ESTTENTEN Werkwoorden

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Wat is de uitgang van ich?

1. e
2. st
3. en
4. t

Wat is de uitgang van du?

1. t
2. st
3. en

Uitgang van ihr is:

1. st
2. t
3. en
4. e

Uitgang van sie (ev) is:

1. st
2. t
3. en
4. e

Wir krijgt als uitgang

1. t
2. en
3. e
4. st

Uitgang van du:

1. e
2. t
3. st
4. en

De uitgangen van het werkwoord heißen zijn:

1. e, e, s, ten, et, en
2. e, est, et en et en
3. e, t, t, en, t, en
4. e, st, t, en, t, en

Kies de juiste uitgang:

er spiel....

1. e
2. t
3. st
4. en

Ihr such...

1. e
2. t
3. st
4. en

ich wohn...

1. e
2. t
3. st
4. en

kies de juiste uitgangen!!

1. -e, -st, -t, -en, -t, -en
2. -, -st, -, -en, -t, -en
3. -e, -est, -et, -en, -et, -en
4. -, est, -t, -en, -et, -en

Welke werkwoordsvorm?

Warum ..... ihr die Frage nicht?

1. beantwortet
2. beantworten

Welke werkwoordsvorm?

Meine Schwester ..... gern über ihrAuto.

1. redet
2. redt
3. reden
4. red

Welke werkwoordsvorm?

..... du auch gern Fußball?

1. Spielest
2. Spielst

zwakke werkwoorden:
Wir _____ in Hamburg.

1. leben
2. lebst
3. lebe

hoe verdeel je esttenten?

1. e-st-t-en-t-en
2. est-te-n-te-n
3. es-t-t-en-t-en
4. ik weet het niet

zwakke werkwoorden:
Ihr _____ in Heerlen.

1. wohnt
2. wohne
3. wohnst
4. wohnen

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden wordt gevormd door ...

1. ge + stam + t
2. stam + t
3. stam + te
4. ge + stam + et

zwakke werkwoorden:
Er _____ mit seinem Freund.

1. spielen
2. spiele
3. spielt

Welke uitzondering is er bij de esttenten regel?

1. werkwoorden waarbij de stam eindigt op een r krijgen bij ich geen uitgang
2. werkwoorden waarbij de stam eindigt op een sisklank krijgen bij du geen -st achter de stam maar alleen een -t
3. werkwoorden die eindigen op een sisklank krijgen bij er/sie/es de uitgang -et
4. er zijn geen uitzonderingen

Wat is de stam van een zwak werkwoord in het Duits?

1. ik-vorm
2. hele werkwoord
3. hele werkwoord -(e)n
4. hij-vorm

uitgang bij esttenten

Sie = stam +

1. e
2. st
3. t
4. en

Geef een voorbeeld van een werkwoord in de ich vorm

Geef een voorbeeld van een werkwoord in de du vorm

Er ... die Musik (lieben)

Wir ... ein Buch (lesen)

Als ik een regelmatig werkwoord moet vervoegen, heb ik de .... van het werkwoord nodig.

Zwak werkwoord: Vervoeg de werkwoorden:
Machen; antworten; heißen