Herhaling werkwoordspelling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Werkwoordspelling

De (verbreden) stoep moet zorgen voor een veiliger gevoel bij voetgangers

(Gebeuren) het jou ook weleens dat je je sleutel vergeet?

De radiozender (aanwenden) allerlei middelen aan om te blijven bestaan, maar dit bleek niet voldoende.

(Melden) u nu aan!

Kris (betalen) de rekening van het restaurant, omdat ze jarig is.

Hij heeft (zweren) nooit meer te roken

(Lachen) verliet Rens het theater na de cabaretshow.

Jens en Rik (praten) gisteren in hun eigen dialect tijdens een vergadering op kantoor

Mijn vader (deleten) gisteren het bestand.

Hele werkwoord --> deleten
Ik delete

Verleden tijd --> ik deletete 

Tegenwoordig (joggen) hij elke dag

Lisa (chatten) gisteren met haar date via Snapchat.

Volgend weekend wordt er weer (skaten).

Mijn vader heeft mij beloofd dat hij mijn rijbewijs (betalen) als ik stop met roken.

Ik sta samen met mijn moeder op de (vergroten) foto

Aan de slag

Taal Integraal: oefentoets

Evaluatie module 2