Introductie NAH Cohort 2021 Maatschappelijke zorg

NAH
Introductie


Keuzedeel NAH
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

NAH
Introductie


Keuzedeel NAH

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is niet-aangeboren hersenletsel?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Wat is niet-aangeboren hersenletsel?
Niet-aangeboren hersenletsel of NAH is schade aan de hersenen, ontstaan in de loop van het leven.

Twee soorten: 
Traumatisch hersenletsel
Niet-traumatisch hersenletsel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Traumatisch hersenletsel
Ontstaat door een oorzaak buiten het lichaam. 
Voorbeeld: 
Val van een trap, 
Ongeluk in het verkeer of een Harde klap op het hoofd bij een vechtpartij. 

Niet-traumatisch hersenletsel
Ontstaat door een proces in het lichaam. 
Voorbeeld door:
Bloedingen
Ziekten
Ontstekingen
Vergiftigingen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Grote hersenen (ook wel ‘Cerebrum’ genoemd).
• Voorhoofdskwab (vooraan) – Analytisch vermogen, planning, organiseren, abstract denken, etc.
• Wandbeenkwab (bovenop) – Ruimtelijk inzicht, gevoel (sensorisch), beweging
• Slaapkwab (aan de zijkanten) – Geheugen, taal, gehoor
• Achterhoofdskwab (achterin) – Visueel
2. Kleine hersenen ’cerebellum’ (onder/achter de grote hersenen) – Evenwicht, motorische aansturing.
3. Hersenstam (onder de hersenen) – Belangrijkste levensfuncties (hartslag, bloeddruk, ademhaling,
temperatuur)
Tour door je brein
De volgende slide bevat een link naar de website van de hersenstichting, het breinmuseum.
Deze tour beluister je het beste met koptelefoon of oortjes in.
Let op! Niet beluisteren wanneer je snel overprikkeld raakt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Cijfers 
ENKELE CIJFERS
Jaarlijks krijgen zo’n 46.000 mensen een beroerte of CVA.
Niet-aangeboren hersenletsel is de belangrijkste doodsoorzaak bij kinderen en jongeren.
Elk jaar lopen circa 140.000 mensen hersenletsel op van wie er 10.000 dit niet overleven.
Van de 130.000 hersenletselpatiënten per jaar die overleven zijn er 19.000 kinderen en jongeren van 0 tot 24 jaar.



Elk jaar komen er ongeveer 40.000 mensen bij die forse blijvende beperkingen overhouden aan hersenletsel.
In Nederland wonen ongeveer 650.000 mensen die beperkingen ervaren als gevolg van hersenletsel.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

In gesprek met elkaar:
Ken jij iemand in je omgeving die hersenletsel heeft?

Waaraan kun je zien dat deze persoon een beschadiging aan de hersenen heeft?

Zijn er ook onzichtbare gevolgen bij deze persoon? Zo ja, welke?

Wat kan hij/zij niet meer of minder goed?

Is deze persoon veranderd? Waar merk je dit aan?

Welke begeleiding heeft hij/zij gehad?

Welke consequenties heeft het hersenletsel gehad voor de omgeving van deze persoon?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ervaar hoe het is om hersenletsel te hebben
Je staat in China op een vliegveld. Je moet overstappen en verder vliegen naar een ander vliegveld. Daarvoor moet je naar een andere gate. Alles is echter aangegeven in het Chinees en dat kun je niet lezen. Je wilt de weg aan iemand vragen maar niemand verstaat of spreekt Engels.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Beantwoord de vragen
Hoe voel je je? 
Hoe zou je je uiten? 
Hoe had je dit kunnen voorkomen?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Noem 3 woorden die bij je opkomen na het zien van dit filmpje

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions