C. Salzen

Leerdoel 1

Je kunt een thema van het Jeugdjournaal volgen
....
Eerst kijken: 02:08
 fragen volgen na het journaal
....
1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoel 1

Je kunt een thema van het Jeugdjournaal volgen
....
Eerst kijken: 02:08
 fragen volgen na het journaal
....

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

QR-codes zijn praktisch,
maar er is ook een probleem.
Leg uit wat dat is ....

Slide 3 - Open question

Wat ben je te weten gekomen
over het 'Christliche Fasten'?
Wat vasten de geïnterviewden?

Slide 4 - Mind map

Waar in Hamburg
zingt het beginnerskoor?
In een ...
A
school.
B
gemeentehuis.
C
winkelcentrum.
D
museum.

Slide 5 - Quiz

Wat was het
droomberoep
van de presentator?
A
zanger
B
leraar
C
politieagent
D
profvoetballer

Slide 6 - Quiz

Op de basisschool in Engeland
kun je een paar keer per jaar
beroepen uitproberen.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Was ist dein Traumberuf?

Slide 8 - Mind map

Heb je een bijbaantje? Indien ja, wat doe je en hoeveel verdien je per uur?

Slide 9 - Open question


Werkwoorden!

Wat weet 
je  nog ?

Slide 10 - Slide

Werkwoorden, waarom zijn ze zo belangrijk?

Slide 11 - Mind map

Werkwoorden
* BASIS van iedere zin  

                      >>>>    spreken    &    schrijven

Slide 12 - Slide

Hoe vorm je de stam van een werkwoord?

Slide 13 - Mind map

Hoe vorm je de stam van een werkwoord?


 * hele werkwoord - en:
                              wohnen
                                spielen
                                  essen

Slide 14 - Slide

KENMERK van regelmatige ZWAKKE werkwoorden?

Slide 15 - Mind map

Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en

Slide 18 - Drag question

Lübecker Marzipan (kommen) aus Deutschland.
A
komme
B
kommst
C
kommt
D
kommen

Slide 19 - Quiz

Ich (wohnen) in Schagen und ich (heißen) Fritz.
A
wohnst - heißst
B
wohne - heiße
C
wohnt - heiße
D
wohn - heiß

Slide 20 - Quiz

(Haben) ihr Hausaufgaben?
A
Habt
B
Habst
C
Habe
D
Hat

Slide 21 - Quiz

Hoe vorm je het voltooid deelwoord van de regelmatige zwakke werkwoorden?

Slide 22 - Mind map

Voltooid deelwoord Zw. WW:
Hulpwerkwoord haben of sein  ....  gestam + t

Voorbeelden:
Ich habe Gitarre gespielt.
Ich bin gestern nach Amsterdam gereist.

Slide 23 - Slide

Ich (haben) mein Haus (schmücken).
(versieren)
A
habe - geschmückst
B
hat - geschmückt
C
habe - geschmückt
D
habt - schmückt

Slide 24 - Quiz

Mein Bruder (haben) Fußball (spielen).
A
hast - gespielet
B
habe - gespield
C
habt - gespielt
D
hat - gespielt

Slide 25 - Quiz

(Haben) du in der Disko (tanzen)
A
Hat - getanzst
B
Hast - getanzt
C
Habt - getanzd
D
Habe - getanzt

Slide 26 - Quiz

Deze vind je in de woordenlijst: ....

Slide 27 - Slide

7. Grammatik                Seite 90
We kijken naar de uitlegvideo: 
Werkwoorden met stam op -s, - ss, -z & ß

Kijkvraag:
Wat is anders?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Seite 90

Slide 30 - Slide

(Tanzen) du gerne?

A
Tanzt
B
Tanzst
C
Tanze
D
Tanzen

Slide 31 - Quiz

Wie (heißen) du?

A
heißst
B
heiße
C
heißen
D
heißt

Slide 32 - Quiz


Meine Mutter (salzen) die Pommes zu sehr!
A
salzst
B
salzt
C
salze
D
salzen

Slide 33 - Quiz

Wo (sitzen) du immer im Klassenzimmer? Neben Anna.
A
sitzst
B
sitze
C
sitzt
D
sitzen

Slide 34 - Quiz

Hallo Peter, (schwänzen) du oft?
Nein, ich schwänze nie!
A
schwänzst
B
schwänze
C
schwänzt
D
schwänzen

Slide 35 - Quiz

Zet bij je notities op  pagina 117: ...

Slide 36 - Slide

Jetzt du!
Huiswerk ...
Maak in je boek:
           * Oefening 13, 14 & 15 
           * op pagina 90  -  91
Leren: 
            * Werkwoorden met 
                stam op -s, -ss, -z, -ß

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide