This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Hallo 1va
Wat gaan we doen vandaag?
Lezen Broergeheim (10 min) p. 48
Uitleg opdracht broergeheim
Zelfstandig werken aan opdracht
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Hallo 1vhtb
Wat gaan we doen vandaag?
Lezen (10 min) Broergeheim p. 51
Uitleg opdracht broergeheim
Zelfstandig werken aan opdracht
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Je kan schrijven over een boek dat je leest of hebt gelezen.
Je kan voorspellingen doen over een verhaal en deze gestructureerd opschrijven.
Je kan correcte grammatica en spelling gebruiken wanneer je schrijft.
Slide 3 - Slide
Eind goed, al goed?
Slide 4 - Slide
Eind goed, al goed?
Joeri heeft geen idee wat er met Stefan gebeurd is en wij, de lezers, ook niet. Gaandeweg wordt er steeds meer duidelijk. Denk bijvoorbeeld maar alvast na over wat we tot nu toe weten.
Slide 5 - Slide
Wat weten we over Stefan?
Slide 6 - Mind map
Eind goed, al goed?
Maar...wat weten wet nog niet? Wat denk je dat er is gebeurd of gaat gebeuren?
Slide 7 - Slide
O
Opdracht Broergeheim:
Eind goed al goed?
Kijk of je de volgende vragen kan beantwoorden:
Wat is er met Stefan gebeurd (wat)?
Waarom mag Joeri niet naar Stefan vragen van zijn ouders (waarom)?
Waar is Stefan nu (waar)?
Lukt het Joeri om zijn broer te vinden en hoe doet hij dat (hoe)?
Helpt iemand Joeri in zijn zoektocht, of doet hij het alleen (wie)?
Hoelang duurt het voordat Joeri zijn broer vindt of voordat hij het zoeken opgeeft (wanneer)?
Wat: Beschrijf wat jij denkt wat er gebeurd is met Stefan. Ja kan de vragen hiernaast daarvoor gebruiken. Je mag natuurlijk ook andere vragen bedenken en beantwoorden.
Hoe:Op de laptop in Word. Klaar? Inleveren in Teams.
Hulp:Docent, tafelgenoot, boek tot nu toe.
Uitkomst:Geoefend met schrijven, voorspellingen te doen over het verhaal en deze verwoorden.
Tijd: 25 min
timer
25:00
Slide 8 - Slide
Leerdoel
Je kan schrijven over een boek dat je leest of hebt gelezen.
Je kan voorspellingen doen over een verhaal en deze gestructureerd opschrijven.
Je kan correcte grammatica en spelling gebruiken wanneer je schrijft.
Slide 9 - Slide
Rustig je spullen opruimen en blijven zitten tot de bel gaat.
Fijne dag!
Slide 10 - Slide
Wat: Maak de opdracht 2 Meer dan lezen §4 opdracht 2 blz. 30-31, maar niet vraag 10.
Hoe: Samen met je buur, wel op fluistertoon overleggen.
Hulp:Theorie uit je boek.
Uitkomst:Geoefend tekstbegrip, met alinea's en kernzinnen