This lesson contains 44 slides, with text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
NORMAS
(siempre) Me siento siempre en la silla correcta
Tengo el material escolar preparado
Cuelgo la chaqueta en los colgadores
En la clase no está permitido comer
No está permitido masticar chicle
En la clase puedo beber solamente agua
REGELS
Ik ziet altijd op de juiste stoel
(max 2 mensen x tafel)
Ik heb mijn schoolspulen bereid
Ik hang mijn jas in de hangers
Het is niet toegestaan in het klaslokaal te eten
Je mag geen kauwgom eten
Ik mag alleen water drinken
Slide 4 - Slide
Lesdoelen - objetivos:
De presentatie x onderdeel doorgaan
Slide 5 - Slide
cuelga la chaqueta
los auriculares en la mochila
El teléfono en la bolsa/mochila
tengo el material escolar preparado
tengo el laptop en la mesa CERRADO
la bolsa en el suelo
Slide 6 - Slide
¿Tienes un bolígrafo?
sí/no tengo un bolígrafo
¿Tienes una libreta?
sí/no tengo una libreta
¿Tienes un laptop?
sí/no tengo un laptop
Heb je een pen?
ja/ ik heb (g)een pen
Heb je een schirft?
ja/ ik heb (g)een schrift
Heb je een laptop?
ja/ ik heb (g)een laptop
Slide 7 - Slide
¿Cómo?
1. HUISWERK: woorden vocabulaire
2. reader: 2 eerste punten
3. reader: actividades de verano
4. oefenen
5. + vervoersmiddelen + presentatie (verder)
Exit ticket: cuando tenía 10 años + iets dat je toen vaak deed
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
docs.google.com
Slide 10 - Link
20 palabras SP-NL
el tiempo libre
bailar
ir a la discoteca
salir
ir al cine
ver una película
quedar
una cita
jugar un juego
mandar un whatsapp
NL - SP
bellen
chatten
winkelen in de uitverkoop
emailadres
het mobieltje
tv kijken
voetballen
tennissen
zwemmen
paardrijden
Slide 11 - Slide
¿Cómo?
1. HUISWERK: woorden vocabulaire
2. reader: 2 eerste punten
3. reader: actividades de verano
4. oefenen
5. + vervoersmiddelen + presentatie (verder)
Exit ticket: cuando tenía 10 años + iets dat je toen vaak deed
Slide 12 - Slide
ONDERWERPEN
• waar je deze zomer (in het Spaans: este verano + perfecto) bent geweest,
• vertel iets over het land (in de tegenwoordige tijd!). Waar bevindt het land zich, hoeveel inwoners, een leuk feitje over het land,
• wat je er allemaal hebt gedaan (actividades de verano)
• met wie je op vakantie bent geweest (He ido de vacaciones con . . .),
• hoe het weer was (gebruik hier de imperfecto)
• welke vervoersmiddelen heb je gebruikt,
• wat heb je daar gegeten/gedronken? Was het een typisch gerecht of drankje? Hoe smaakte het? (imperfecto)
• welke kleding heb je gedragen?,
• wat was je leukste en minst leuke ervaring?
Slide 13 - Slide
¿Cómo?
1. HUISWERK: woorden vocabulaire
2. reader: 2 eerste punten
3. reader: actividades de verano
4. oefenen
5. + vervoersmiddelen + presentatie (verder)
Exit ticket: cuando tenía 10 años + iets dat je toen vaak deed
Slide 14 - Slide
• waar je deze zomer (in het Spaans: este verano + perfecto) bent geweest
Este verano he estado EN + LAND
• vertel iets over het land (in de tegenwoordige tijd!). Waar bevindt het land zich, hoeveel inwoners, een leuk feitje over het land
Slide 15 - Slide
Aangeven waar iets ligt
Slide 16 - Slide
Este verano he estado EN Bhutan
vertel iets over het land (in de tegenwoordige tijd!). Waar bevindt het land zich, hoeveel inwoners, een leuk feitje over het land
Bhutan está al norte de India y al sur de Tibet. En Bhutan hay 300.000 habitantes y es un país muy tranquilo. Hay muchas banderas budhistas.
Slide 17 - Slide
HOE ZEG JE DE NUMMERS BOVEN 100?
100 = cien
200 = dos CIENTOS
1000= mil
100.000? -->
1.000.000
Slide 18 - Slide
¿Cómo?
1. HUISWERK: woorden vocabulaire
2. reader: 2 eerste punten
3. punt 3&4
4. oefenen
5. + vervoersmiddelen + presentatie (verder)
Exit ticket: cuando tenía 10 años + iets dat je toen vaak deed
Slide 19 - Slide
ONDERWERPEN
• waar je deze zomer (in het Spaans: este verano + perfecto) bent geweest,
• vertel iets over het land (in de tegenwoordige tijd!). Waar bevindt het land zich, hoeveel inwoners, een leuk feitje over het land,
wat je er allemaal hebt gedaan (actividades de verano)
met wie je op vakantie bent geweest (He ido de vacaciones con . . .),
• hoe het weer was (gebruik hier de imperfecto)
• welke vervoersmiddelen heb je gebruikt,
• wat heb je daar gegeten/gedronken? Was het een typisch gerecht of drankje? Hoe smaakte het? (imperfecto)
• welke kleding heb je gedragen?,
• wat was je leukste en minst leuke ervaring?
Slide 20 - Slide
ONDERWERPEN
wat je er allemaal hebt gedaan (actividades de verano)
he + - ado, -ido
met wie je op vakantie bent geweest (He ido de vacaciones con . . .)
con mi padre/madre/familia/mis amigos/mi novio/a/mi (mejor) amigo/a
he nadado= gezwomen
he caminado por... = ik heb gewandeld
he hecho fotos= ik heb foto's gemaakt
he dormido= geslapen
he jugado al... = ik heb ... gespeeld
he tomado el sol
Slide 21 - Slide
zet in de ik-vorm, PRETÉRITO en maak een lijst met de activiteiten die je niet kende
EXIT TICKET
he hecho fotografías
he escrito
Slide 22 - Slide
ONDERWERPEN
• waar je deze zomer (in het Spaans: este verano + perfecto) bent geweest,
• vertel iets over het land (in de tegenwoordige tijd!). Waar bevindt het land zich, hoeveel inwoners, een leuk feitje over het land,
wat je er allemaal hebt gedaan (actividades de verano)
met wie je op vakantie bent geweest (He ido de vacaciones con . . .),
hoe het weer was (gebruik hier de imperfecto)
welke vervoersmiddelen heb je gebruikt,
• wat heb je daar gegeten/gedronken? Was het een typisch gerecht of drankje? Hoe smaakte het? (imperfecto)
• welke kleding heb je gedragen?,
• wat was je leukste en minst leuke ervaring?
Slide 23 - Slide
HACÍA
frío
calor
viento
sol
X grados
ESTABA
nublado
soleado
NIETS, werkwoord vervoegd
HABÍA
tormenta
niebla
chubascos
EN IMPERFECTO - recuerda: ER = ía ; AR= aba
llovía
nevaba
granizaba
Slide 24 - Slide
¿Cómo?
1. HUISWERK: woorden vocabulaire
2. reader: 2 eerste punten
3. punt 3&4
4. oefenen
5. + vervoersmiddelen + presentatie (verder)
Slide 25 - Slide
HE IDO EN
Slide 26 - Slide
ONDERWERPEN
• waar je deze zomer (in het Spaans: este verano + perfecto) bent geweest,
• vertel iets over het land (in de tegenwoordige tijd!). Waar bevindt het land zich, hoeveel inwoners, een leuk feitje over het land,
wat je er allemaal hebt gedaan (actividades de verano)
met wie je op vakantie bent geweest (He ido de vacaciones con . . .),
hoe het weer was (gebruik hier de imperfecto)
welke vervoersmiddelen heb je gebruikt,
• wat heb je daar gegeten/gedronken? Was het een typisch gerecht of drankje? Hoe smaakte het? (imperfecto)
• welke kleding heb je gedragen?,
• wat was je leukste en minst leuke ervaring?
Slide 27 - Slide
He comido...
Slide 28 - Slide
me gustó/no me gustó porque
ESTABA
asqueroso/a
sabroso/a
bueno
rico
Slide 29 - Slide
LLEVABA... +UN/UNO/UNOS/UNAS + kleur(s)
Slide 30 - Slide
ONDERWERPEN
• waar je deze zomer (in het Spaans: este verano + perfecto) bent geweest,
• vertel iets over het land (in de tegenwoordige tijd!). Waar bevindt het land zich, hoeveel inwoners, een leuk feitje over het land,
wat je er allemaal hebt gedaan (actividades de verano)
met wie je op vakantie bent geweest (He ido de vacaciones con . . .),
hoe het weer was (gebruik hier de imperfecto)
welke vervoersmiddelen heb je gebruikt,
wat heb je daar gegeten/gedronken? Was het een typisch gerecht of drankje? Hoe smaakte het? (imperfecto)
welke kleding heb je gedragen?
wat was je leukste en minst leuke ervaring?
Slide 31 - Slide
LO MEJOR HA SIDO:
la playa, la comida, el tiempo, el viaje, la experiencia...
Me ha gustado porque...
LO PEOR HA SIDO:
el tiempo, la comida, la gente (de mensen), el tráfico, los precios altos (de hoge preizen)
no me ha gustado porque...
Slide 32 - Slide
¿Qué has hecho en las vacaciones?
he .....
Slide 33 - Slide
Lijst woorden
Eerste 20 woorden op papier opschrijven.
Schrift
Doel volgende les: eerste 10 uit je hoofd
Vraag elkaar af
Slide 34 - Slide
PRESENTATIE - SEMANA 6
- ¿Dónde has estado/ido estas vacaciones? vertel iets over het land
- ¿Qué has hecho? ¿Con quién?
- Has ido en barco/avión/coche/tren/bus?
- ¿Me ha gustado mucho/no me ha gustado... / mi memoria favorita
Slide 35 - Slide
Este verano he ido a un pueblo al sur de Vic. Se llama Vilalta. En Vilalta no hace mucho calor, pero este verano hacía mucho sol y hacía 26 grados de promedio.
Slide 36 - Slide
Vilada está en Catalunya. Es un pueblo cerca de Vic. Vic es famoso por su "pa de pessic" un bizcocho dulce, super esponjoso y delicioso. En Vic también hay mucho fuet.
Slide 37 - Slide
Este verano he ido a un campamento de verano. No he ido con mis padres, hemos ido en autobús desde Barcelona con un club de excursionismo.
Slide 38 - Slide
He ido al lago muy a menudo porque hacía buen tiempo
Slide 39 - Slide
Por la tarde hemos comido con todos los niños y niñas, la comida estaba muy buena y no estaba demasiado salada. He comido mucho chocolate y he bebido mucho zumo.
Slide 40 - Slide
Estos eran los dormitorios, las camas eran muy incómodas. Todos los niños hablaban mucho por la noche, era difícil dormir.
Slide 41 - Slide
Cada noche bailábamos en la disco del pueblo
Slide 42 - Slide
En la despedida yo estaba muy triste. Me lo he pasado muy bien este verano, ha sido muy especial