This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
GRIEKEN
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Geloof in de kracht van de mens net zo belangrijk als het geloof in hun goden.
De Griekse mythologie
Slide 3 - Slide
-Schilderkunst
-Beeldhouwkunst
-Bouwkunst
We onderscheiden 3 periodes
1. Archaische
2.Klassieke
3.Hellinistische
Slide 4 - Slide
Waarom zien we bij de schilderkunst alleen die op vazen terug?
A
er werden geen schilderijen gemaakt
B
er zijn verder geen overblijfselen van schilderwerk
C
schilderen van goden mocht niet
Slide 5 - Quiz
Schilderkunst
Slide 6 - Slide
Schilderkunst
1. Archaische periode
-strakke patronen
geometrische vormen
-gestileerde
-mensfiguren in symmetrie
- functie te zien aan de afbeelding
Slide 7 - Slide
2.Klassieke periode
-rode vaas met zwarte afbeeldingen
-griekse helden of goden afgebeeld
-assymetrie zorgt voor levendigheid
3.Hellinistische periode
-zwarte ondergrond rode figuren
Slide 8 - Slide
Beeldhouwkunst
Slide 9 - Slide
Beeldhouwkunst
1. Archaische periode
-frontaal
-starende recht vooruitkijkend ogen
-glimlach
stijve, statische houding
- haren, gestileerd vlechtpatroon
Slide 10 - Slide
2.Klassieke periode
- schoonheidsideaal werd weergegeven
-contraposto
-aandacht anatomie
-kon van alle kanten bekeken worden
-natuurlijke uitdrukking
-marmer
-brons
-goden en sporters
ter ondersteuning
Slide 11 - Slide
3.Hellinistische periode
-overdreven verfijnd uitgewerkt
-theatraal ingewikkelde houding en sterke emoties
-perfecte vormen en verhoudingen
-gedetailleerd
- goden, sporters, portretten, politici
Slide 12 - Slide
Bouwkunst
de gulden snede: ideale verhoudingen harmonieus geheel
-tempels
-raadzalen
-amfitheater
-markthallen
Slide 13 - Slide
Tempels
architraafbouw
architraaf
timpaan
gulden snede
nadeel: kan geen grote ruimte overbruggen
Slide 14 - Slide
cannulere verwijst naar de eerste tempel van riet
grondplan rechthoekig
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Theater
ochestra
tegen een heuvel voor goede akoestiek
Slide 17 - Slide
3. Noem drie vormgevingskenmerken waaraan je Griekse tempels herkent.
Slide 18 - Slide
Bekijk afbeelding 3.1. Voor het Parthenon hebben de Grieken de
maatverhoudingen van de gulden snede toegepast.
4. Wat is het effect van de gulden snede voor het aanzicht van het gebouw?
Slide 19 - Slide
Bekijk afbeelding 3.1 en 3.2. De stijl waarin het Parthenon is gebouwd is een
andere dan de Nikètempel op afbeelding 3.2.
9. Tot welke bouwstijl behoort het Parthenon? Noem een
vormgevingselement waaraan je dat kunt zien.
Slide 20 - Slide
Bekijk afbeelding 3.1 en 3.2. Bij beide tempels is voor de constructie
architraafbouw toegepast.
10. Leg uit hoe architraafbouw het gewicht van het gebouw opvangt en
verdeelt.
Slide 21 - Slide
Bij De speerdrager is sprake van de zogeheten contraposthouding.
14. Leg uit wat met de contraposthouding wordt
bedoeld en wat het effect
is.
Slide 22 - Slide
Bekijk afbeelding 3.5. Het beeld Laocoön en zijn zoons stelt de Trojaanse ziener en priester Laocoön voor met zijn zoons. Het is een dramatisch moment waarin hij en zijn gespierde zonen figureren.
15. Noem twee aspecten van de beeldengroep die theatraal zijn.
Slide 23 - Slide
De kus is geen beeld uit de Griekse oudheid.
20.Noem een reden waarom je denkt dat dit geen beeld is uit de Griekse oudheid.