02. Thema 6.6 Ongeslachtelijke voortplanting (1) 10-7

Welkom 
Denk om…
 
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Welkom 
Denk om…
 
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00

Slide 1 - Slide

Thema 6: 
Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 7: 
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Slide

Vandaag

  • Thema 6 bs 7
  • Huiswerk

Slide 3 - Slide

Leerdoel: 

  • Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
  • Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Planten
Geslachtelijk:
  • Zaadplanten planten zich voort met behulp van stuifmeelkorrels en eicellen.

Ongeslachtelijk:
  • Ze kunnen zich ook voortplanten zonder dat er bevruchting plaatsvindt. 

Slide 6 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting
Een voorbeeld  = stekken

  •  een deel van de plant groeit uit tot een nieuwe plant. 
  • Er vindt dus geen bevruchting plaats = ongeslachtelijke voortplanting.
  • de nakomelingen hebben precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouder.

Slide 7 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 8 - Slide

Stekken? Hoe?
  1.  Snijd met een scherp mes een stukje stengel af
  2. Zet dit stukje stengel in een potje met water. Het stengeltje gaat dan wortels vormen
  3. Als de wortels groot genoeg zijn, zet je het stengeltje in een bloempot met potgrond

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Even nadenken
  •  In de celkern hebben we besproken dat er chromosomen zitten. 

  • Deze chromosomen bevatten de erfelijke informatie van jouw lichaam. Dus je haarkleur, oogkleur etc. 

Slide 11 - Slide

Maar hoe worden die eicellen en zaadcellen eigenlijk gemaakt?
Geslachtscellen:
  • zijn hele speciale cellen. 
  • hebben maar de helft van het aantal chromosomen van een lichaamscel.
  • Een mens heeft 46 chromosomen per celkern, een paard heeft er 64 per celkern. 

Meiose:
  • Het maken van geslachtscellen. 
  • Mensen hebben dus geslachtscellen (eicel/zaadcel) met 23 chromosomen en paarden met 32 chromosomen. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Chromosomen aantal
  • het aantal chromosomen wordt gehalveerd. 

  • want de eicel en zaadcel smelten weer samen en geven dan dus samen weer het goede aantal chromosomen. 

Slide 14 - Slide

Verschillende manieren in de natuur
Bollen:
  • bestaat uit wortels en rokken en vormt nieuwe bollen door ongeslachtelijke voortplanting
       -> Rokken: verdikte bladeren met reservevoedsel
Knollen:
  • verdikte stengel met reservevoedsel en knoppen
Uitlopers:
  • bovengrondse stengel waaraan op bepaalde plaatsen jonge planten ontstaan
Wortelstokken
  • ondergrondse stengel waaraan op bepaalde plaatsen jonge planten ontstaan

Slide 15 - Slide

Knollen
Aardappelplanten 
  • ongeslachtelijke voortplanting door knollen

  • = ondergronds deel van de stengel met veel reservevoedsel.
  • Een aardappel is een knol.

Slide 16 - Slide

Knollen

  • heeft knoppen (ogen) waar uitlopers uit groeien.
  • Uit één uitloper groeit een nieuwe plant. 
  • Deze heeft dus dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant.
  • Aan deze plant ontstaan weer knollen. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Bollen
  • Bij bolgewassen vindt ongeslachtelijke voortplanting plaats door bollen.

  • Een bol bestaat uit wortels, de bolschijf en rokken (met reservevoedsel). 

Slide 19 - Slide

Bollen
  •  Tussen de rokken bevinden zich meerdere knoppen. 
  • Uit een knop ontstaat een plant in het voorjaar, de rest van de knoppen ontwikkeling zich tot nieuwe bollen.
  • De nieuwe plant en de nieuwe bollen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant. 

Slide 20 - Slide

Weefselkweek
Plantenkwekers doen veel aan ongeslachtelijke voortplanting.
  •  vermeerderen van planten 
        -> weefselkweek 

De knoppen worden van de plant gesneden = groeipunt 


Slide 21 - Slide

Weefselkweek
De kweker doet de groeipunten in buisjes
  • kleine plantjes
  • na 6 weken nieuwe groeipunten aan de plantjes

Binnen een jaar kan een kweker uit één plant meer dan 50.000 nieuwe planten maken!


Slide 22 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 23 - Slide

Een knol is een :
A
korte stengel
B
verdikte wortel
C
verdikte knop
D
zaadje

Slide 24 - Quiz

Een bol is een :
A
korte stengel met rokken
B
verdikte wortel met rokken
C
verdikte knop
D
een zaadje

Slide 25 - Quiz

Wat is knoflook?
A
Een vrucht
B
Een bol
C
Een bloem
D
Een knol

Slide 26 - Quiz

Bij het stekken van planten heeft de stek 50% DNA van de moeder-
en 50% DNA van de vader-plant
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Aan het werk
Hoofdstuk 6: Voortplanting bij planten en dieren
Paragraaf 6.7 ongeslachtelijke voortplanting
  • Maak opdracht 1 t/m 4
  • werk op fluistertoon

Klaar?
Kom de kruiswoordpuzzel halen bij de docent
timer
20:00

Slide 28 - Slide

Doel: 
Ongeslachtelijke voortplanting
  • Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
  • Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.

Slide 29 - Slide

Doel:

Slide 30 - Slide

Maken Thema 1:

Huiswerk 11 juli
Maken §6.6: af
+
Leren 6.6



KGT

Slide 31 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 32 - Slide