What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V1 grammatica woordsoorten aanwijzend en vragend voornaamwoord
‘Wil
degene
die mijn fiets gejat heeft ook mijn krantenwijk overnemen?’
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
‘Wil
degene
die mijn fiets gejat heeft ook mijn krantenwijk overnemen?’
Slide 1 - Slide
Acht voornaamwoorden
Verwijst naar zelfstandig naamwoorden.
1e persoon ben jezelf-ik
2e persoon iem. met wie je praat
3e persoon iem. waarover je praat
Geeft bezit aan. Staat meestal meteen voor zelfst. nw.
Wijst naar iets. Kan alleen staan of meteen voor zelfst. nw.
Persoonlijk vnw.
Bezittelijk vnw.
Aanwijzend vnw.
Niet elk vraagwoord is een vragend voornaamwoord.
Vragend vnw.
Heeft betrekking op woord dat er vlak voor staat.
Betrekkelijk vnw.
Geeft iets vaags aan.
Onbepaald vnw.
Alleen het woordje 'elkaar'.
Wederkerig vnw.
Hoort bij het wederkerend werkwoord
Wederkerend vnw.
Slide 2 - Slide
Wat doet een aanwijzend voornaamwoorden in een zin?
Ken je er één?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Slide
Functie van aanw. vnw
contrast
Dit
is mooi, maar
dat
is lelijk.
terugwijzen
Ken je het schilderij met amandelbloesem van Van Gogh?
Dat
schilderij hangt in het museum in Amsterdam.
vooruitwijzen
Nog even
dit
: ik ga naar het museum, zodra het weer opent.
Slide 5 - Slide
Afstand
Dit
en
deze
wijzen op een persoon of zaak die dichtbij is.
Die
en
dat
wijzen een persoon of zaak aan die verderaf is.
Slide 6 - Slide
Die
jongen kan goed drummen.
In deze zin is het aanwijzend voornaamwoord
niet zelfstandig
gebruikt, want er staat een zelfstandig naamwoord achter.
Slide 7 - Slide
Is Joost er al? Nee,
die
heb ik nog niet gezien
Aanwijzende voornaamwoorden kunnen wel
zelfstandig
gebruikt worden.
Slide 8 - Slide
Wat doet een vragend
voornaamwoord in een zin?
Ken je er één?
Slide 9 - Mind map
Wie, wat, welk(e), wat voor (een)
Dit zijn de vier vragende voornaamwoorden.
Ze vragen altijd naar een persoon of ding.
Slide 10 - Slide
Schrijf drie zinnen over de afgelopen voorjaarsvakantie.
Een zin met een vragend voornaamwoord.
Een zin met een zelfstandig gebruikt aanw. vnw.
Een zin met een niet zelfstandig gebruikt aanw. vnw.
timer
5:00
Slide 11 - Slide
Deel jouw favoriete zin
Slide 12 - Mind map
het is me duidelijk wat een aanw. vnw en een vr. vnw is en hoe ik het kan gebruiken
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 13 - Poll
Huiswerk
Nieuw Nederlands, hoofdstuk 4 (grammatica, woordsoorten),
aanwijzend en vragend voornaamwoord
Oefening 1, 2 en 4
timer
5:00
Slide 14 - Slide
More lessons like this
zelfstudie voornaamwoorden
February 2022
- Lesson with
10 slides
2W 12 december
December 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica B Voornaamwoorden
April 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2 havo les 21 deel 2 voornaamwoorden
December 2021
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling woordsoorten - voornaamwoorden
October 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Voornaamwoorden!
December 2023
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voornaamwoorden
January 2024
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
P4-Herhaling voornaamwoorden
May 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2