tekst 24 r.5 t/m 11

• Klassieke Talen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Tekst 24

r.5 t/m 11

Wie begint het gesprek?

1. de slaaf
2. de slavin
3. de heer des huizes
4. de vrouw des huizes

qui iuvenis betekent:

1. Wie is de jongeman?
2. Die jongeman
3. Welke jongeman
4. De jongeman, die

Qui iuvenis in pictura est,

quam videmus in muro?

1. wat zien wij op de muur?
2. welke wij op de muur zien?
3. die ik op de muur zie?
4. dat wij op de muur zien?

Est Narcissus

qui pulcherrimus erat

sed cunctas puellas spernebat

quarum sensis amorem

Est Narcissus, qui pulcherrimus erat

Het is Narcissus,

die ... was

pulcherrimus

sed cunctas puellas spernebat

1. maar die alle meisjes afwees
2. maar hij wees de meisjes af
3. maar altijd wees hij de meisjes af
4. maar die weinig meisjes afwees

quarum sensit amorem

Puella, quae maxime Narcissum amabat, erat Echo

nominativus

accusativus

ablativus

comparativus

superlativus

praesens

imperfectum

perfectum

Puella, quae maxime Narcissum amabat, erat Echo
Het meisje, ............ , was Echo

Ea ultro nulla verba dicere poterat

1. die woorden kon zij niet zelf zeggen
2. zij kon geen enkele woorden uit zichzelf zeggen
3. hij kon haar niets uit zichzelf zeggen
4. zij had geen woorden kunnen zeggen uit zichzelf

Ken je het verhaal van Echo en Narcissus?

ja

nee