j3ns1 - 11 mei - H5.2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Ik heb een brandstof voor warmte nodig om een grote pan met water mee aan de kook te brengen. Ik kan kiezen tussen 1 kilo steenkool en 1 kilo hout. Wat kies ik en waarom? Tip: BINAS

Programma

• Lesdoelen
• Nakijken
• Uitleg
• Aan het werk
• Nakijken
• Afsluiten

Lesdoel

Je kan aangeven of er bij warmtetransport sprake is van straling, geleiding en stroming

Vraag 29 blz. 45. Wat versta je onder oxideren?

vraag 20 blz. 43 werkboek

a. Met 1 liter 14 km. Hij rijdt 70 km. Dus 70:14 = 5 L

b. Binas: benzine 33 000 J/cm³  Dus per 1 cm³ = 33 000J

1 Liter = 1000 mL = 1000 cm³

Dus per 1 L = 33 000 x 1000 = 33 000 000 J = 33 x 10⁶ J

c. Per 5 L = 5 x 33 x 10⁶ = 165 x 10⁶

Wat klopt niet? : Jan doet het raam open zodat er koude lucht naar binnen stroomt.

Warmtetransport

Warmtetransport = hoe warmte zich verplaatst

Altijd van warm naar koud!

3 manieren:

- Geleiding

- Stroming

- Straling

Straling

- niet zien, wel voelen

- geen tussenstof nodig

- Infrarood (IR) straling

- Alles zend IR straling uit

Warmte geleiding

Metalen

Voorbeeld:

Laat geen metaal bestek in een pan met kokend water zitten!

Warmte stroming

Ook wel convenctiestroming genoemd.

Aan het werk!

Wat: maken 7, 8, 9, 11, 13, 14  (blz. 48)

Hulp: je boek (blz. 112 en 113). Stel je vraag via de chat

Tijd: 09:40 gaan we het bespreken

Klaar?  Bedenk 2 toetsvragen + uitwerking en mail naar [e-mail] (1 kennis en 1 toepassings)

Vraag 7a (blz. 48). Hoeveel warmte-energie komt er vrij als je 1 L aardgas verbrandt?

Vraag 7 blz. 48

a. 1 L = 1000 cm³. Dus er komt 1000 x 32 = 32 000J vrij

b. 4 m³ = 4000 dm³ = 4 000 000 cm³

4 000 000 x 32 = 128 000 000 J

c. 1% = 128 000 000 : 100 = 1 280 000 J
Dus 90% = 90 x 1 280 000 = 115 200 000 J

Vraag 8 blz. 49

a. De verbrandingswarmte van propaan is 93,8 J/cm³

b. 125 000 kJ = 125 000 x 1000 = 125 000 000 J nodig

Dus 125 000 000 : 93,8 = 1 332 623 cm³ = 1333 L

Vraag 9 blz. 49. 3 vormen van warmtetransport + voorbeeld

Vraag 11. Waarom altijd van warm naar koud?

Vraag 13. Controleer je antwoord

1. goed

2. goed

3. fout (geleiding)

4. fout (straling)

5. goed

6. fout (stroming)

7. fout (straling

8. fout (geleiding)

Vraag 14. Op tafel liggen een steeksleutel en metaal en een houten hamer. Welke voelt het koudst aan?

1. Steeksleutel
2. Hamer
3. Maakt niet uit
4. Geen idee

Uitleg: Het metaal zal direct de warmte van je hand wegvoeren door geleiding. Daardoor voelt het kouder aan. 

Afsluiten

Je kan aangeven of er bij warmtetransport sprake is van straling, geleiding en stroming