H7 kracht

Oefentoets H7 Kracht 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets H7 Kracht 

Slide 1 - Slide

Welke soorten krachten horen bij welke situatie?
Je tilt je fiets uit het fietsenrek ............................... en ............................
Met dit weer is het heerlijk zeilen .....................................
Bij een nat wegdek houd je een grotere afstand .....................................
Met lijm is die verbinding niet meer los te krijgen ...................................
spierkracht
zwaartekracht
Windkracht
Wrijvingskracht
luchtwrijving
kleefkracht
magneetkracht

Slide 2 - Drag question

Welke beweringen zijn juist?
Het symbool voor kracht is F. 

Het symbool voor massa is m. 

De eenheid van tijd is uur (h). 

De eenheid van massa is kg. 

Een kracht geef je aan in force. 

De t is de afkorting van tel (seconde). 

Juist
Juist
Juist
Juist
Juist
Juist

Slide 3 - Drag question

De eenheid van kracht is ...........

Slide 4 - Open question

Hoe groot is de zwaartekracht die hoort bij de volgende massa's (er blijven antwoorden over)
6,8 kg = ............N 
     4 g = ............N 
24 ton = ...........N 
68
0,68
40
0,04
240
240000
68000
68000
2400
680

Slide 5 - Drag question

Je bent aan het versnellen op je fiets. Wat kun je zeggen over de wrijvingskrachten die werken op de fiets.
Je vaart met constante snelheid. In welke situatie wordt dit weergegeven.
A
afbeelding A
B
Afbeelding B
C
Afbeelding C

Slide 6 - Quiz

Massa meet je in?
A
Kilogram
B
Newton
C
Massa
D
Kracht

Slide 7 - Quiz

Op welke manier kun je een kracht niet herkennen?
A
Je ziet de kracht
B
Snelheid
C
Richting
D
Vorm

Slide 8 - Quiz

De punt op de steen is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht.
Welke kant zou de pijl op getekend moeten worden?
A
naar boven
B
naar rechts
C
naar beneden
D
naar links

Slide 9 - Quiz

De massa van de steen is 250 g. De krachtenschaal is 1 cm ≡ 1 N.

Hoe groot is de pijl die je zou moeten tekenen?
A
2,5 cm
B
0,25 cm
C
25 cm
D
0,025 cm

Slide 10 - Quiz

Erik heeft een massa van 65 kg.

Hoe groot is de zwaartekracht die op Erik werkt op de aarde?

A
Fz = m : g Fz = 65 kg : 10 N/kg Fz = 6,5 N
B
Fz = m : g Fz = 65 kg : 1,6 N/kg Fz = 40, 6 N
C
Fz = m x g Fz = 65 kg x 10 N Fz = 650 N
D
Fz = m x g Fz = 65 kg x 1,6 N/kg Fz= 104 N

Slide 11 - Quiz

Wat is de nettokracht en in welke richting gaat deze?
A
Fnetto = 15 N en gaat naar links
B
Fnetto = 49 N en gaat naar links
C
Fnetto = 15 N en gaat naar rechts
D
Fnetto = 49 N en gaat naar rechts

Slide 12 - Quiz

Wat is de
nettokracht?
A
186 N naar links
B
8360 N naar rechts
C
1,45 N naar rechts
D
34 N naar links

Slide 13 - Quiz