Het Betoog

Wat weet je van de opbouw van het betoog? Noteer alles!
1 / 26
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat weet je van de opbouw van het betoog? Noteer alles!

Slide 1 - Mind map

Welk tekstdoel heeft een betoog?

Slide 2 - Mind map

Noteer hoe je citeert tijdens je tentamen.

Slide 3 - Mind map

'Het verbod op vuurwerk'
Maak hier een motiverende titel van.

Slide 4 - Open question

'AUW! M'n vinger ligt eraf!'
Bedenk een informerende ondertitel

Slide 5 - Open question

Laptops en ipads op school
Je schrijft een betoog
Je gebruikt een argumentatiestructuur.

Slide 6 - Slide

Wat kan de stelling zijn?

Slide 7 - Open question

Twee argumenten voor de stelling.

Slide 8 - Open question

Een tegenargument op het voorargument

Slide 9 - Open question

Waarom neem je een tegenargument op in je betoog?

Slide 10 - Open question

A U B methode :

  • Argument / kernzin
  • Uitleg
  • Bijvoorbeeld

Slide 11 - Slide

Is de volgende alinea opgebouwd volgens de AUB-methode?

Slide 12 - Slide


  • Vuurwerk zou verboden moeten worden omdat dit veel slachtoffers scheelt tijdens de jaarwisseling.
  • Door het verkeerd afsteken van, en stunten met vuurwerk raken jaarlijks honderden mensen gewond.
  • Zo belandden er in 2019 tijdens oud en nieuw alleen in Utrecht al honderdvijftig jongeren op de eerste hulp, omdat op een groot feest een meganitraat was afgestoken.

Slide 13 - Slide

Is de volgende alinea opgebouwd volgens de AUB-methode?

Slide 14 - Slide

Wanneer de examens verspreid worden over een langere periode, zullen de examenleerlingen minder stress ervaren en meer gefocust zijn. 
Dit komt doordat ze leerlingen minder vakken hebben in een langere tijdsperiode. Ze kunnen zich nu op een klein aantal vakken per keer focussen in plaats van alle vakken in een keer. Hierdoor heb je dus als examenleerling een minder drukke planning. 
Stel dat je eerst zeven examens zou moeten doen in een periode van een week, kan je ze nu verdelen over twee periodes. Zelf ben ik goed in Engels en geschiedenis, dus zou ik er voor kiezen om deze twee vakken in de eerste periode af te sluiten. Zo heb ik meer tijd om te besteden aan de vakken die ik lastig vind.

Slide 15 - Slide

In de SE-week
Je schrijft een betoog.
Je gebruikt een argumentatiestructuur. Bij een beschouwing een voor-nadelenstructuur.
Je mapje krijg je terug bij de toets. 
In het mapje zit de schrijfopdracht.
Je kunt kiezen uit een beschouwing en een betoog.

Slide 16 - Slide

  • Argumentatiestructuur

  • inleiding :  aan het einde van de tweede alinea  de stelling/ standpunt . Bij een beschouwing komt hier een vraag.

  • midden:    argumenten voor de stelling
  •                     tegenargumenten en tegenargumenten op de tegenargumenten. Ook komen hier de subargumenten. Bij een beschouwing heb je geen tegenargumenten op de tegenargumenten.

  • slot:            , herhaling stelling  in andere bewoording/  herhalen van de belangrijkste argumenten , een conclusie en een uitsmijter.                         

Slide 17 - Slide

Alinea 5
Inleiding
Alinea 3+4
Slot
De aandacht trekken van de lezer
Stelling geven.
conclusie
Een tegenargument met weerlegging geven
argumenten geven met uitleg

Slide 18 - Drag question

De stelling is:
Scholen zouden hun eindexamens in twee periodes moeten verdelen.

  • Bedenk een voor deze stelling.
  • Bedenk een tegenargument.
  • Bedenk een tegenargument op het tegenargument

Slide 19 - Slide

Bedenk een voorargument

Slide 20 - Open question

Bedenk een tegenargument.

Slide 21 - Open question

Bedenk een tegenargument op het tegenargument.

Slide 22 - Open question

Waar moet je aan denken als je de eerste alinea schrijft?

Slide 23 - Open question

Tekststructuren voor een betoog/beschouwing:

Argumentatiestructuur?

Voor- en nadelenstructuur

Slide 24 - Slide



Het alcoholverbod moet afgeschaft worden.

  • Bedenk of je voor of tegen de stelling bent.
  • Bedenk twee argumenten en een tegenargument.
  • Zoek bronnen die jouw argumenten ondersteunen.
  • Schrijf je argumenten op.
  • Maak nu je bouwplan. 

Slide 25 - Slide

De opbouw hangt af van het standpunt van je publiek.

Standpunt van twijfel: 
Je publiek weet nog weinig of niets van het onderwerp. Ze hebben nog geen standpunt bepaald.

Tegenovergesteld standpunt:
Je publiek is het waarschijnlijk niet eens met je standpunt.

Slide 26 - Slide