Na Klar Kap 3 les 5

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Les 5

Lernziel: 

Je kan de werkwoorden hebben en zijn vervoegen in de tegenwoordige tijd.

Inhalt:

Herhaling TB S 58+59

Grammtica-uitleg hebben/zijn

Zelfstandig opgaven maken

Evaluatie in Lessonup

Vertaal: Ik wil graag een broodje met worst. (let op Hoofdletters en punt)

Vertaal: de chocolademelk

Vertaal):
(een) Frau ist alt.

1. Ein
2. eine

(Een) Thee ist heiß.

1. Ein
2. Eine

(een) Ei schmeckt gut!

1. Ein
2. Eine

Vertaal:
Wat wil je graag eten?

1. Was möchtest du essen?
2. Was möchtst du essen?
3. Was möchtest dir essen?
4. Was möchtst dir essen?

Noem een vorm met
bijv ik/hij/zij enz. van hebben/zijn
in het Nederlands

zijn = sein

ik	ben	ich	bin
jij	bent	du	bist
hij/zij/het	is	er/sie/es	ist
wij	zijn	wir	sind
jullie	zijn	ihr	seid
zij	zijn	sie	sind
U	bent	Sie	sind

hebben = haben

ik	heb	ich	habe
jij	hebt	du	hast
hij/zij/het	heeft	er/sie/es	hat
wij	hebben	wir	haben
jullie	hebben	ihr	habt
zij	hebben	sie	haben
U	hebt	Sie	haben

Leertips

* stampen

* denk aan het Nederlands

* schrijf het elke dag een paar keer op, dan onthoud je het makkelijker

Vul in:
Ich ... 14 Jahre alt.

1. habe
2. bin
3. hast
4. bist

Vul in:
Wir ........ ein Hund.

1. sind
2. habt
3. haben
4. sein

Vul in:
Ihr .... groß.

1. seid
2. sind
3. habt
4. haben

Vul in:
Du ..... lieb.

1. hast
2. bist
3. bin
4. ist

Zelfstandig aan de slag

Iedereen gaat zelfstandig aan de slag met de online grammaticatrainers werkwoorden haben en sein + opdrachten 37+38 (3.4) + 48+49 (3.5). 

Opdr 37+38: werkwoord haben

Opdr 48+49: werkwoord sein

Haben/sein zijn ...

1. makkelijk
2. moeilijk
3. redelijk te doen
4. snap er niets van

Hausaufgaben

1. Indien niet af tijdens deze les: maken opdr 37+38+48+49 in Online Na Klar omgeving.

2. Leren: TB S59 + gram  B+C