5.4: de evolutietheorie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Erfelijkheid en evolutie

Wat betekent recessief?

1. Gen dat niet erfelijk is
2. Gen dat dominant is over andere
3. Gen dat alleen tot uiting komt bij homozygoot
4. Gen dat altijd tot uiting komt

Wat is een fenotype?

1. Uiterlijke kenmerken van een organisme
2. Genetische samenstelling van een organisme
3. Recessieve genen in een kruising
4. Dominante allelen in een genotype

Evolutie

Evolutie is een proces waarbij soorten:

1. veranderen
2. ontstaan
3. uitsterven

Door evolutie zijn ontzettend veel verschillende soorten planten en dieren ontstaan. Niet iedereen gelooft in evolutie. Sommigen geloven dat een God alle soorten heeft geschapen

Lesdoel

-Ik weet wat de evolutietheorie inhoudt. 

Evolutie?

= De ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

De grondlegger van de evolutie theorie is Charles Darwin.

0

Evolutietheorie?!

Om de evolutietheorie goed te kunnen begrijpen moeten we naar 3 dingen kijken:

-Variatie in genotypen
-Natuurlijke selectie
-Ontstaan van nieuwe soorten

Nieuwe fenotypen

Geslachtelijke voortplanting ->  nieuwe genotypen en fenotypen.
Ieder organisme = uniek genotype. Zo kan één soort veel verschillende fenotypen hebben.

Door variatie in genotypen en fenotype kan een dier goed zijn aangepast aan zijn omgeving. Dat betekent:

- Goed aangepast aan omgeving, dus:

- Grotere kans op overleven, dus:

- Grotere kans op nakomelingen, dus:

- Grotere kans op doorgeven genotype

<-- natuurlijke selectie

variatie in genotype

Darwin vinken

Tijdens de reis van Darwin op de the beagle kwam hij op de Galapagoseilanden.

Op deze eilanden vond hij vinken die allemaal wel op elkaar leken maar toch net iets anders waren. 

Elk eiland had een andere voedselbron voor de vinken. De vinken hadden zich aangepast met hun snavel op de voedselbron.

0

Natuurlijke selectie?!

Bij natuurlijke selectie blijft alleen de sterke leven --> overlevingskans

Het organisme met de meeste overlevingskans -> meer voortplanten.

Soorten die zich niet aangepast hebben aan de omgeving -> sterven uit 

Natuurlijke selectie

Natuurlijke selectie

natuurlijke selectie

schutkleur

Ontstaan van nieuwe soorten

Isolatie 

Ontstaan van nieuwe soorten

Als milieuomstandigheden veranderen, moet een soort zich aanpassen

Eis: De groepen moeten geïsoleerd raken

Bijvoorbeeld: honden en katten

Blijft 1 soort MAAR verschillende vormen (rassen)

Wat leidt tot het ontstaan van nieuwe soorten?

1. Genetische variatie
2. Identieke genen
3. Korte levenscyclus
4. Geografische isolatie

Wat is het belangrijkste principe bij natuurlijke selectie?

1. Variatie binnen een soort
2. Alle organismen zijn gelijk
3. Overleving van de sterksten
4. Onveranderlijke soorten bestaan

Wie ontwikkelde de evolutietheorie?

1. Charles Darwin
2. Albert Einstein
3. Louis Pasteur
4. Isaac Newton

Wat is de oorzaak van de snavelvariatie bij Darwinvinken?

1. Natuurlijke selectie
2. Aanpassing aan voedselbronnen
3. Genetische mutatie
4. Klimaatverandering

Aan het werk

Maak basisstof 5.4 

Opdracht 1 t/m 9