3H Cellen les .. plantencellen

Cellen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Cellen

Slide 1 - Slide

Planning
- Herhaling
- Organellen van de plantencel
- Oefenen

Slide 2 - Slide

Celmembraan
- Omgeven van de cel
- Selectief selecteren van stoffen
die wel of niet de cel in mogen
- Bestaat uit dubbellaag van
fosfolipiden

Slide 3 - Slide

Celkern
  • Ligt in het cytoplasma
  • Omgeven door een kernmembraan met daarin:
    - kernporiën
    - kernplasma
    - chromosomen 

Slide 4 - Slide

Celkern
  • Functie: 
    - Beschermen én in stand houden van chromosomen
    - Gen-expressie:
    Genen aanzetten door signaal te maken

Slide 5 - Slide

Endoplasmatisch reticulum
  • Netwerk van membranen
  • Om de celkern heen gevouwen
  • 2 types
       - Ruw ER
       - Glad ER

Slide 6 - Slide

Ruw ER
  • Bevat ribosomen (afgebeeld
    als puntjes)
  • Ribosomen maken de eiwitten
    geven de eiwitten af in holte 
    van membraan

Slide 7 - Slide

Glad ER
  • Geen ribosomen
  • Stopt eiwitten in blaasjes

Slide 8 - Slide

Golgi systeem
  • Ligt naast ER
  • Neemt de blaasjes met
    eiwit afgesnoerd van het
    gladde ER op.
  • Geeft eiwitten hun uiteindelijke vorm en stopt ze weer in blaasjes

Slide 9 - Slide


Wat is onderdeel F ?
A
Ruw endoplasmatisch reticulum
B
Glad endoplasmatisch reticulum
C
Golgisysteem
D
Transportblaasje

Slide 10 - Quiz

Koppel de begrippen
ATP
Golgi
DNA
Mitochondrien
Ribosoom
G-ER
Powerhouse van de cel
Bevat recept voor eiwit
Geeft het eiwit z'n vorm
Maakt het eiwit
Batterij van de cel
Stopt ongevouwen eiwit in blaasjes

Slide 11 - Drag question

Plantencel
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Vacuole
Celkern
Bladgroenkorrel

Slide 12 - Slide

r1 = Ruw ER
2 = celkern
3 = Golgi
4 = celmembraan
5 =  glad ER
6 = mitochondrie
8 = celwand
9 = chloroplast
10 = vacuole
11 = plasmodesma

Slide 13 - Slide

Plastiden
  • chloroplasten (bladgroenkorrels)
  • chromoplasten (rode of gele kleur)
  • leukoplasten (kleurloos zoals de amyloplast = zetmeelkorrel)


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Chloroplast en mitochondrium
Chloroplast = fotosynthese

Mitochondrium = verbranding

Planten hebben beide in de cel!

Slide 16 - Slide

Als een paprika rijp wordt verandert hij van groen naar rood/geel/oranje. Welke verandering van plasmiden is de oorzaak?
A
Chloroplasten veranderen in chromoplasten.
B
Chloroplasten veranderen in leukoplasten.
C
Chromoplasten veranderen in chloroplasten.
D
Leukoplasten veranderen in chloroplasten.

Slide 17 - Quiz

   Vacuole
Een blaas in de cel gevuld met vocht, mineralen en soms kleurstoffen (blauw/roze/paars).

Jonge cellen hebben meerdere kleine vacuoles, oudere cellen één grote.

Functie = stevigheid (als een opgeblazen ballon)

Slide 18 - Slide

Kleur?
Wordt de kleur veroorzaakt door een plastide of een opgeloste kleurstof?

Snijd een stukje af, kleurt het vloeistof je vingers? Dan is het een opgeloste kleurstof.

Slide 19 - Slide

Celwand
Ligt om celmembraan heen (buiten de cel, dus geen organel maar hoort wel bij een cel)
Functie = stevigheid en bescherming

Slide 20 - Slide

Celkern
ER
Golgi
Mitochondrium
Vacuole
Chloroplast
Celwand

Slide 21 - Drag question

Turgor
 De druk van de celinhoud op de celwand. 

Slide 22 - Slide

De turgor in de plant kan .....1.......worden,
als uit een plant ......2......water verdampt.

A
1 = laag 2=weinig
B
1=laag 2=veel

Slide 23 - Quiz

Van de groengekleurde zeeslak Elysia chlorotica is bekend dat hij chloroplasten “steelt” van de algen die hij tijdens zijn jeugd eet. In de eerste twee weken van zijn bestaan eet de dan nog bruine slak de alg Vaucheria litorea. In plaats van dit organisme te verteren, zuigt de slak de chloroplasten uit deze alg en neemt deze organellen op in zijn eigen cellen. In microscopische preparaten lijken de cellen van de zeeslak na het opnemen van de chloroplasten op de cellen van de algen.
Noteer één kenmerken waardoor de cellen van de zeeslak na het opnemen van de chloroplasten te onderscheiden zijn van cellen van de algen. 
Van de groengekleurde zeeslak Elysia chlorotica is bekend dat hij chloroplasten “steelt” van de algen die hij tijdens zijn jeugd eet. In de eerste twee weken van zijn leven eet de dan nog bruine slak de alg Vaucheria litorea. In plaats van de alg te verteren, zuigt de slak de chloroplasten uit deze alg en neemt deze op in zijn eigen cellen. Onder de microscoop lijken de cellen van de zeeslak na het opnemen van de chloroplasten op de cellen van de algen.

Noteer één kenmerken waardoor de cellen van de zeeslak na het opnemen van de chloroplasten te onderscheiden zijn van cellen van de algen. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Elysia chlorotica, een dier met fotosynthese

Van de groengekleurde zeeslak Elysia chlorotica is bekend dat hij chloroplasten “steelt” van de algen die hij tijdens zijn jeugd eet. In de eerste twee weken van zijn bestaan eet de dan nog bruine slak de alg Vaucheria litorea. In plaats van dit organisme te verteren, zuigt de slak de chloroplasten uit deze alg en neemt deze organellen op in zijn eigen cellen. In microscopische preparaten lijken de cellen van de zeeslak na het opnemen van de chloroplasten op de cellen van de algen.
Noteer één kenmerken waardoor de cellen van de zeeslak na het opnemen van de chloroplasten te onderscheiden zijn van cellen van de algen.

Slide 26 - Open question

Aan het werk...
1. Maak de begrippenlijst van deze les (celwand, vacuole, plastiden, turgor).
2. Lever de begrippenlijst in op it's. 
3. Bekijk het filmpje over plantencellen (link in planner).
3. Maak de oefeningen uit de planner.

Slide 27 - Slide