Zet deze beschrijvingen in de juiste volgorde.
1 De waterkolom boven de korst verspreidt zich over de oceaan, er ontstaat een golf.
2 In de buurt van het land wordt de zee ondieper en nauwer, waardoor de golf afremt en in hoogte toeneemt, voordat deze de kust bereikt.
3 Er vindt een zeebeving plaats, waardoor een stuk oceanische korst omhoog schiet.
4 De golf verplaatst zich met hoge snelheid in alle richtingen.