Delier en Depressie en Onbegrepen gedrag bij ouderen

Delier en Depressie (bij ouderen)
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Delier en Depressie (bij ouderen)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je:

- Uitleggen waarom het zo moeilijk is om een delier en een depressie te herkennen
- Risicofactoren voor een delier en een depressie op oudere leeftijd te herkennen
- Aan de slag gaan met onbegrepen gedrag 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe gaan we dat doen?

- Filmpjes kijken
- Vragen beantwoorden
- Casus lezen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Opdracht 

Beschrijf in je eigen woorden wat  een delier is en welke verschijnselen erbij horen. Gebruik daarbij Internet. (10 minuten)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Een delier heeft altijd een lichamelijke oorzaak
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een delier krijg je alleen als je boven de 70 jaar bent
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Iemand met een delier kan zowel onrustig zijn als apathisch (heel rustig)
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een delier is in de avond en nacht erger
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een delier komt geleidelijk
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Theorie; delier

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Een delier ontstaat als het de hersenen niet meer lukt om alle prikkels, die van binnen en buiten het lichaam de hersenen binnenkomen, samen te voegen tot één verhaal. Ze kunnen niet meer van alle informatie een logisch beeld van de werkelijkheid maken.

Het ontstaan van een delier heeft een lichamelijke oorzaak. Ziekten aan hart, longen, ontstekingen en operaties zijn bekende voorbeelden. Maar ook een darmverstopping, een blaasontsteking, het gebruik van medicijnen of het plots stoppen van medicijnen of alcohol kunnen een delier veroorzaken.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Depressie bij ouderen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Welke ervaring heb jij met ouderen/zorgvragers die depressief zijn?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Beantwoord in groepjes de volgende vragen
1. Noem 5 kenmerken van een depressie
2. Noem risicofactoren voor het ontstaan van een depressie op latere leeftijd?
3. Waarom is het zo moeilijk een depressie bij ouderen te herkennen?
4. Wat kunnen gevolgen zijn van een depressie?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions


Wat zijn risicofactoren voor het ontstaan van een depressie als je oud bent?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Waarom is het zo moeilijk om een depressie bij ouderen te herkennen?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wanneer spreek je van een depressie?
Er is sprake van depressie als iemand minstens twee weken lang vijf van de volgende kenmerken volgens DSM-5 vertoond;

- Depressieve stemming (of geprikkeldheid bij kinderen en jongeren) gedurende vrijwel de gehele dag, bijna elke dag.
- Duidelijke vermindering van interesse voor of plezier aan (bijna) alle activiteiten, gedurende vrijwel de gehele dag, bijna elke dag.
- Onopzettelijk, duidelijk gewichtsverlies of onopzettelijke gewichtstoename, of een af- of toename van de eetlust. Bij kinderen kan er sprake zijn van het uitblijven van de verwachte gewichtstoename.
- Slaapklachten: niet (voldoende) kunnen slapen, te veel moeten slapen, bijna elke dag.
- Psychomotorische gejaagdheid of geremdheid, bijna elke dag.
- Vermoeidheid of verlies van energie, bijna elke dag.
- Gevoelens van waardeloosheid, of ernstige c.q. inadequate schuldgevoelens.
- Vermindering van het vermogen om te denken, zich te concentreren, of besluiteloosheid.
- Gevoelens van wanhoop, zelfmoordgedachten, fantasieën over zelfmoord zonder specifieke plannen, een zelfmoordpoging of een specifiek plan voor zelfmoord. Niet alleen de vrees dood te gaan.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Syndroom of stoornis?
- Depressieve syndroom; indien er vijf symptomen aanwezig zijn inclusief neerslachtige stemming en/of interesseverlies

- Depressieve stoornis; indien er depressieve klachten zijn,  drie a vier symptomen 
- Komt bij oudere boven de 65 jaar vaker voor 


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Risicosignalering: verandering slaappatroon, piekeren, verstrooid raken, verminderde concentratie, gevoel naderende depressie moeten tegenhouden.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken depressie

  • Biologische factor: Erfelijkheid
  • Psychische factor: Persoonlijk eigenschappen, Karakter 
       (b.v. negatief denken, weinig probleemoplossend vermogen)
  • Sociale factor: Life events (schokkende gebeurtenissen in je                leven)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

In gesprek met een zorgvrager met depressie
- spreek in termen van actie
- Begeleid op directieve wijze, zonder dwingend te zijn
- Sluit aan bij de beleving van de zorgvrager (zonder erin door te schieten, of te vrolijk te doen)


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Casus 1
Mw. de Leeuw is 81 jaar. Mw. is vorige week teruggekomen uit het ziekenhuis nadat zij haar heup had gebroken. Mw. is de afgelopen dagen erg onrustig en ziet beelden voor zich die er niet zijn. Ook vanmorgen met de ADL is mw. erg onrustig en wil niet geholpen worden met de ADL. Ze slaat om haar heen en jij herkent mw. zo totaal niet. Toch wil je mw. graag helpen. Wat ga je doen? 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Casus 2
Dhr. Joosse woont al een tijdje bij jullie op de afdeling. Dhr. is een hele lieve, stille man en kijkt veel voor zich uit. Eet weinig, en komt lastig uit bed. De afgelopen weken is dhr. slecht te motiveren voor activiteiten. Jullie gaan met de bewoners van de woongroep sjoelen en dhr. Joosse moet ook gemotiveerd worden om mee te doen. 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Casus 3
Ze drukt traag haar sigaret uit in de volle asbak. Ze kijkt nauwelijks naar wat ze doet, haar vingers komen stoffig onder de as. Het is haar derde sigaret sinds ze uit bed is. Ze beweegt haar hand weer naar haar pakje sigaretten. Willemien heeft al 3 dagen zich niet gedoucht. Willemien, ik vind dat je voor nu even genoeg gerookt hebt. Ik vind dat je je eerst moet gaan wassen en je moet aankleden. De stem van Nick klinkt vriendelijk, maar ook dringend. Willemiens gezicht draait zich tergend langzaam, uitdrukkingsloos om naar Nick. Hij staat licht voorovergebogen naast Willemien. Hij ziet haar lege doffe blik, haar afhangende schouders, haar haren lang en verward om haar hoofd, half voor haar onverzorgde gezicht. Waarom? Ik ben het niet waard. Ik weet het niet, ik kan niet,’ klinkt het vertwijfeld uit Willemiens mond. Haar hoofd zakt weer wat voorover.

Slide 34 - Slide

Vriendelijk, dringend