Aan het einde van deze les kennen jullie deze voornaamwoorden en kunnen jullie deze voornaamwoorden aanwijzen in een zin:
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord vragend voornaamwoord
Slide 3 - Slide
Persoonlijk
voornaamwoord
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, dier of ding:
Wij gaan een weekendje weg.
Onze kat slaapt overdag, omdat hij 's nachts buiten rondloopt.
Ik heb je bericht ontvangen, maar ik heb het nog niet gelezen.
Slide 4 - Slide
Wat zijn de pers. vnw.? Jullie moeten hem deze vraag stellen.
Slide 5 - Open question
Wat zijn de pers. vnw.? Wij brengen hun ieder jaar een kerstcadeautje.
Slide 6 - Open question
Aanwijzend
Bekijk de zin: Deze rugzak vind ik veel handiger dan dat koffertje.
In deze zin zijn Deze en dat aanwijzende voornaamwoorden. Een aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) wijst meestal een mens, een dier of een ding aan: deze jongen, dat varken, die jurk. Dit zijn de aanwijzende voornaamwoorden: