3mavo H5: herh H5 imparfait/pc + bijvoeglijknw + voca ABEFG

Welkom
Herhaling 
  • Passé composé + Imparfait
  • Bijvoeglijknaam woord
  • Vocabulaire ABEFG
1 / 52
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
Herhaling 
  • Passé composé + Imparfait
  • Bijvoeglijknaam woord
  • Vocabulaire ABEFG

Slide 1 - Slide

Passé composé + Imparfait

Slide 2 - Slide

Passé composé
  • Ik heb gegeten
  • Zij zijn gearriveerd
  • onderwerp + hulpww + voltooid deelwoord

Slide 3 - Slide

Passé composé ~hulpwerkwoord
Wanneer hebben (avoir) of zijn (être)?
  • in het Nederland --> hebben --> AVOIR
  • in het Nederlands --> zijn --> ÊTRE

LET OP uitzondering = être!
  • j'ai été = letterlijk ik heb geweest 
  • Vertaling = ik ben geweest

Slide 4 - Slide

Passé composé ~voltooid deelwoord
Regelmatige werkwoorden
  • ww-er --> Stam +é
  • ww-ir --> Stam + i

onregelmatige werkwoorden: leren, zie ww-boekje
  • être --> été
  • avoir --> eu,...

Slide 5 - Slide

Passé composé ~voltooid deelwoord
Let op: hww = être, kan het VD veranderen!
  • VD + e/s/es
  • kijk hiervoor naar het onderwerp!
  • Il est arrivé
  • elle est arrivée
  • elles sont arrivées

Slide 6 - Slide

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
je/ j'... dansé
A
avoir
B
être

Slide 7 - Quiz

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
nous ... montés
A
avoir
B
être

Slide 8 - Quiz

Welk hulpwerkwoord gebruik je?
Elle ... chanté
A
avoir
B
être

Slide 9 - Quiz

Komt er iets achter het V.D:
j'ai parlé...
A
nee
B
ja, e
C
ja, s
D
ja es

Slide 10 - Quiz

Komt er iets achter het V.D:
ils sont parti...
A
nee
B
ja, e
C
ja, s
D
ja es

Slide 11 - Quiz

Komt er iets achter het V.D:
elle est arrivé...
A
nee
B
ja, e
C
ja, s
D
ja es

Slide 12 - Quiz

L'imparfait

onvoltooid verleden tijd

- Hoe iets was
- Gewoonte van vroeger

Slide 13 - Slide

L'imparfait

Stappenplan: 
  1. nous-vorm
  2. - ons
  3. uitgang: je+ ais, tu+ ais, il/elle/on+ ait, nous+ ions, vous+ iez, ils/elle+ aient

Slide 14 - Slide

L'imparfait

Let op: être = zijn
Stappenplan: 
  1. nous sommes
  2. je kunt geen - ons doen! 
  3. bijzondere vorm: j'étais, il était,...

Slide 15 - Slide

Mijn moeder bracht me steeds naar de basisschool
A
imparfait
B
passé composé

Slide 16 - Quiz

ik heb geschaatst
A
imparfait
B
passé composé

Slide 17 - Quiz

Het was fantastisch
A
imparfait
B
passé composé

Slide 18 - Quiz

Combineer de personen met de juiste uitgangen (imparfait)
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils / elles

Slide 19 - Drag question

Imparfait:
je + travailler
onderwerp niet opschrijven!

Slide 20 - Open question

Imparfait:
vous + être
onderwerp niet opschrijven!

Slide 21 - Open question

Imparfait:
ils + faire
onderwerp niet opschrijven!

Slide 22 - Open question

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 23 - Slide

Samengevat: bijvoeglijk naamwoord

Plaats:
  • Standaard na het ZNW
Rij van 12? 
  •  ja : VOOR het ZNW
  • nee: ACHTER het ZNW


Vorm
  1. Wat is het bijvoeglijk naamwoord
  2. Waar zegt het wat van?
  3. Schema: 



  • geen extra 's' als er al een staat
  • geen extra 'e' als er al een staat

Slide 24 - Slide

Rij van 12:  De bijzondere vormen staan voor het ZNW

Slide 25 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord: Leren als regel!

Slide 26 - Slide

jolie
A
Voor
B
Achter

Slide 27 - Quiz

amoureuse
A
Voor
B
Achter

Slide 28 - Quiz

amoureuse
A
Voor
B
Achter

Slide 29 - Quiz

beaux
A
Voor
B
Achter

Slide 30 - Quiz

jaunes
A
Voor
B
Achter

Slide 31 - Quiz

de v/mv vorm van heureux is ...
A
heureux
B
heureuse
C
heureuses

Slide 32 - Quiz

de v/mv vorm van italien is...
A
italien
B
italienne
C
italiens
D
italiennes

Slide 33 - Quiz

de v/enk vorm van nouveau is...
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles

Slide 34 - Quiz

Geef de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
les garçons (amoureux)

Slide 35 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
les jupes (jaune)

Slide 36 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
les (nouveau) voitures

Slide 37 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
les filles (sportif)

Slide 38 - Open question

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
la fille (amoureux)

Slide 39 - Open question

Vocabulaire ABEFG

Slide 40 - Slide

koppel de juiste vertaling aan het woord.
toestaan
gebeuren
zwemmen
lachen
openen
permettre
arriver
rigoler
faire de la natation
ouvrir

Slide 41 - Drag question

Slide 42 - Mind map

goed
snel
vanaf
ik heb begrepen
toevallig
eigenlijk
bien
vite
par hasard
à vrai dire
j'ai compris
à partir de

Slide 43 - Drag question

pour le plaisir
A
voor de lol
B
lol hebben

Slide 44 - Quiz

faire la grasse matinée
A
grasmaaien
B
uitslapen

Slide 45 - Quiz

faire du hockey
A
hockey spelen
B
sporten

Slide 46 - Quiz

connu(e)
A
bekend
B
voor

Slide 47 - Quiz

le lieu
le clavier
le goût
le monde entier
la possibilité
l'écharpe
de plaats
het keyboard
de mogelijkheid
de sjaal
de hele wereld
de smaak

Slide 48 - Drag question

le chemin
le clavier
le goût
la batterie
les parents
l'écharpe
de weg
het keyboard
de ouders
de sjaal
het drumstel
de smaak

Slide 49 - Drag question

koppel de juiste vertaling aan het woord.
winnen
gebeuren
geloven
lachen
wedden
gagner
arriver
rigoler
croire
parier

Slide 50 - Drag question

Ik ben klaar om de repetitie van H5 te maken:
😒🙁😐🙂😃

Slide 51 - Poll

Feedback op de
Franse lessen

Slide 52 - Mind map