20.3 Fotosynthese

20.3 Fotosynthese
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

20.3 Fotosynthese

Slide 1 - Slide

Nieuwe planning
Vandaag: 
20.3 Fotosynthese

Woe 15 dec: 
20.5 Groei en levenscyclus (NA excursie, zelfstandig en vakSWT)

Vrij 17 dec: 
20.2 Opname en transport van water + 20.4 Glucose als grondstof

Woe 22 dec: 
D-toets H20 + start PO
Eventueel in 2e week kerstvakantie: online lessen over Ecologie en Evolutie, indien voldoende animo?

Slide 2 - Slide

Wat is het doel van dissimilatie?
A
Grotere moleculen afbreken tot kleinere
B
Grotere moleculen bouwen uit kleinere
C
Energie vrijmaken uit grote moleculen
D
Energie opslaan in grotere moleculen

Slide 3 - Quiz

Welke processen vinden plaats in producenten?
A
alleen dissimilatie
B
alleen assimilatie
C
dissimilatie en assimilatie
D
geen van allen

Slide 4 - Quiz

Assimilatie
DOEL van assimilatie: energie vastleggen in (energierijke) grotere moleculen, bijv. GLUCOSE

Fotosynthese is de belangrijkste assimilatie reactie.

Fotosynthese = 'maken met behulp van licht'
(ook chemosynthese..., wat is dat dan?)


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Chloroplasten
- Elke chloroplast heeft een buiten- en een binnenmembraan

- In het midden ligt het stroma, een stroperige vloeistof, met daarin chloroplast DNA. 

- In het stroma liggen platte groene blaasjes, de thylakoïden, in stapels (grana)

Slide 7 - Slide

Fotosynthese (assimilatie)
Netto reactie:
6 CO2 + 6 H2O --> C6H12O6 + 6 O2        
Is tegenovergesteld aan?
6 CO2 + 12 H2O --> C6H12O6 + 6 H2O + 6 O2       

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Niet-cyclische fosforylering

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

* Exciteren is het verhuizen van een elektron naar een andere schil van een atoom, die hoger op het energiespectrum ligt.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

= indirect

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Cyclische fosforylering
ATP en NADPH,H+ ontstaan in de niet-cyclische fosforylering niet in de juiste verhouding voor vervolgstappen waarbij glucose ontstaat (Calvincyclus). 

- Wat? Er is te weinig ATP en teveel NADPH,H+
- Oplossing? kort stoppen met productie NADPH,H+ → fotosysteem II staat tijdelijk stil 

= Cyclische fosforylering

Slide 20 - Slide

Elektronen bewegen in een lus tussen fotosysteem I, cytochroom-bf en lumen van thylakoïd 

--> levert extra H+ in lumen en dus extra ATP

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Uit welke twee reacties bestaat fotosynthese?
A
lichtreactie en dissimilatie
B
energievorming en calvincyclus
C
lichtreactie en calvincyclus
D
energievorming en dissimilatie

Slide 23 - Quiz

Hoe heten de onderdelen van een chloroplast waarin de lichtreactie plaatsvindt?
A
thylakoïden
B
thylapoïden
C
thalamus
D
thalokoïden

Slide 24 - Quiz

Welke twee energiedragende stoffen ontstaan bij de lichtreactie?
A
ADP en NADPH,H+
B
ATP en NADPH,H+
C
ADP en NADH
D
ATP en NADH

Slide 25 - Quiz

wat gebeurt er met de O2 die ontstaat bij de lichtreactie?
A
wordt gebruikt voor dissimilatie
B
verdwijnt via het huidmondje uit de plant
C
diffundeert naar het stroma
D
wordt weer terug gevormd tot water

Slide 26 - Quiz

Fotosynthese- 2 stappen

Eerste stap: Lichtreactie, of licht-afhankelijke reactie
Daar is dus écht (zon)licht voor nodig

Tweede stap: licht-ONafhankelijke reactie, of donkerreactie, of Calvin-cyclus (is dus allemaal hetzelfde).

Hier is géén licht voor nodig, maar WEL de stoffen (welke?) uit de lichtreactie...dus de 'donkerreactie' stopt ook als er geen licht is!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Calvincyclus
De calvincyclus (of donkerreactie) vindt plaats in het stroma.

Stap 1:
De koolstofassimilatie = 6x binding van CO2 aan ribulose-1,5-difosfaat (C5), gekatalyseert door enzym rubisco. 

De C6-moleculen die hierbij ontstaan vallen direct uiteen in 12x glycerinezuur-3-fosfaat (C3)


Slide 29 - Slide

Calvincyclus
Stap 2:

12x ATP draagt een fosfaatgroep over aan glycerinezuur-3-fosfaat (C3). 

Aan de glycerinezuur-1,3-difosfaat die hierbij ontstaan worden elektronen overgedragen door NADH,H+

Er ontstaat 12x glyceraldehyde-3-fosfaat
(= G3P)

Slide 30 - Slide

Calvincyclus
Stap 3:

10x glyceraldehyde-3-fosfaat wordt met behulp van energie uit 6 ATP teruggevormd tot 6x ribulose-1,5-difosfaat.  

verhouding gebruikte NADH,H+: ATP is 12:18, extra ATP uit de cyclische fosforylering is hier dus nodig!


Slide 31 - Slide

Calvincyclus
Stap 4:

2x glyceraldehyde-3-fosfaat worden samengevoegd tot fructose en omgevormd naar glucose. 


Slide 32 - Slide

Wat is nodig voor de Calvin cyclus?
A
NADPH
B
CO2
C
G3P
D
ATP

Slide 33 - Quiz

Waar vindt de 'donker'reactie plaats?
A
In het lumen van de thylakoiden
B
In het stroma van de thylakoiden
C
In het lumen van de chloroplasten
D
In het stroma van de chloroplasten

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Link

Opdrachten
Maken 20.3 opdr. 1 t/m 9 (= HW)

Slide 36 - Slide