sein, haben, feesttenten
1 / 20
Lesson duration is: 20 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
ik ben
Slide 2 - Open question
jij bent
Slide 3 - Open question
ben jij
Slide 4 - Open question
zij is
Slide 5 - Open question
wij zijn
Slide 6 - Open question
zij zijn
Slide 7 - Open question
bent u
Slide 8 - Open question
ik speel (spielen)
Slide 9 - Open question
jij woont (wohnen)
Slide 10 - Open question
jij danst (tanzen)
Slide 11 - Open question
jullie lachen (lachen)
Slide 12 - Open question
u vraagt (fragen)
Slide 13 - Open question
jij hebt
Slide 14 - Open question
hij heeft
Slide 15 - Open question
wij hebben
Slide 16 - Open question
jullie hebben
Slide 17 - Open question
hebben zij
Slide 18 - Open question
heeft u
Slide 19 - Open question
jij hebt gehad
