7.2 Energie

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom

Telefoon in telefoontas

Tas van tafel

Laptop + notitiespullen pakken

Ga in deze Lesson-Up

Herhaling. Noem de zes voedingsstoffen (R)

Herhaling. Geef een voorbeeld van een voedingsmiddel dat veel mineralen (zouten) bevat. (T1)

Leerdoel

Je leert wat en hoeveel je moet eten om
voldoende energie te krijgen

Wat betekent dit?

KJ = kilojoule
Kcal = kilocalorie
RI = referentie-inname van een gemiddelde volwassene

Joule / Calorie

Joule is de eenheid van energie 

Joule kan je omrekenen naar calorie (en andersom)

1 calorie = 4,2 joule

Joule / calorie

Er wordt echter nooit gerekend met joule of calorie

Wel met kilojoule & kilocalorie

Kilojoule (kJ)
Kilocalorie (kcal)

Hoeveel joule zit er in 1 kilojoule (kJ)?

Hoeveel joule zit er in 1 kilocalorie (kcal)?

1. 4,2
2. 1000
3. 4200
4. Dat is niet te bepalen

In een mars zit 1021 kJ. Hoeveel kcal is dat?
(rond je antwoord af op een geheel getal)?

Je verbruikt constant calorieën

Tijdens sporten

Tijdens school

Tijdens slapen (hoe?)

Per dag 10.000 – 12.500 kJ nodig

Als je meer calorieën binnenkrijgt dan dat je verbruikt dan kom je aan

1. Waar
2. Niet waar
3. Dat is niet te bepalen

Body Mass Index

Om te bepalen of je een gezond gewicht hebt

Berekenen door (gewicht / (lengte*lengte))

- Gewicht in kg
 -Lengte in m

Waarom zijn er zoveel mensen
met overgewicht?

Bedenk in één minuut minimaal 3 redenen. Overleggen met buur mag.

Waarom zijn er zoveel volwassen mensen met overgewicht?

Waarom zijn er zoveel volwassen mensen met overgewicht? (2)

Van welke twee voedingsstoffen krijgen
mensen vaak teveel binnen? (T1)
(dit kan uiteindelijk leiden tot overgewicht)

Huiswerk

Wat? Ga bezig met de opgaven van paragraaf 7.2

Wanneer? Huiswerk voor volgende week

Hoe? In je papieren werkboek

Klaar? Lees paragraaf 7.3

Vragen? Vraag je buur. Daarna pas de leraar

Tijd? Tot het einde van de les