3. Stunde: sich vorstellen & Fragewörter

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Hallo! Guten Tag!

Lernziel:

Am Ende der Stunde:

- kann ich mich mit jemandem unterhalten.

- kenne ich einige deutsche Fragewörter.

Hausaufgabe

Wiederholung:

Übersetze!

Wie heißt du?

1. Hoe heet u?
2. Hoe heet jij?
3. Waar woon je?
4. Hoe oud ben je?

Wo wohnst du?

1. Waar woon jij?
2. Waar woont u?
3. Hoe heet jij?
4. Hoe heet u?

"Hoe oud ben je?" in het Duits?

"Ik woon in Hamburg." in het Duits?

Bekijk het volgende filmpje

Conny vertelt iets over haar zelf: wat hoor je allemaal?

Waar woont Conny?

Wat zegt Conny over haar leeftijd?

Welke hobby's heeft ze?

Nochmal!

Heb je verder nog iets kunnen verstaan?

Fragewörter

Welke vraagwoorden in het Nederlands ken jij?

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'was' in het Nederlands?

1. wat
2. wie
3. hoe
4. waar

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie (dt.) ' in het Nederlands?

1. wie
2. hoe
3. waar
4. wanneer

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wie (nl)' in het Duits?

1. wer
2. wohin
3. woher
4. wann

Vraagwoorden
Wat betekent het vraagwoord 'wohin' in het Duits?

1. waarvandaan
2. waar
3. wanneer
4. waarheen

Gut gemacht! 

Lernziel:

Am Ende der Stunde:

- kann ich mich mit jemandem unterhalten.

- kenne ich einige deutsche Fragewörter.

Lernziel erreicht?

1. Ja!
2. Größtenteils.
3. Nicht komplett.
4. Nein. Ich brauche Hilfe!

Hausaufgabe:

- Wiederholung Plauderecke (Seite 42)

- Wiederholung Fragewörter (Seite 43)

- Vokabeln A und B (Seite 38)