1.3 / 1.4 / 2.1 Toetsstof

1.3
Russische Revolutie /Lenin/Communisme
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

1.3
Russische Revolutie /Lenin/Communisme

Slide 1 - Slide

Wat is een revolutie?
Definitie: Plotselinge en vaak onverwachte bestuursomwenteling op politiek, economisch en sociaal vlak die vaak samen gaat met geweld.

Met andere woorden; een groepering probeert op een radicale manier aan de macht te komen.



Slide 2 - Slide

Rusland voor 1917
1914 Rusl. sterkste leger van Europa.
Rusland vocht mee aan kant van geallieerden.
Rusland in oorlog met Duitsland & O-H.
Rusl. veel grondstoffen (olie,steenkool, ijzererts)
Rusl.grootste bevolking van Europa, 160 miljoen.
Rusl. is een Tsarenrijk tot aan 1917 olv. Nicolaas II


Slide 3 - Slide

Februari revolutie
1905 start bloedige opstand.
Tsaar kon situatie redden door Doema
(parlement) in te stellen.
Opstand/onrust -->Tsaar slaat dit neer.
1916/1917 voedseltekort door strenge winter.
Februari 1917 (Februari- revolutie)
stakingen/demonstraties in St. Petersburg.
Volk verzet zich, eisten brood -->plunderen


Slide 4 - Slide

Februari-revolutie (2)
Sovjet groep o.l.v. Lenin groeide doordat ze verandering wilde, leidde de opstand.
Tsaar kon situatie niet meer houden, trad af!
-->Rusland wordt republiek, Doema de macht in handen.

Slide 5 - Slide

Oktober-revolutie
Chaos in Rusland na Februari revolutie.
Soldaten Tsaar sloten zich aan bij
communisten.
Communisten kregen meer macht,
maakte eind aan de februari revolutie.
Staatsgreep oktober 1917 O.L.V. Lenin.
Regering afgezet, Communisten
bezetten overheidsgebouwen.
Rusland wordt  een eenpartijstaat.

                                                                               Communisten bestormen overheidsgebouw, Moskou, 1917



Slide 6 - Slide

Rusland onder Lenin
Oktober 1917 aan de macht gekomen.
Lenin was leider van de Communisten.
Hij was geïnspireerd door Karl Marx en
Friedrich Engels
-->grondleggers Communisme -->
Communistisch manifest 1848
Karl Marx was bedenker van het Marxisme.
Doel: Wereldrevolutie op gang brengen waarin de
arbeiders zich verzetten tegen het groeiende kapitalisme.


Slide 7 - Slide

Wat is communisme?

Definitie: Politieke stroming die is bedacht door Karl Marx en Friedrich Engels waarbij de staat bepaald (1 politieke partij) en alles eigendom is van de staat. Iedereen is gelijk en heeft gelijke rechten. Niemand heeft eigen bezit! 

Symbool van het communisme. De hamer en de sikkel staan voor de arbeiders en de boeren die zich verzetten tegen de kapitalisten en grootgrondbezitters

Slide 8 - Slide

Burgeroorlog 1917
Witte leger = aanhangers Tsaar Nicolaas II
Rode leger = aanhangers communisten o.l.v. Lenin.
-Boerenopstanden--> Chaos, veel geweld, hongersnood.
-Nieuwe staten als Polen en Georgië
-1921 burgeroorlog ten einde, Rode leger won.
-1922 Communisten roepen nieuwe staat Sovjet-Unie uit.
-Tot 1991 bleef het Communisme en de Sovjet-Unie bestaan.

Slide 9 - Slide

1.4
Europa na WO I

Slide 10 - Slide

Vredesonderhandelingen 
in Parijs
januari 1919




Een wapenstilstand (1918) is nog geen vrede. Hierover werd 
tussen januari en juni 1919 onderhandeld in de spiegelzaal van Versailles 
Vrede van Versailles

Slide 11 - Slide

Vrede van Versailles
 

President Woodrow Wilson (VS): 
Oprichting Volkenbond.
  • in 1920 opgerichte volkerenorganisatie. Dit was een internationale organisatie van volkeren die oorlogen in de toekomst kon voorkomen. 
Zelfbeschikkingsrecht volkeren
  • elk volk moest zijn eigen staat kunnen vormen. 



Slide 12 - Slide

14 punten van Wilson
  • Vrijheid voor alle volken: elk volk moet een eigen land hebben, met eigen grenzen (= zelfbeschikkingsrecht)

  • Democratie voor alle landen

  • Oprichting Volkenbond (voorloper Verenigde Naties: eerst praten, dan vechten).

Slide 13 - Slide

Belangrijkste maatregelen verdrag van Versailles
  • Duitsland moest gebieden afstaan
  • Duitsland moest herstelbetalingen doen 
  • Duitsland verloor zijn koloniën
  • Duitsland mocht geen groot leger meer hebben (maximaal 100.000 troepen)

De Duitsers noemen het verdrag ook wel het Dictaat van Versailles.

Slide 14 - Slide

Stichting Turkije
  • Ottomaanse rijk gevallen na Eerste Wereldoorlog
  • Volkenbond (Engeland/Frankrijk) laten Turkije opsplitsen in overleg met Turkse Sultan.
  • De Arabische delen worden mandaatgebieden (= gebied dat door Volkenbond wordt bestuurd) van de Volkenbond.
  • Turkse nationalisten willen einde maken aan dit bestuur.
  • Door Atatürk (grondlegger van Turkije) werd in 1923 de Republiek Turkije gesticht.

Slide 15 - Slide

2.1
Verenigde Staten na WO I

Slide 16 - Slide



Roaring twenties 
 

In Amerika heerste er een blind vertrouwen in de economie. Dankzij de economische groei zou welvaart binnenkort voor iedereen bereikbaar zijn. 

Slide 17 - Slide


Hoe ontstaan? I 

De
lopende band zorgde voor goedkopere producten -> lonen kunnen stijgen -> stijging koopkracht -> meer vraag naar producten

Slide 18 - Slide


Hoe ontstaan? II 

Kopen op krediet werd mogelijk voor degene die de nieuwe consumptieartikelen niet direct kon betalen.

Slide 19 - Slide



Beurskrach, 1929


Ook bekend als 'zwarte donderdag'. De twijfel op de Amerikaanse markt zorgde voor een grote economische crisis.
Hoe is dit plots ontstaan?

Slide 20 - Slide

oorzaken economische crisis
  • overproductie in landbouw en industrie
  • dalende koersen aandelen
  • 'live now, pay later' - door een blind vertrouwen in de economie werd er veel geld geleend
  • nauwelijks toezicht op banken


Slide 21 - Slide

gevolgen economische crisis
the Great Depression (de grote depressie)
  • hoge werkloosheid
  • grote armoede
  • wereldwijde crisis (alleen in kapitalistische landen!)

Slide 22 - Slide



Crisisbestrijding I


President Hoover (1929-1933)  geloofde dat de economie zichzelf zou herstellen (liberalisme).
Dit gebeurde gebeurde niet.

Slide 23 - Slide

Crisisbestrijding II
President Roosevelt (1933-1945) deed ingrepen in de economie. 
Zijn politiek kreeg de naam New Deal. Hij bestreed de werkloosheid met o.a.: 
    • verhoging overheidsuitgaven
    • werkverschaffingsprojecten
    • afspraken over minimumlonen
    • sociale wetgeving

    Slide 24 - Slide

    2.2 
    Fascisme (Italië)
    Communisme (Rusland /Sovjetunie)

    Slide 25 - Slide