Thema 7.4 de huid

Thema 7 Opslag, uitscheiding en bescherming


7.4    de huid en het onderhuidse bindweefsel
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 5.15 min

Items in this lesson

Thema 7 Opslag, uitscheiding en bescherming


7.4    de huid en het onderhuidse bindweefsel

Slide 1 - Slide

Doel van de les: 
Je kunt de delen van de huid en het onderhuids bindweefsel noemen met hun functies en kenmerken.
Je kunt beschrijven hoe de lichaamstemperatuur constant wordt gehouden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lederhuid en

Onderhuids bindweefsel

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

te warm? 
zweten
bloedvaten lederhuid wijder

Slide 9 - Slide

te koud? 
kippenvel, haren omhoog, meer lucht, werkt als isolatie
klappertanden of rillen (extra warmte door beweging)
bleke kleur, bloedvaten lederhuid vernauwen zich

Slide 10 - Slide

begrippen
opperhuid
kiemlaag
hoornlaag
pigment
talgklieren
haarzakje
zweetklieren
pijnzintuig
tastzintuig
onderhuidsbindweefsel met vetcellen
warmteproductie

Slide 11 - Slide

'n Puistje is een talgklier afscheiding van de huid. Mag je deze uitdrukken?
Wat is het juiste antwoord?
A
Door het niet te doen heb je minder kans op beschadiging van de huid.
B
Door het wel te doen krijg je geen ontsteking van de huid.
C
Door het wel te doen kun je een bloedvat beschadigen
D
Door het niet te doen heb je minder kans op beschadiging van de huid, beschadig je ook geen bloedvat.

Slide 12 - Quiz

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
nat houden van de huid
B
soepel houden van de huid
C
afkoeling van de huid
D
zweten

Slide 13 - Quiz

De huid is opgebouwd uit 4 lagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

is je huid een orgaan?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

De huid beschermt tegen sterk afkoelen door...
A
zweet te produceren
B
bloedvaatjes in de huid te verwijden
C
bloedvaatjes in de huid te vernauwen
D
pigment te maken

Slide 16 - Quiz

Wat ligt er dieper in de huid?
A
Tastzintuigen
B
Drukzintuigen

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van talg (vettig stof)?
A
Zorgen voor groei van je haartjes op de huid
B
Zorgen voor het schilferen van je huid
C
Houd je huid soepel en beschermt het
D
Zorgen voor droge huid

Slide 18 - Quiz

Je loopt naar buiten en krijgt het koud.
Wat gebeurt er met je huid?
De huid wordt
A
Bleek
B
Rood

Slide 19 - Quiz

Waardoor koelt je lichaam af als je zweet?
A
Zweet is koud
B
Voor verdamping van zweet is warmte nodig; die komt uit je huid
C
In zweet zitten allerlei stoffen die je huid koud maken
D
Zout in zweet vormt een laagje op je huid

Slide 20 - Quiz

Waar liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 21 - Quiz

Wat doet de hoornlaag?
A
Beschermt de huid tegen uitdrogen
B
Maakt nieuwe cellen aan
C
Bevat waarnemingszintuigen

Slide 22 - Quiz

Welke laag van de huid bestaat uit dode cellen?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid

Slide 23 - Quiz

Bloedvaten komen in de kiemlaag van de huid voor.
A
juist
B
niet juist

Slide 24 - Quiz

Je hebt eelt op je handen.
Welke laag van de huid is dan extra dik?
A
kiemlaag
B
lederhuid
C
hoornlaag

Slide 25 - Quiz

Hoe voorkomt je lichaam oververhitting?
A
Zweten
B
haarvaten in je huid worden wijder
C
A en B beide

Slide 26 - Quiz

Henk neemt een tatoeage.
In welke laag van de huid moet die worden gezet om te blijven zitten?

A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid

Slide 27 - Quiz

Welke functie hebben stoffen die vooral onder de huid worden opgeslagen?
A
dienen als beschermende stof
B
dienen als bouwstof
C
dienen als brandstof
D
dienen als reservestof

Slide 28 - Quiz

Opdrachten maken
De huid en het onderhuidse bindweefsel
Opdracht 16 t/m 22

Slide 29 - Slide