H1.5 Vorsten krijgen steeds meer macht

 Vorsten krijgen meer macht
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Vorsten krijgen meer macht

Slide 1 - Slide

Doel

Je weet wie Lodewijk XIV was en waarom hij zo'n bijzondere koning was

Je weet wie tsaar peter de Grote was en waarom hij zo'n bijzondere tsaar was

Je weet wat een absolute vorst is

Begrippen: absolute macht, tsaar, Zonnekoning, soldatenkoning

Slide 2 - Slide

Koningen willen meer macht

In de 17e eeuw waren de meeste landen in Europa een monarchie. Deze landen worden bestuurd door een koning en koningin of keizer en keizerin.

De koning wordt opgevolgd door zijn zoon (of dochter).

Slide 3 - Slide

Welke betekenis hoort bij het begrip: monarchie?
A
Vorm van bestuur met een minister-president aan het hoofd
B
Vorm van bestuur met een koning aan het hoofd.
C
Vorm van bestuur waar de koning weinig macht heeft.
D
Vorm van bestuur waar een dictator aan het hoofd staat.

Slide 4 - Quiz

Was Nederland in die tijd ook een monarchie?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Alle macht aan de koning

Koningen waren sinds de Middeleeuwen steeds machtiger geworden. In de Middeleeuwen waren ze voor hun inkomsten afhankelijk van de adel.

Om die reden probeerden de koningen de macht van de adel te verkleinen.

Koningen gingen belastingen heffen in de steden, zodat zij niet meer afhankelijk waren van de adel.

Slide 6 - Slide

Frankrijk

De Franse koning Lodewijk XIV lukte het om halverwege de 17e eeuw alle macht in handen te krijgen. 

Dat heet absolute macht.
Hij was het middelpunt van alles en iedereen.

Slide 7 - Slide

Welk cijfer is: XIV?

Slide 8 - Open question

Zonnekoning

Lodewijk XIV bestuurde Frankrijk vanuit zijn paleis in Versailles. Daarvandaan legde hij wetten en belastingen op, aan het hele land. Iedereen moest hem gehoorzamen.

Omdat Lodewijk het middelpunt was van het bestuur, werd hij de 'Zonnekoning' genoemd.

Lodewijk verkleinde de macht van de adel door ze bij hem te laten wonen in het paleis, waar hij ze kon controleren.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Versailles

Aan de linkerkant was het gedeelte van de koningin, de rechterkant was van de koning. In het midden was hun slaapkamer. De adel speelde een belangrijke rol bij het ochtendritueel.

Slide 11 - Slide

Eén centraal punt

Absolute vorsten regeerden vanuit één centraal punt:

in een land waren daarom dezelfde wetten en regels.

Ook rechtspraak was gelijk.

Iedereen moest absolute vorst gehoorzamen.

Adel en geestelijkheid mochten alleen advies geven

Pruisen: koning Frederik Willem I, 'Soldatenkoning'.

Slide 12 - Slide

Regeren

In de 17e eeuw vonden de burgers het absolutisme heel gewoon. Zij geloofden dat de koning zijn macht van God had gekregen.

Lodewijk maakte gebruik van zijn onaantastbaarheid door het protestantisme af te schaffen en een permanent leger in te schakelen. Lodewijk voerde ook veel oorlogen met andere landen, ook met de Republiek

Slide 13 - Slide

Abolute vorsten

In Zweden, Oostenrijk, Rusland en Pruisen kwamen er absolute vorsten met absolute macht. Zij wilden ook veel macht.

Rusland: Tsaar Peter de Grote

Hij stichtte de stad Sint-Petersburg

Hij leidde goede soldaten op en liet veel oorlogsschepen bouwen.

Slide 14 - Slide

Peter de Grote
De Russische tsaar Peter de Grote wilde zijn macht vergroten. Rusland liep heel erg achter op het westen. Peter wilde zijn land moderniseren. Dat leerde hij in de Republiek!

Slide 15 - Slide

Sint-Petersburg
Aan de Baltische Zee liet tsaar Peter de Grote een hele nieuwe stad bouwen: Sint-Petersburg. De tsaar ging er zelf wonen in een groot paleis met uitzicht op de havens.

Slide 16 - Slide

In welk jaar viel Frankrijk de Republiek binnen?
A
1650
B
1664
C
1672
D
1688

Slide 17 - Quiz

Wat betekent tsaar?
A
Minister-president
B
Dictator
C
Buitenlander
D
Koning

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Op welke Nederlandse stad lijkt Sint-Petersburg heel erg?

Slide 20 - Open question

Huiswerk

Donderdag 28 september

H1.5 opdr. 1 t/m 14

Slide 21 - Slide