Leesvaardigheid HAVO 5

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welke strategieën ken je?

This video is no longer available

Welke video was dit?

Hoe werkt taal leren?/
Wat is belangrijk als je wilt/moet lezen?

Welke functiewoorden/
signaalwoorden ken je?

This video is no longer available

Welke video was dit?

Tip's

• Neem de documenten in je studiewijzer kopje "lesen üben" goed door.
• Bekijk  uitlegfilmpjes op YouTube. Haal eruit  wat VOOR JOU belangrijk is. 

Welke signaalwoorden geven een OPSOMMING (= Aufzählung)?

Welke signaalwoorden geven een
tegenstelling (= Gegensatz/Kontrast)?

Welke signaalwoorden geven een reden/oorzaak
(= Begründung/Ursache)

Andere functies kunnen zijn:

• Benadrukking (= Betonung/Nachdruck): welk signaalwoord ken je?
• Bevestiging (= Bestätigung): welk signaalwoord ken je?
• Conclusie (= Schlussfolgerung): welk signaalwoord ken je?

Welke functie heeft: "zudem"?

1. reden
2. tegenstelling
3. opsomming
4. uitbreiding

Welke functie heeft: "stattdessen"?

1. reden
2. tegenstelling
3. opsomming
4. uitbreiding

Welke functie heeft: "indem"

1. reden
2. tegenstelling
3. opsomming
4. uitbreiding

Wat is de vertaling van : "immerhin"?

1. in elk geval
2. in plaats daarvan
3. daar komt bij
4. in ieder geval

Tip

• Ga voor jezelf ook dit soort quizvragen bedenken, óf op kaartjes, óf met quizlet om te oefenen.
• Oefen met quizalize: ga naar: zzi.sh, code: zzi.sh:  cpv3286

Opdracht - signaalwoorden:
Noteer de vertaling en functie van
1. aber, 2. nämlich, 3. zwar

Opdracht - signaalwoorden: Noteer de vertaling van de functie en geef een voorbeeld van:
1. Relativierung, 2. Schlussfolgerung, 3. Steigerung,

Opdracht - signaalwoorden

1. Lees tekst 4 uit cito HAVO 2016: "Angst vor Freitag, dem 13." 
2. Markeer alle signaalwoorden die je tegenkomt
3. Schrijf ernaast wat de functie van deze woorden is
4. Schrijf ernaast wat de vertaling van de woorden is

Opdracht - woordenschat

Vraag 14: 

1. Wat betekent: "Unglückszahl"?
2. Beschrijf dit in Nederlands
3. Noem synoniemen in het Duits

Opdracht - woordenschat

1. Zoek onbekende woorden uit de tekst
2. Zoek de vertaling
3. Maak eigen zinnen met het woord
4. Zoek synoniemen
5. Zoek het tegenovergestelde woord

Vragen beantwoorden

• Ga nu de vragen van de tekst beantwoorden
• Onderstreep in de tekst waar je denkt het antwoord gevonden te hebben

De presentatie heeft mij geholpen

1. ja
2. nee
3. weet ik nog niet
4. anders ...

Eigen toelichtingen (wensen, wat wil je oefenen, hoe wil je oefenen, wat vind je moeilijk)

Hoe verder?

• Oefen volgens dit principe met andere teksten
• Bekijk de stappenplannen in ELO, kopje "lesen üben" 
• Oefen in je eigen tempo
• Reflecteer op wat goed gaat en wat niet goed gaat
• Stel jezelf haalbare doelen en werk hieraan

Het hele examen

Oefen stap voor stap het hele examen:

Examen 2016 HAVO 1e tijdvak

Viel

Erfolg!