Lezen H3, vwo2

Lezen H3
Tekstverbanden en signaalwoorden
- doel-middelverband
- samenvattend verband
- voorwaardelijk verband
- toegevend verband 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen H3
Tekstverbanden en signaalwoorden
- doel-middelverband
- samenvattend verband
- voorwaardelijk verband
- toegevend verband 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na de les kun je: 
- doel-middelverband, samenvattend verband, voorwaardelijk verband en toegevend verband herkennen in een tekst
- de bijbehorende signaalwoorden herkennen 

Slide 2 - Slide

Deze ken je al
chronologisch
opsommend
tegenstellend
toelichtend
concluderend
redengevend
oorzakelijk
vergelijkend

Slide 3 - Slide

Tekstverbanden
In dit hoofdstuk leer je over de volgende tekstverbanden: 
- doel-middelverband
- samenvattend verband
- voorwaardelijk verband
- toegevend verband

Slide 4 - Slide

Doel-middelverband
Een doel-middelverband geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
aan de hand van, zodat, om te, door middel van, met, met behulp van, middels, opdat 

Slide 5 - Slide

Samenvattend verband
Bij een samenvattend verband geeft de auteur een verkorte weergave van de informatie uit de tekst. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al 

Slide 6 - Slide

Voorwaardelijk verband
Een voorwaardelijk verband maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt. 

bijbehorende signaalwoorden: 
als...dan, indien, tenzij, mits 

Slide 7 - Slide

Toegevend verband
Bij een toegevend verband wordt een andere kant van de zaak gegeven. De toegeving kan ook achteraan staan. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
ook al, zij het (dat), weliswaar, (al)hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin 

Slide 8 - Slide

Kortom, als je totaal buiten adem raakt moet je even een seintje geven. De coopertest kan best pittig zijn voor de eerste keer.
A
Voorwaardelijk verband
B
Doel-middel verband
C
Toegevend verband
D
Samenvattend verband

Slide 9 - Quiz

Ik trok de hele dag met de kinderen op, hoewel ik eigenlijk doodmoe was.
A
Samenvattend verband
B
Voorwaardelijk verband
C
Toegevend verband
D
Doel-middel verband

Slide 10 - Quiz

Je zou deze snoepjes kunnen gebruiken om de hond te trainen.
A
Doel-middel verband
B
Samenvattend verband
C
Toegevend verband
D
Voorwaardelijk verband

Slide 11 - Quiz

Als ik dit jaar overga, dan mag ik met een jeugdreis mee naar Spanje en Portugal.
A
Doel-middel verband
B
Toegevend verband
C
Samenvattend verband
D
Voorwaardelijk verband

Slide 12 - Quiz

Opdracht
Ga verder met opdracht 2 uit je boek op bladzijde 74 en 75.
Maken:
vraag 2, 4, 5, 6, 8, 10, 11

Slide 13 - Slide