slide

welke kleur is dit?

GROEN

Slide 7 - Slide

Welke kleur is dit?

ROOD

Slide 8 - Slide

Welke kleur is dit?

ORANJE

Slide 9 - Slide

Welke kleur is dit?

GEEL

Slide 10 - Slide

Welke kleur is dit?

BLAUW

Slide 11 - Slide

Welke kleur is dit?

BRUIN

Slide 12 - Slide

Welke kleur is dit?

PAARS

Slide 13 - Slide

Welke kleur is dit?

GRIJS

Slide 14 - Slide

Welke kleur is dit?

ROZE

Slide 15 - Slide

Welke kleur is dit?

Slide 16 - Slide

Welke kleur is dit?

ZWART

Slide 17 - Slide

- Welke kleur is de bank?

- Welke kleur is het bord?

- Welke kleur zijn de stoelen?

- Welke kleur is de muur?

-Welke kleur is de lamp?

- Wat is rood?

- Wat is bruin?

- Wat is grijs?

- Wat is geel?

- Wat is paars?

Slide 18 - Slide