This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
uit het boek sociale zekerheid
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de crisis van de jaren 30 had voor de armenzorg
Slide 3 - Slide
In de vorige les
--> Beurskrach --> 1929 (aandelen minder waard, werkeloosheid, bedrijven failliet, Sloeg over aan Europa
--> Werkeloosheid NL --> Beperkte groep (steunuitkering), werkverschaffingsprojecten (afsluitdijk)
Slide 4 - Slide
Hulp aan werkelozen
Werklozen kregen nauwelijks steun van de overheid.
Alleen werkloze mannen (21-60 jaar) kregen een steunuitkering. Soms was er een werkloosheidsverzekering (60 dagen)
Slide 5 - Slide
Hulp aan werkelozen
• Hiervoor moesten ze twee keer per dag stempelen.
De overheid probeerde werkelozen aan het werk te helpen in werkverschaffingsprojecten, zoals het aanleggen van kanalen en dijken.
Het bekendste werkverschaffingsproject is de aanleg van de afsluitdijk (1932).
Slide 6 - Slide
De werkomstandigheden bij de werkverschaffingsprojecten waren slecht. Geef hiervan twee voorbeelden
Slide 7 - Open question
Lees het verhaal van Abel Zijlstra uit de bron. Uit welke zin blijkt dat de crisis iedereen trof?
Slide 8 - Open question
Ook bij het Armenbestuur werd streng gecontroleerd of mensen het geld wel echt nodig hadden. Noem twee voorbeelden uit de bron waaruit dat blijkt.
Slide 9 - Open question
Aanpassingspolitiek
De overheid vond dat de crisis moest ‘worden uitgeziekt’.
Er waren minder inkomsten, dus kon er ook minder worden uitgegeven.
Dit heet de aanpassingspolitiek: Nederland moest zich aanpassen aan de crisis.
Slide 10 - Slide
Aanpassingspolitiek
Zo werd er bezuinigd en gingen lonen en uitkeringen omlaag.
De overheid hoopte dat hierdoor de Nederlandse producten goedkoper zouden worden, wat goed zou zijn voor de export.
Het werkte slecht: Nederland bleef achter doordat de overheid de waarde van de munt niet verlaagde (andere landen deden dit wel).
Slide 11 - Slide
Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...
Slide 12 - Slide
...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!
'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.
Toch is er berusting bij de meeste Nederlanders. Hoewel niet altijd...
Slide 13 - Slide
Veranderende opvattingen
Steeds meer mensen vonden dat het de taak van de overheid was om ervoor te zorgen dat er werk kwam.
Een van deze groepen waren de sociaaldemocraten (SDAP).
Zij kwamen met het Plan van de Arbeid.
Hierin stond dat de overheid juist geld moest uitgeven om de werkloosheid te bestrijden.
Er waren ook partijen die vonden dat de democratie moest worden afgeschaft om de crisis te bestrijden, zoals in Duitsland door Hitler was gedaan.
In Nederland wilde de NSB dat ook.
Slide 14 - Slide
Welke politicus van de crisisjaren zie je hier afgebeeld?
A
Albert Hahn
B
Hendrik Colijn
C
Johan Thorbecke
D
Samuel van Houten
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste woorden
In 1934 brak er een opstand uit in de ______________ wijk de ______________. Mensen waren boos over de verlaging van de ______________. Uiteindelijk moest ______________ de rellen beëindigen. De rellen kostten aan vijf mensen het leven, maar de verlaging van de ______________ bleef. Eén ding veranderde er wel: de straten in de Jordaan werden geasfalteerd, zodat bij een nieuwe opstand de relschoppers niet meer met ______________ naar de politie zouden kunnen gooien.
Amsterdamse
Rotterdamse
Jordaan
Blaak
Steunuitkering
het leger
de politie
uitkering
straatstenen
lantarenpalen
Slide 16 - Drag question
Zijn de volgende onderdelen een oorzaak of gevolg van de economische crisis in Nederland?
Gevolg
Oorzaak
Economische crisis in Amerika
werkverschaffing
Steunverlening
Minder export van producten
Aanpassingspolitiek
Banken in Amerika gaan failliet
Slide 17 - Drag question
Wat hoort bij elkaar?
bezuinigen op uitkeringen en lonen
geld uitgeven om mensen aan werk te helpen
1935
Colijn
1934
Socialisten
Dit plan ging door
Dit plan is nooit doorgegaan
Plan van de Arbeid
Aanpassingspolitiek
Slide 18 - Drag question
Twee herinneringen uit de crisisjaren
Herinnering a: van een man die tijdens de crisisjaren werkloos was:
Werklozen werden niet aan hun lot overgelaten: je had steun, er werden concerten en filmvoorstellingen gegeven, speciaal voor werklozen. Alles gratis! Je kwam in aanmerking voor een pakje margarine van 9 cent en soms voor een vis van 10 cent.
Herinnering b: van iemand die de crisisjaren heeft meegemaakt:
Om het gezin van het dagelijks brood te kunnen voorzien, werkten veel vrouwen er zwart bij. Dat was vaak de enige mogelijkheid om aan ondervoeding te ontkomen. De controleurs van de regering hielden je wel scherp in de gaten! Betrapt worden betekende vaak het intrekken van de steun!
Vier meningen:
Werklozen kregen te weinig geld om rond te komen.
Voor werklozen werd niets gedaan.
Werklozen kregen ruim voldoende geld om rond te komen.