• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Herhaling grammatica+spelling Hfd. 1+2

Lesopbouw
  • Lesopbouw doornemen
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Differentiëren
  • Uitleg
  • Werkblad maken
  • Evaluatie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesopbouw
  • Lesopbouw doornemen
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Differentiëren
  • Uitleg
  • Werkblad maken
  • Evaluatie

Slide 1 - Slide


10 min. Zs lezen

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  1. Samengestelde woorden
  2. Moeilijke woorden
  3. Voorzetsels
  4. Leestekens
  5. Citeren
  6. Spelling tt/vt/vdw
  7. Grammatica (persoonsvorm en onderwerp)

Slide 3 - Slide

Differentiëren

Wie wil er graag nog uitleg?
Welk onderdeel is lastig?


In groepen bij elkaar gaan zitten voor uitleg

of

zelfstandig/in tweetallen aan de slag met het werkblad

Slide 4 - Slide

Tussenletter -en-


Het woord heeft alleen een meervoud op -en


vb. krant + bezorgen (kranten) krantenbezorger

kip + soep (kippen) kippensoep

Slide 5 - Slide

Tussenletter -e-


  1. Er is er maar één
    vb. één koning -> Koninginnedag
    één zon -> zonneschijn
  2. Het eerste woord een versterkende betekenis heeft
    vb. beresterk/apetrots (eerste gedeelte kun je vervangen door héél)
  3. Het woord een meervoud heeft op -en EN -s
    vb. groente + soep (groenten/groentes) groentesoep

Slide 6 - Slide

Tussenletter -s-



Deze kun je gewoon horen!
vb. jongen+broek -> jongensbroek

Slide 7 - Slide

Moeilijke woorden

De -i,-ie,-y                               -oe, -au, -ou                                           -u, -ij

liggen qua klank dichtbij elkaar, maar eigenlijk weet je wel welke letters je moet invullen (onbewust of bewust)


vb. Locat...
Tr...werij
bloeddr...k


Slide 8 - Slide

Voorzetsels

Voorzetsels worden ook wel kastwoordjes genoemd

aan, bij, met, op, tegen, tot, van, voor



Vb. voor de kast, in de kast, achter de kast etc.



Slide 9 - Slide

Leestekens
Leestekens
  • Punt: einde van de zin
  • Vraagteken: einde van de vraagzin
  • Uitroepteken: einde van een zin waarbij je iets wilt benadrukken
  • Komma: tussen 2 pv, opsomming, na een naam/uitroep, voor verbindingswoorden (omdat/nadat/want/toen/terwijl)

Slide 10 - Slide

Citeren
  1. Zet voor het citaat een : (dubbele punt)
  2. Schrijf nu een ' (aanhalingsteken
  3. Begin het citaat met een hoofdletter 
  4. Zet nu een . of ! of ? (punt, uitroepteken, vraagteken)
  5. Eindig met een ' (aanhalingsteken)

vb. Jelte vroeg: 'Kunt u mij wat informatie geven?'

Slide 11 - Slide

Spelling tt/vt

Tegenwoordige tijd                                 Verleden tijd

1. vul altijd het ww 'lopen' in                1. Noteer de stam (-en)

2. Loop     ik          loop                              2. Wat is de laatste letter?
     loop      jij          loopt                            3. Staat de letter in 't

     loopt    hij/zij   loopt                                 exkofschip

     loopt     het       loopt                                Ja->+te      Nee->+de


Slide 12 - Slide

Spelling vdw
  • Voltooid deelwoorden zijn: ge-, be- en ver- woorden
  • Sterke werkwoorden eindigen op -en
    vb. gebleven, gesprongen
  • Zwakke werkwoorden eindigen op een -t of -d
    langer maken of 't exkofschip ja->t / nee->d

vb. Hij heeft een appel geschild (geschilde)

Slide 13 - Slide

Pv + onderwerp

PV                                                                      OND

- Zet de zin in een andere tijd               - Wie + pv?

of                                                                        of

- Maak de zin vragend                               - Wat + pv?

Slide 14 - Slide

Werkblad

Maak nu het werkblad


Vragen: overleg eerst met je buurman/buurvrouw


Klaar: nakijken

Slide 15 - Slide

Evaluatie


Hoe ging het?


Goed voorbereid op de toets?


Nog moeilijkheden?

  1. Samengestelde woorden
  2. Moeilijke woorden
  3. Voorzetsels
  4. Leestekens
  5. Citeren
  6. Spelling tt/vt/vdw
  7. Grammatica (persoonsvorm en onderwerp)

Slide 16 - Slide

More lessons like this

Week 42 les 2

October 2019 - Lesson with 14 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Werkwoordspelling stappenplan

January 2025 - Lesson with 20 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

3K2 H3 Taalverzorging les 1 : ww-spelling

January 2022 - Lesson with 42 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Werkwoordspelling

March 2021 - Lesson with 28 slides
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Werkwoordspelling

February 2022 - Lesson with 12 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Les 9

December 2019 - Lesson with 24 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

Lesweek 1 - PV TT / regels voor het schrijven van een e-mail, schrijven vanuit tekstdoel

November 2024 - Lesson with 16 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1-3

Werkwoordspelling

October 2024 - Lesson with 12 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings