Cognitie: Attributie DEEL 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 6

Wat doet dit nummer met je? Typ dat wat je op dit moment voelt, denkt...

3. ATTRIBUTIETHEORIE

Bijlage 14 Attributie in actie 

EXPERIMENT OPRUIMEN

• Lees het experiment over "opruimen". 
• Vul de bijhorende vragen in.

Wat deed de directie om ervoor te zorgen dat de klas netjes zou zijn?

1. Een preek geven.
2. Belonen wanneer het netjes was.
3. Zeggen dat ze nette leerlingen zijn die zorgen voor de klas.
4. Strafstudie geven als het niet in orde was.

Welke andere methode hadden de onderzoekers nog geprobeerd om de leerlingen aan te sporen om de klas net te houden? (exact woord in de tekst)

Had deze overtuigingsbehandeling effect?
Duim omhoog = JA
Duim omlaag = NEE

Ze kenden zichzelf externe attributies toe: 

Ik doe dat omdat de leerkracht, directie dit opleggen. 

Hoe kan men verklaren dat de kinderen hun gedrag aanpasten en de klas zelf ordelijk gingen houden?

Ze kenden zichzelf interne attributies toe:

Ik doe dit omdat ik zelf een van netheid hou.  

Bijlage 14 Attributie in actie 

EXPERIMENT ZELFVERTROUWEN EN REKENPRESTATIES

• Lees het experiment over "Zelfvertrouwen en rekenprestaties". 
• Vul de bijhorende vragen in.

Neem een foto waarin je laat blijken hoe jij het op dit moment voor jou gezellig maakt.

Welke vorm van training werd er NIET gebruikt om de rekenprestaties en het zelfvertrouwen te beïnvloeden

1. Attributietraining
2. Assertiviteitstraining
3. Bekrachtigingstraining
4. Overtuigingstraining

Welke training heeft het meest positieve effectief op de rekenprestaties van de leerlingen?

1. Overtuigingstraining
2. Assertiviteitstraining
3. Bekrachtigingstraining
4. Attributietraining

Welke training heeft het meest positieve effectief op het zelfvertrouwen van de leerlingen?

1. Attributietraining
2. Assertiviteitstraining
3. Bekrachtigingstraining
4. Overtuigingstraining

Welke overtuiging/interne attributie heb jij die jou soms belemmert?

Welke overtuiging/interne attributie zou jij eigen willen maken?

3.2.1  Problemen met externe attributies

Interne attributies vb. “Opruimen omdat ik van orde hou.”

• attitudes worden beïnvloed
  
• denken wordt beïnvloed
  
• mensen worden “dat soort” persoon
  
• het gewenste gedrag volgt automatisch
  

 

3.2.1  Problemen met externe attributies

Externe attributies : vb. “opruimen omdat het moet van de juf”

• Enkel opruimen wanneer “de juf er is”
  
• Gevaar= gedrag van mensen enkel beheerst door een externe kracht (NIET DOOR HENZELF!)
  
• Externe kracht = vb. beloningen en straffen
  
• ontwikkelen geen intern gemotiveerde gewoonte om gewenst gedrag te vertonen.
  
• Kunnen bestaande interne attributies ondermijnen

 

3.2.1  Problemen met externe attributies

MAAR: 

• Externe attributies niet altijd slecht!
  
• werken wel wanneer ontvangers geloven dat ze de externe factor (beloning) “verdiend” hebben om interne redenen.
• Kunnen bestaande interne attributies ondermijnen

 

Bijlage 15: Problemen met externe attributie

• Lees de tekst over problemen met externe attributies
• Vul de bijhorende vragen in.

Wat gebeurde er met de kinderen die een externe beloning kregen voor hun tekengedrag met stiften?

1. Ze speelden veel meer met stiften.
2. Ze speelden evenveel met stiften.
3. Ze speelden minder met de stiften.
4. Ze stopten met spelen met de stiften.

Hoe zou je door middel van attributietraining ervoor kunnen zorgen dat je leerkrachten vriendelijk en goed gezind zijn?

Maak aan de hand van een foto duidelijk hoe je op dit moment het examen van SoWe ziet zitten.

IS VOLGENDE VERKLARING INTERN OF EXTERN? 

INTERN

"Ik kan niet naar school, want de bussen staken"

EXTERN

Prettige gebeurtenissen

Vervelende gebeurtenissen

INTERN

EXTERN

IS VOLGENDE VERKLARING STABIEL OF ONSTABIEL? 

ONSTABIEL

"Ik heb altijd al een tekentalent gehad."

"Mijn oudere zus heeft me deze keer geholpen met mijn ontwerp. Zij studeert grafische. Daardoor had ik een A".

STABIEL

IS VOLGENDE VERKLARING GLOBAAL OF SPECIFIEK? 

GLOBAAL

"Ik vind geen lief omdat ik over het algemeen heel verlegen ben."

"Ik ben heel sociaal, maar een lief vinden lukt me niet."

SPECIFIEK

MAAK PASSENDE COMBINATIES

INTERN/ONCONTROLEERBAAR

"Ik besef dat ik totaal niet pas bij haar."

"Ik voel me de laatste tijd gewoon niet meer op mijn gemak bij haar en weet niet hoe het komt."

"Ik weet dat hij in vorige relaties ook vreemdging."

INTERN/CONTROLEERBAAR

EXTERN/CONTROLEERBAAR