B5 Onderzoek naar evolutie

Missing link
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Missing link

Slide 1 - Slide

B5 Onderzoek naar evolutie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een stroming die evolutie en schepping probeert te combineren?
A
Degeneratie
B
Neodarwinisme
C
Naturalisme
D
Intelligent design

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen B5
- Je kent enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap
- Je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
- Je kunt een stamboom en een verwantschapsschema aflezen en construeren

Slide 6 - Slide

Verwantschap aantonen
Door te kijken naar de anatomie. Hoe meer overeenkomsten hoe groter de verwantschap. 

  • Homoloog; dezelfde bouw  (dus meer verwant), maar verschillende functies
  • Bv vin dolfijn en vleugel vleermuis
  • Analoog; andere bouw (dus minder verwant), maar dezelfde functie
  • Bv vin walvis en vin pinguïn 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

DNA-analyse
Dan kijk je naar de volgorde van het DNA (DNA-sequenties). Hoe meer dit overeenkomt hoe groter de verwantschap.

Slide 13 - Slide

Rudimentaire organen
Organen die hun functie verloren hebben, in de loop van de tijd, kunnen deze nog wel aangelegd worden, maar zich niet verder ontwikkelen: rudimentaire organen.

Deze hebben ook een gelijke embryonale ontstaanswijze en duiden dus ook op een gemeenschappelijke voorouder.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Biochemie
Argumenten die pas de laatste halve eeuw verzameld zijn:

- in alle cellen vindt mitose en meiose op dezelfde manier plaats
- Organismen worden uit dezelfde stoffen opgebouwd. Hoe groter de overeenkomst in stoffen, hoe groter de verwantschap.

Slide 17 - Slide

Maken
Opdrachten 67 tm 82 vanaf blz. 267

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Wat is geen voorbeeld van het evolueren van een soort?
A
Giraffen hebben door de eeuwen heen een langere nek gekregen
B
ijsberen hebben steeds lichtere vacht gekregen
C
kikkers zijn vanuit eitjes in kikkervisjes veranderd
D
berkenspanners (vlinders) hebben donkere vleugels gekregen

Slide 23 - Quiz

Hoe planten meercellige schimmels zich voort?
A
Door zaden
B
Door deling
C
Door sporen
D
Door uitlopers

Slide 24 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met "Survival of the fittest"?
A
De best aangepaste organismen overleven
B
Als je te weinig sport ga je dood
C
De snelste organismen overleven
D
De best aangepaste organismen overleven en planten zich voort.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Fossielen
  • Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten.
  • Door paleontologie leveren deze veel informatie, zoals de ouderdom van het gesteente, hoe het fossiel behandeld moet worden.
  • Gidsfossielen zijn fossielen die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode en daardoor tijdsbepaling leveren.

Slide 27 - Slide

Trilobiet
Gidsfossiel voor het Cambrium

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide