Passeport: Mon plat

1 / 25
next
Slide 1: Video
Stroming INTERNATIONALISERENMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

0

Slide 1 - Video

C'est moi + Ma Journée
De filmpjes zijn allemaal binnen....

Ook allemaal bekeken....

En ook allemaal besproken met jullie door meneer Dijkman.

Slide 2 - Slide

Mon style
le grand défilé de mode est fini....

De filmpjes worden beoordeeld op de critiria
- originaliteit
- uitspraak
- voordracht [wel/niet voorlezend, tempo van praten, begrijpbaarheid]
- voordracht op het podium


Slide 3 - Slide

Mon plat

Slide 4 - Slide

Mon plat
  • Eerst de opdracht bestuderen en goed bekijken
  • Wat moet er precies gebeuren?

Slide 5 - Slide

Mon plat
  • Zoek naar typische FRANSE gerechten.
  • Zoek de  recepten en de wijze van bereiding .
  • Zet dit op papier.
  • Dit moet omgezet worden in het Frans.

Slide 6 - Slide

Mon plat
  • Maak afspraken over de boodschappen
  • Maak afspraken over de plek waar jullie het gaan bereiden.
  • Maak het script voor het filmen van de bereiding.
  • Maak het script voor het opeten van jullie gerecht.

Dat samen maakt 1 film over "MON PLAT"

Slide 7 - Slide

Mon plat
Les 1 donderdag 6 juni 
  • INTRO
Les 2 dinsdag 11 juni 
  • Verwerking franse tekst voor in het script
Les 3 donderdag 13 juni 
  • Verwerking script


Slide 8 - Slide

Mon plat
  • Les 1 donderdag 6 juni INTRO
  • Les 2 dinsdag 11 juni Verwerking tekst voor in het script
  • Les 3 donderdag 13 juni Verwerking script
  • Les 4 dinsdag 18 juni Uitspraak oefenen / tekst leren
  • Les 5 donderdag 20 juni Boodschappen/bereiding/opeten dus en script uitvoeren.
Les 6 en 7:
Hierna nog 2 lessen voor de PWW... Voorbereiding Stromingendag


Slide 9 - Slide

Faire des courses
Wat heb je nodig?

Hoeveel heb je ervan nodig?

Hoe zeg je dat in het Frans?

Slide 10 - Slide

TB p. 86
Geen lidwoord  / geen telwoord?

Na een hoeveelheidswoord?

Welke hoeveelheidswoorden
zie je vaak in een recept?

Slide 11 - Slide

les quantités:
une bouteille de    .....een fles
un verre de    ......een glas
une cannette de    ......een blikje
un paquet de    ......een pakje
une boite de    ......een doos
un peu    ......een beetje

un kilo d’asperges
un pot de confiture
une bouteille d’eau
cent grammes de roquefort
beaucoup de carambars
un paquet de chips

Slide 12 - Slide

Faire des courses:
Nous avons acheté du lait
J'ai acheté des tomates

Vous avez besoin de 50 grammes de lait
Vous avez besoin de 3 tomates

Slide 13 - Slide

une recette
- le nombre de personnes :
   pour 4 personnes
- le temps de préparation et le temps de cuisson
   Parfois, on précise aussi la température du four.
   préparation 15 min – cuisson 25 min
- les ingrédients et les quantités : 
   On a besoin de: ......50 g de beurre  -  100 g de farine

Slide 14 - Slide

une recette
- les ustensiles : c'est le matériel qu'on va devoir utilise:
   On a aussi besoin de ......une casserole, un fouet
- la préparation : ce sont les étapes qu'il va falloir suivre dans l'ordre.
   On les écrit avec des phrases courtes, en utilisant des verbes à l'infinitif :
   couper le chocolat en petits carrés
   On les dit:
   On coupe le chocolat en petits carrés

Slide 15 - Slide

Welke werkwoords-vorm gebruik je?
Je hebt de keuze uit 3 mogelijkheden....
Je kiest er eentje! Die gebruik je elke keer weer!




Meer op de volgende dia's...
On ajoute
On verse
On mélange
Ajoute
Verse
Mélange
Ajoutez
Versez
Mélangez

Slide 16 - Slide

"Doe dit, doe dat"-zinnetjes:

Als je vertelt wat je moet doen:
kun je de on-vorm gebruiken

---------------------------------->>
On mélange la farine, le sucre et le sel

On ajoute les oeufs. On mélange bien.

On ajoute ....

On verse un peu ....

On fait cuire ....

DENK AAN DE UITSPRAAK !!

Slide 17 - Slide

"Doe dit, doe dat"-zinnetjes:

Als je vertelt wat je moet doen:
kun je de je-vorm gebruiken

Voor de gebiedende wijs gebruik je de
je-vorm       ----------------------->>



Het onderwerp laat je dan wel weg!!!





Mélange la farine, le sucre et le sel

Ajoute les oeufs. Mélange bien.

Ajoute ....

Verse un peu ....

Fais cuire ....

DENK AAN DE UITSPRAAK !!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

"Doe dit, doe dat"-zinnetjes:

Als je vertelt wat je moet doen:
kun je de vous-vorm gebruiken

Voor de gebiedende wijs gebruik je de
 vous-vorm  ---------------------->>



Het onderwerp laat je dan wel weg!!!





mélangez la farine, le sucre et le sel

ajoutez les oeufs. On mélange bien.

ajoutez ....

versez un peu ....

faites cuire ....

DENK AAN DE UITSPRAAK !!

Slide 20 - Slide

UITSPRAAK:
Bij de je-vorm hoor je de e vaak niet!






Bij de vous-vorm klinkt de ez als een lange eeee



Je-vorm
Mélange la farine, le sucre et le sel
Ajoute les oeufs. Mélange bien.




Vous-vorm
Mélangez la farine, le sucre et le sel
Ajoutez les oeufs. Mélangez bien.



Slide 21 - Slide

au travail !
Maak het script

  1.  de franse teksten
  2. wie doet wat / wie zegt wat / wie filmt er / ...
Tip: vertel steeds wat je doet: tafel dekken / afruimen / koken / afwegen van ...

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video

Deze week en volgende week:
Donderdag: koken / filmen
Dinsdag: film in elkaar zetten + info Luik
Donderdag: film in elkaar zetten + info Luik

Vrijdag 28 juni
Inleveren film: we Transfer voor 12.00 uur

Slide 25 - Slide