Bij een hard geluid zijn er sterkere geluidstrillingen dan bij een zacht geluid.
Je meet geluidssterkte in decibel.
Slide 16 - Slide
Geluid= trillende lucht
Slide 17 - Slide
Evenwichtsorgaan
Evenwichtsorgaan = gevoelig voor bewegingen
van je lichaam.
Bestaat uit drie halfcirkelvormige
kanalen met vloeistof. Elk kanaal geeft info over een bepaalde bewegingsrichting.
Slide 18 - Slide
opdrachten maken
Maak opdracht 12 t/m 20 op blz. 158 t/m 160
(huiswerk voor vrijdag 3e uur)
Klaar?! Nakijken par 3.3 of maken samenvatting H3
Let op: Toets hoofdstuk 3 is op vrijdag 7 maart!
Slide 19 - Slide
Leerdoelencheck!
de onderdelen van het oor noemen in een schematische tekening (bron 2 blz. 78).
benoemen welke route een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor.
de functie van de onderdelen van het oor beschrijven.
uitleggen welke geluiden je kunt horen met de volgende begrippen: onderste gehoorgrens, bovenste gehoorgrens en gehoorbereik.
de termen Hertz en decibel op de juiste manier gebruiken.
de werking van de buis van Eustachius uitleggen.
de werking van het evenwichtsorgaan uitleggen.
We checken ze één voor één... via de volgende vragen:
Slide 20 - Slide
1
2
3
4
5
6
7
89
10
11
12
Oorsmeerkliertjes
Leerdoel: de onderdelen van het oor noemen in een schematische tekening.
Slakkenhuis
Hamer
Aambeeld
Stijgbeugel
Gehoorgang
Oorschelp
Trommelvlies
Evenwichtsorgaan
Gehooorzenuw
Buis van Eustachius
Trommelholte
Slide 21 - Drag question
Leerdoel: benoemen welke route een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor.
Wat is de route die een geluidsprikkel door het oor aflegt? Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Gehoorschelp -->
-->
-->
-->
-->
-->
Aambeeld
Hamer
Gehoorgang
Trommelvlies
Stijgbeugel
Slakkenhuis
Slide 22 - Drag question
Leerdoel: Je kunt bij de onderdelen van het oor de juiste functie zoeken.
Oorsmeerkliertjes
Buis van Eustachius
Gehoorzenuw
Trommelvlies
Slakkenhuis
Zet geluidstrillingen om in impulsen (= elektrisch signaal).
Vervoert impulsen naar de hersenen.
Geeft geluidstrillingen door aan gehoorbeentjes.
Houden het trommelvlies soepel.
Regelt de luchtdruk in de trommelholte.
Slide 23 - Drag question
Bij welk onderdeel hoort deze omschrijving? "Hier worden de trillingen omgezet in impulsen."
Leerdoel: de functie van de onderdelen van het oor beschrijven.
A
Hamer
B
Gehoorschelp
C
Oorsmeerkliertjes
D
Slakkenhuis
Slide 24 - Quiz
Een opa kan minder goed hoge tonen horen dan zijn kleindochter. Wie geeft de juiste bewering? Sanne: de kleindochter heeft een kleiner gehoorbereik dan haar opa. Tom: de onderste gehoorgrens van de opa is lager dan die van zijn kleindochter.
Leerdoel: uitleggen welke geluiden je kunt horen met de volgende begrippen: onderste gehoorgrens, bovenste gehoorgrens en gehoorbereik.
Leerdoel: de termen Hertz en decibel op de juiste manier gebruiken.
A
1 = decibels
2 = hertz
B
1 = hertz
2 = decibels
Slide 26 - Quiz
Wat is de functie van de buis van Eustachius?
Leerdoel: de werking van de buis van Eustachius uitleggen.
Slide 27 - Open question
Welke bewering over het evenwichtsorgaan klopt? 1. het evenwichtsorgaan bestaat uit drie cirkelvormige zenuwbanen. 2. in het evenwichtsorgaan zit vloeistof. 3. met het evenwichtsorgaan neem je bewegingen van je hoofd waar.
Leerdoel: de werking van het evenwichtsorgaan uitleggen.