Massacultuur - Sterren, jongerencultuur, subculturen

Massacultuur
sterren & idolen, jongerencultuur, subculturen

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Massacultuur
sterren & idolen, jongerencultuur, subculturen

Slide 1 - Slide


Massacultuur 1950-2021
  

        
middeleeuwen 
500-1500
Cultuur van de Kerk
renaissance / barok
15e/16e/17e eeuw IT/FR
Hofcultuur
HAVO
VWO
Hollands barok/classicisme
17e eeuw
Burgercultuur
VWO
romantiek/impressionisme
18e eeuw
Romantiek en Realisme
modernisme 
1900-1950
Cultuur Moderne
HAVO
VWO
massacultuur
1950-2021
Massacultuur
HAVO
VWO
EXAMENONDERWERPEN: 2024

Slide 2 - Slide

Opkomst massacultuur

Cultuur wordt voor grote groepen mensen bereikbaar, dankzij:
  • groeiende welvaart
  • meer vrije tijd
  • groter gemak door technische vernieuwingen in huishouden als         
     wasmachines, stofzuigers, etc.
  • technische ontwikkelingen waardoor kunst/cultuur dichtbij is: tv, radio,
     platenspelers, bioscopen

Slide 3 - Slide

Tijdens de massacultuur verdwijnen 'traditionele' opdrachtgevers of gebruikers van de kunsten.
Wie zijn die 'traditionele' opdrachtgevers/gebruikers?

Slide 4 - Open question

Wat is volgens jullie het belangrijkste verschil tussen modernisme en postmodernisme?

Slide 5 - Open question

Modernisme
Verzamelnaam voor verschillende stromingen begin van de 20e eeuw.

  • Afzetten tegen klassieke en traditionele kunst & tradities.
  • Genieten van volledige artistieke vrijheid (autonomie)

Slide 6 - Slide

Modernisme / Postmodernisme
geloof in vooruitgang/ vernieuwingsdrang en originaliteit
teruggrijpen naar verleden, doorgaan op wat al bestaat, stijlcitaten
kent vaste stromingen/ gedeelde theorie
individuele uiting kunstenaar
abstractie / geen inhoud/ niet verhalend
Less is more
ornament / inhoud / herkenbaarheid

Fantasy is more/ Less is a bore
hoge-lage kunst gescheiden
eclectisch (stijlenmix) en vervaging scheiding hoge en lage kunst
serieus
humoristisch of ironisch

Slide 8 - Slide


Voor dit massapubliek komen ook idolen voor de massa.
Kunst voor de massa is andere kunst dan kunst voor ‘elite’
    > traditionele opdrachtgevers als koning/keizer, kerk, adel zijn in de
       20e eeuw in westerse landen niet meer van belang. Zij hebben   
       andere voorkeuren dan gewone burgers. Bourgeoisie / goede
       burgerij heeft ook andere voorkeuren dan massa.
Tegelijkertijd komt er voor het eerst een jongerencultuur. Niet meer de volwassenen bepalen cultuur, maar de jongeren, met daarbinnen subculturen met eigen muziek / kleding / concerten / festivals / taal.



  • Voor dit massapubliek komen ook idolen voor de massa.

  • Kunst voor de massa is andere kunst dan kunst voor ‘elite’
     > traditionele opdrachtgevers als koning/keizer, kerk, adel zijn in de 20e eeuw in westerse 
        landen niet meer van belang. Zij hebben andere voorkeuren dan gewone burgers.
        Bourgeoisie / gegoede burgerij heeft ook andere voorkeuren dan massa.

  • Tegelijkertijd komt er voor het eerst een jongerencultuur.
  • Niet meer de volwassenen bepalen cultuur, maar de jongeren, met
     daarbinnen subculturen met eigen muziek / kleding / concerten / festivals / taal.


Slide 9 - Slide

Sterren & idolen

  • Voor het massapubliek komen idolen voor de massa.
  • Vanaf jaren ’50 veel sterren toevallig ontdekt
    (VB Marilyn Monroe, Elvis Presley) 
     Nu worden sterren ook 'gemaakt' - Iedereen kan een ster worden – VB The Voice, Idols,
     Je hoeft niet bijzonder talent te hebben - VB Real Life Shows
Voorwaarden om een ster te worden:
  • Gewone mensen kunnen zich identificeren met idolen: ‘Girl/boy next door’
  • Mythe vorming (VB vroege / onduidelijke dood) Kurt Cobain, Jim Morrison, James Dean
  • Bespelen media – altijd in de aandacht blijven
  • Vernieuwend zijn (VB Beyoncé)


Slide 10 - Slide

Opdracht
Kies een ster of idool uit de jaren 1950- 1990
Lees de informatie uit pagina 96-106 en maak in je schrift een pagina waarin je deze persoon aan de hand van de theorie beschrijft. 

Begrippen: Identificatie, boy or girl next door principe, Imago, Mythevorming
                        Macht van de media, Sekssymbolen, Fotografie/ Film/ Mode/ Muziek

Slide 11 - Slide

Sterren en idolen
Identificatie 
boy or girl next door principe 
Imago 
Mythevorming 
Macht van de media 
Hoe zetten de sterren zelf de media in?
Sekssymbolen
Fotografie/ Film/ Mode/ Muziek

Slide 12 - Slide


Voor dit massapubliek komen ook idolen voor de massa.
Kunst voor de massa is andere kunst dan kunst voor ‘elite’
    > traditionele opdrachtgevers als koning/keizer, kerk, adel zijn in de
       20e eeuw in westerse landen niet meer van belang. Zij hebben   
       andere voorkeuren dan gewone burgers. Bourgeoisie / goede
       burgerij heeft ook andere voorkeuren dan massa.
Tegelijkertijd komt er voor het eerst een jongerencultuur. Niet meer de volwassenen bepalen cultuur, maar de jongeren, met daarbinnen subculturen met eigen muziek / kleding / concerten / festivals / taal.


Ook mensen ‘achter de schermen’ worden supersterren als modeontwerpers, choreografen, regisseurs
en ook kunstenaars.


Beroemde filmregisseurs gaan soms kleine rol in hun eigen films spelen:
Alfred Hitchcock, Walt Disney, Quentin Tarantino

Ook beeldend kunstenaars – avant garde kunstenaars worden supersterren.
Zij maken daar ook graag gebruik van om hun werk onder de aandacht te brengen, extra media aandacht te krijgen. Werken ook aan hun imago.
Er is hier altijd een spanningsveld tussen kunsten en commercie. Maar door het vervagen van de grenzen tussen kunst en kitsch / hoge kunst en lage kunst verandert ook dit spanningsveld. Voorbeelden: Andy Warhol, Jackson Pollock, Willem de Kooning, Jeff Koons



Slide 13 - Slide

Sterren & idolen - verwijzingen

  • Latere sterren verwijzen graag en vaak naar eerdere sterren:
  • Zo kunnen ze laten zien dat ze op de hoogte zijn van de geschiedenis van de kunsten (=
     ook postmodern kenmerk)
  • Iets van het succes van de voorganger straalt af op de ster
  • Doordat het publiek er al mee bekend is, herkent het publiek het ook gemakkelijker
  • Ze halen er weer publiciteit mee
  • In de massacultuur en postmodernisme zijn verwijzingen juist een kenmerk van deze
     stromingen. Dit zie je terug bijvoorbeeld in verwijzingen in talloze films naar scenes uit
     eerdere films.


Slide 14 - Slide

Jongerencultuur


  • Films van James Dean en Marlon Brando gaan ook over jongerencultuur.
  • Jongerencultuur wordt vanaf de jaren ’50 leidende cultuur.
  • Voorheen bestond er geen aparte jongerencultuur, waren jongeren een soort jonge   volwassenen.
  • Nu krijgen jongeren eigen muziek / kleding / concerten / festivals / taal
  • Tegelijkertijd gaan jongeren zich afzetten tegen oudere generaties
  • Dit komt allemaal terug in films als:
     Rebel without a cause, The wild one, Easy Rider



Slide 15 - Slide

Subculturen



  • Binnen de jongerencultuur ontstaan subculturen
  • Onderdeel van de algemene cultuur, maar met eigen kenmerk, hebben eigen basis:
    - regionaal
    - economisch
    - politiek
    - sociaal
  • Kenmerken maken subcultuur duidelijk anders dan de grotere ‘cultuur' eromheen
  • Of er is geen algemeen heersende cultuur – alles is subcultuur



Slide 16 - Slide

Geef een voorbeeld van een subcultuur.

Slide 17 - Open question

Subculturen


PUNK
  •  Opkomst ‘70
  • Basis: politiek georiënteerd 
  • Verbonden met kraakbeweging 
  • Anti-autoritaire houding 
  • Protestmuziek – geen gebruik technische bijzonderheden rockmuziek - Simpele muziek
     (niet meer dan 3 akkoorden) 
  • Opvallende kleding en haar (gescheurde kleding, veiligheidsspelden als sieraden, 
     hanenkam) 

Slide 18 - Slide


Voor dit massapubliek komen ook idolen voor de massa.
Kunst voor de massa is andere kunst dan kunst voor ‘elite’
    > traditionele opdrachtgevers als koning/keizer, kerk, adel zijn in de
       20e eeuw in westerse landen niet meer van belang. Zij hebben   
       andere voorkeuren dan gewone burgers. Bourgeoisie / goede
       burgerij heeft ook andere voorkeuren dan massa.
Tegelijkertijd komt er voor het eerst een jongerencultuur. Niet meer de volwassenen bepalen cultuur, maar de jongeren, met daarbinnen subculturen met eigen muziek / kleding / concerten / festivals / taal.


OEFENVRAGEN TOETS/EXAMEN - VRAAG 1

In het Engeland van de jaren zeventig ontstond de punkbeweging. Groepen jongeren keerden zich op een agressieve manier af van de samenleving. Op afbeelding 1 zie je punkers, afbeelding 2 toont een 
T-shirt dat gedragen werd door Johnny Rotten, de zanger van de Engelse punkgroep Sex Pistols. 










Slide 19 - Slide

De uitdrukking ‘no illusion’ is kenmerkend voor de punkbeweging.

Leg uit wat ‘no illusion’ inhoudt. Bespreek daarna op welke manier het T-shirt op afbeelding 2 ‘no illusion’ verbeeldt.

Slide 20 - Open question


Voor dit massapubliek komen ook idolen voor de massa.
Kunst voor de massa is andere kunst dan kunst voor ‘elite’
    > traditionele opdrachtgevers als koning/keizer, kerk, adel zijn in de
       20e eeuw in westerse landen niet meer van belang. Zij hebben   
       andere voorkeuren dan gewone burgers. Bourgeoisie / goede
       burgerij heeft ook andere voorkeuren dan massa.
Tegelijkertijd komt er voor het eerst een jongerencultuur. Niet meer de volwassenen bepalen cultuur, maar de jongeren, met daarbinnen subculturen met eigen muziek / kleding / concerten / festivals / taal.


VRAAG 2

Op afbeelding 3 en 4 zie Janet ‘ Ballion, bandleidster van de punkgroep Siouxsie and the Banshees, die populair was in de jaren zeventig. 

Het was vanzelfsprekend voor vrouwen zoals Siouxsie om zich binnen de punkbeweging af te zetten tegen het conventionele vrouwbeeld dat in de jaren zeventig dominant was.











Slide 21 - Slide


Bespreek twee manieren waarop punkvrouwen
zich afzetten tegen dat traditionele beeld.
Geef daarbij steeds een voorbeeld aan de hand van de afbeelding.

Slide 22 - Open question


Voor dit massapubliek komen ook idolen voor de massa.
Kunst voor de massa is andere kunst dan kunst voor ‘elite’
    > traditionele opdrachtgevers als koning/keizer, kerk, adel zijn in de
       20e eeuw in westerse landen niet meer van belang. Zij hebben   
       andere voorkeuren dan gewone burgers. Bourgeoisie / goede
       burgerij heeft ook andere voorkeuren dan massa.
Tegelijkertijd komt er voor het eerst een jongerencultuur. Niet meer de volwassenen bepalen cultuur, maar de jongeren, met daarbinnen subculturen met eigen muziek / kleding / concerten / festivals / taal.


VRAAG 3

Punkers verzetten zich niet alleen met hun kleding en uiterlijk tegen bestaande conventies, maar ook met hun muziek.











Fragment 1:
Siouxsie and the Banshees, Suburban Relapse, 1978


Slide 23 - Slide


Noem drie muzikale aspecten van fragment 1 en bespreek vervolgens
hoe de muziek uitdrukking geeft aan de punkgedachte.

Slide 24 - Open question