Schildklieraandoeningen

Schildklieraandoeningen 


Donderdag 12 juni
Boek Farmacotherapie voor AA
H23

Farmalect module
Schildklieraandoeningen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BspMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Schildklieraandoeningen 


Donderdag 12 juni
Boek Farmacotherapie voor AA
H23

Farmalect module
Schildklieraandoeningen

Slide 1 - Slide

Lesprogramma 
- Herhaling tbv toets vrijdag
- Lesdoelen 
- Nieuwe stof
- Terugkoppeling lesdoelen
- Vragen over de toets? 
- Huiswerk/opdracht Farmalect 

Slide 2 - Slide

Ready voor toets? 

Test je kennis 

Slide 3 - Slide

Welke stof bevat de morning-afterpil?
A
Desogestrel
B
Levonorgestrel
C
Ethinylestradiol
D
Norethisteron

Slide 4 - Quiz

Welke stof bevat de prikpil?
A
Desogestrel
B
medroxyprogesteron
C
Ethinylestradiol
D
Norethisteron

Slide 5 - Quiz

Wat is juist over het gebruik van de prikpil?
A
De prikpil moet eenmaal per maand intraveneus geïnjecteerd worden
B
De prikpil moet eenmaal per 3 maanden intramusculair geïnjecteerd worden

Slide 6 - Quiz

Welke stof bevat het hormoon bevattende spiraal Mirena?
A
Desogestrel
B
Ethinylestradiol
C
Levonorgestrel
D
Ulipristal

Slide 7 - Quiz

Wat is de werking van het progesteron bevattende IUD?
A
Het baarmoederslijmvlies wordt minder goed opgebouwd voor innesteling
B
Er vindt geen ovulatie plaats

Slide 8 - Quiz

Beschrijf de 3 vormen van incontinentie

Slide 9 - Open question

Welke vorm van incontinentie wordt niet met medicatie behandeld?
A
Druppel of overloop incontinentie
B
Aandrang of urge incontinentie
C
Stress of inspanningsincontinentie

Slide 10 - Quiz

Welke medicatie behoort tot behandeling van aandrang incontinentie?
A
Silofenacine
B
Tolterodine
C
mirabegron
D
alle antwoorden juist

Slide 11 - Quiz

Welke gnm behoren tot behandeling van Benigne prostaathyperplasie
A
alfuzosine
B
doxazosine
C
finasteride
D
alle antwoorden juist

Slide 12 - Quiz

Wat is de werking en bijwerking van Tamsulosine

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Lesdoelen 
Je kunt: 
- Oorzaak en gevolg van schildklieraandoeningen uitleggen

- Verschil tussen Thyreomimetica en Thyreostatica benoemen

Slide 15 - Slide

Schildklieraandoeningen
Onderwerpen 
- Thyreomimetica > Hypofunctie
- Thyreostatica > Hyperfunctie 
- Medicatiebewaking 
- Afleverinformatie 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

In Nederland 
Ruim 700.000 mensen hebben schildklierafwijking.

Vermoedelijk meer zonder diagnose  

Slide 18 - Slide

Thyreomimetica 
- Schildklierhormoon > nabootsing van schildklier
- Bij te trage functie van schildklier >  Hypothyreoïdie
-  voorkomen van vergroting schildklier > Struma  
- Geneesmiddel > Levothyroxine 
- half uur voor ontbijt innemen 

Slide 19 - Slide

Oorzaken van  Hypothyreoïdie
- Ziekte van Hashimoto, auto immuunziekte is levenslang
-  Tijdelijke Hypothyreoïdie, herstel 1 tot 4 maanden  
- radiotherapie of chirurgie
- geneesmiddelgebruik (lithium/amiodaron)

Slide 20 - Slide

Thyreostatica
- Bij een hyperfunctie > schildklier produceert te veel hormoon 
- Patiënt is vaak mager en nerveus 
- Behandeling > operatie, bestralen, geneesmiddelgebruik
- geneesmiddel > Thiamizol 

Slide 21 - Slide

Oorzaken hyperfunctie
- Ziekte van Graves, auto immuunziekte 
- Vergroting van schildklier
- Virale infectie 
- Toxisch adenoom
- geneesmiddelgebruik (lithium/amiodaron) 

Slide 22 - Slide

Welke contra-indicatie en Interactie heeft schildklieraandoeningen?

Slide 23 - Open question

Afleverinformatie 
- Patiënt goed instrueren hoe te gebruiken 
- In de ochtend half uur voor ontbijt, op lege maag
- Mag niet tegelijkertijd samen met bepaalde gnm zoals IJzerpreparaten en calciumpreparaten > 4 uur later 
- deze bellemmeren de opname van schildklierhormoon, dus de werking is dan ook minder effectief 

Slide 24 - Slide

Terugkoppeling Lesdoelen 
Je kunt: 
- Oorzaak en gevolg van schildklieraandoeningen uitleggen

- Verschil tussen Thyreomimetica en Thyreostatica benoemen

Slide 25 - Slide

welke oorzaken herinner je van Hypothyreoïdie en hyperfunctie

Slide 26 - Open question

Bij hyperfunctie is er sprake van traag werkende schildklier
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Bij Hypothyreoïdie is er sprake van traag werkende schildklier
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Thyreomimetica =
A
Levothyroxine
B
Thiamizol

Slide 29 - Quiz

Thyreostatica =
A
Levothyroxine
B
Thiamizol

Slide 30 - Quiz

Farmalect 
Maak module 

Schildklier
aandoeningen 

Slide 31 - Slide