deel 6 Wat verandert er op demografisch en economisch vlak? 2022

1 / 42

Slide 1: Slide

geschiedenisSecundair onderwijs

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Revolutie of evolutie?

Revolutie: een grote verandering op één of meer maatschappelijke domeinen meestal in een korte tijdsperiode

Evolutie: geleidelijke verandering over een langere tijdsperiode

Slide 2 - Slide

Bekijk de volgende afbeelding aandachtig

-bekijk het landschap

-bekijk de gebouwen

- bekijk de personen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vergelijk de twee zichten op Gent

Noteer in je cursus de opvallende verschillen en duid ze aan op de tekeningen pp. 27-28

Slide 5 - Slide

p.27

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Evolutie van de bevolking

demografie=

Slide 8 - Slide

p.28

Slide 9 - Slide

Verklaringen?

Slide 10 - Slide

Wat bevordert de bevolkingstoename?

meer en beter voedsel
minder oorlogen
betere medische kennis

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Verband landbouw en bevolking ?

Slide 13 - Slide

p.28

Slide 14 - Slide

Wat bevordert de landbouwproductie:

Slide 15 - Slide

Wat bevordert de landbouwproductie:

betere bemesting
betere werktuigen
wisseling van gewassen/landbouwmethode
gebruik van paard
nieuwe gewassen

Slide 16 - Slide

situatie bevolking en landbouw

toename voedsel

meer bevolking

gunstig voor beginnende industrialisatie

voedsel goedkoper -> meer vraag naar andere producten

meer werkkrachten

Slide 17 - Slide

Bestaande en nieuwe energiebronnen en de toepassing ervan in de textielnijverheid

werkbladen pp. 30-35

Slide 18 - Slide

Mechanisatie

voorwaarde=

Nieuwe energiebronnen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Noteer op p. 30

Duid op beide prenten de energiebronnen aan.

Noteer bij elke energiebron twee nadelen.

Slide 21 - Slide

Video

Histoclips: De industriële revolutie

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

https:

Slide 25 - Link

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

3. Textielindustrie p. 32

Slide 28 - Slide

Waarom was het absoluut nodig dat de textielindustrie sneller kon produceren?

de rijke mensen wilden meer kleding

het werk in de textielsector was te zwaar

er waren meer mensen en dus meer nood aan kleding

De lonen in de textielsector waren te laag

Slide 29 - Quiz

Er waren verbeteringen:

- in het weven met...

Slide 30 - Slide

Schietspoel

1733

Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.

Slide 31 - Slide

p. 34

Bekijk op de 'balans-afbeelding' hoe de schietspoel ervoor zorgt dat 1 wever het spinnen van 4 spinsters kan verwerken.

Slide 32 - Slide

Er waren verbeteringen:

- in het spinnen met...

Slide 33 - Slide

Spinning Jenny

1764

Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen

Slide 34 - Slide

p. 34

Bekijk op de afbeelding hoe de spinning Jenny het werk beïnvloedt.

Slide 35 - Slide

02:11

Noem de energiebronnen die je in het filmpje zag. (dus gebruikt voor de industriële revolutie)

Slide 36 - Open question

02:12

welke nadelen hadden deze energiebronnen?

het was tijdrovend

de bron was niet altijd aanwezig

het was duur

er waren geen nadelen

Slide 37 - Quiz

04:04

Welke activiteiten in de textielindustrie werden verbeterd?

Slide 38 - Open question

04:46

Selecteer de juiste uitspraken:De textielproductie volstaat niet, wat zijn de gekozen oplossingen?

men voert kleding in uit het buitenland

men verbetert het spinnen door invoeren van de schietspoel

men gebruikt de spinning jenny om sneller te weven

geen van deze uitspraken

Slide 39 - Quiz

06:47

Noem twee voordelen en twee nadelen van de stoommachine

Slide 40 - Open question

07:28

Welke oplossing bedenkt men om steenkool te vervoeren naar de fabrieken?

Slide 41 - Open question

07:38

Wat zou de vernieuwing zijn?

een vrachtwagen

een vliegtuig

een trein

Slide 42 - Quiz