Vikingen: Veroveraars en Bekeerlingen

Vikingen: Veroveraars en Bekeerlingen
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vikingen: Veroveraars en Bekeerlingen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
Aan het einde van de les kunnen studenten de definitie van Vikingen geven, de veroveringen en plunderingen van de Vikingen beschrijven, de bekering van Vikingen tot het christendom uitleggen en de cultuur van Vikingen begrijpen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over Vikingen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wie waren de Vikingen?
De Vikingen waren Scandinavische zeelieden uit Noorwegen, Denemarken en Zweden die tussen de 8e en 11e eeuw leefden.

Slide 4 - Slide

Introduceer de Vikingen en hun oorsprong.
Veroveringen en Plunderingen
De Vikingen waren beroemd om hun veroveringen en plunderingen. Ze vielen kloosters, steden en dorpen aan en namen alles wat ze konden dragen.

Slide 5 - Slide

Beschrijf de veroveringen van Vikingen en hun tactieken.
Fragment: Verovering van Lindisfarne
Bekijk fragment 1 van de serie Vikings, waarin de Vikingen het klooster Lindisfarne aanvallen en plunderen.

Slide 6 - Slide

Speel fragment 1 van de serie Vikings af en vraag studenten om aantekeningen te maken over wat ze zien.
Bekering tot het Christendom
De Vikingen waren oorspronkelijk heidenen, maar werden later bekeerd tot het christendom. Dit gebeurde voornamelijk door middel van vreedzame missies en handel.

Slide 7 - Slide

Leg uit hoe de bekering van Vikingen tot het christendom plaatsvond.
Wat was de voornaamste reden voor de bekering van de Vikingen tot het christendom?
A
Politieke druk.
B
Handel.
C
Vreedzame missies.
D
Oorlog.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat waren de Vikingen oorspronkelijk?
A
Heidenen.
B
Christenen.
C
Boeddhisten.
D
Atheïsten.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zijn de Vikingen bekeerd tot het christendom?
A
Door middel van vreedzame missies en handel.
B
Door de Romeinse Keizer te gehoorzamen.
C
Door middel van oorlog en geweld.
D
Door zelfstudie en meditatie.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Fragment: Doop van Ragnar
Bekijk fragment 2 van de serie Vikings, waarin Ragnar Lodbrok wordt gedoopt en de rest van zijn volk volgt.

Slide 11 - Slide

Speel fragment 2 van de serie Vikings af en vraag studenten om aantekeningen te maken over wat ze zien.
De Cultuur van Vikingen
De Vikingen hadden een rijke cultuur en waren bekend om hun schepen, kunst, mythologie en literatuur.

Slide 12 - Slide

Beschrijf de cultuur van Vikingen en hun prestaties.
Viking Schepen
Viking schepen waren snel en wendbaar, wat hen in staat stelde om verre reizen te maken en te plunderen.

Slide 13 - Slide

Introduceer Viking schepen en hun kenmerken.
Viking Kunst
Viking kunst bevatte vaak dieren en mythologische wezens en werd gebruikt om verhalen te vertellen en te versieren.

Slide 14 - Slide

Beschrijf Viking kunst en laat voorbeelden zien.
Viking Mythologie
De Vikingen hadden een rijke mythologie met goden zoals Odin, Thor en Loki.

Slide 15 - Slide

Introduceer de Viking mythologie en hun goden.
Viking Literatuur
De Vikingen hadden een eigen taal en schreven verhalen en gedichten in runen.

Slide 16 - Slide

Leg uit hoe de Vikingen literatuur gebruikten en laat voorbeelden zien.
Samenvatting
Vikingen waren Scandinavische zeelieden die bekend stonden om hun veroveringen en plunderingen, maar later werden bekeerd tot het christendom. Ze hadden een rijke cultuur met kenmerkende schepen, kunst, mythologie en literatuur.

Slide 17 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.