1. Leg uit welk verband er was tussen hogere landbouwopbrengsten en het ontstaan van stedelijke beschavingen.
2. Beschrijf wat de Romeinen bedoelden met "republiek".
3. Noem twee verschillen tussen de islam en de beide andere monotheistische godsdiensten.
4. Leg uit hoe de opkomst van steden en een stedelijke burgerij op verschillende manieren bijdroeg aan centralisatie en het begin van staten.
5. Beschrijf waarin het mensbeeld van de Renaissance verschilde van het mensbeeld van de Middeleeuwen.
6. Leg het verband uit tussen de Europese ontdekkingsreizen en de opkomst van het handelskapitalisme.
7. Beschrijf hoe de Verlichting kon leiden tot democratische revoluties.